Aartsbisdom > Nieuws > Yad Vashem-onderscheiding uitgereikt in Utrecht

Yad Vashem-onderscheiding uitgereikt in Utrecht

In Paushuize te Utrecht is op 19 september postuum de Yad Vashem-onderscheiding uitgereikt aan kardinaal De Jong. Hij was aartsbisschop van Utrecht tijdens de Tweede Wereldoorlog en kreeg deze onderscheiding onder meer vanwege zijn herhaaldelijke publieke verzet tegen de Jodenvervolging. Om 12 uur waren kardinaal Eijk, de Utrechtse hulpbisschoppen mgr. Woorts en mgr. Hoogenboom en familieleden van kardinaal De Jong bij diens graf op de Utrechtse begraafplaats St. Barbara. Daar legden ze bloemen en was aansluitend een kort gebedsmoment.

In Paushuize was er vervolgens een symposium gewijd aan kardinaal De Jong. Prof. dr. Marcel J.H.M. Poorthuis, emeritus hoogleraar interreligieuze dialoog (Faculteit Katholieke Theologie te Utrecht) hield de lezing ‘Aartsbisschop in oorlogstijd. Het openlijke en het stille verzet van Jan de Jong’. Vervolgens sprak prof. dr. Emile G.L. Schrijver, algemeen directeur Joods Cultureel Kwartier alsmede van het Nationaal Holocaustmuseum te Amsterdam, bijzonder hoogleraar Geschiedenis van het Joodse boek, Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam over ‘Verleden, heden en toekomst van het herdenken in Nederland’.


Prof. dr. M. Poorthuis


Prof. dr. E. Schrijver

Onder de aanwezigen waren mgr. G. Dellagiovanna (Apostolische Nuntiatuur), de voorzitter van de Bisschoppenconferentie mgr. Van den Hende en diverse andere bisschoppen, de Commissarissen van de Koning A. Brok (provincie Leeuwarden) en J. Oosters (provincie Utrecht), opperrabbijn Jacobs, een aantal andere rabbijnen en de voorzitter van de stichting Vrienden van Yad Vashem, de heer Simon. Ook aanwezig was de weduwe van Hans Themans, een gepensioneerd keel-, neus- en oorarts die een belangrijke rol speelde in de aanvraag. Zijn zoon was één van de mensen die tijdens de uitreiking sprak.
Kardinaal Eijk stelde in zijn toespraak dat kardinaal De Jong “van nature geen strijdlustig man was. Maar eenmaal geconfronteerd met de misdaden van de nazi’s, met name tegen het Joodse volk, was hij van oordeel dat hij niet mocht zwijgen. Toch worstelde hij voorafgaande aan de publicatie van de kanselboodschappen met een innerlijke gewetensstrijd. Hij wist dat de nazi’s hemzelf vanwege zijn positie als aartsbisschop van Utrecht niet durfden aan te pakken, maar dat ze represaillemaatregelen tegen lager geplaatsen zouden nemen.”
De huidige aartsbisschop van Utrecht citeerde onder anderen paus Franciscus, die in 2018 zei: “Een christen kan geen antisemiet zijn; we delen dezelfde wortels. Het zou een tegenspraak zijn in geloof en leven. Integendeel, we zijn geroepen onszelf ervoor in te zetten om zeker te stellen dat antisemitisme uit de menselijke gemeenschap verbannen wordt.”
Kardinaal Eijk: “We bidden dat de opvattingen van kardinaal De Jong ons mogen inspireren en bemoedigen in onze gezamenlijke strijd tegen antisemitisme en in het opkomen voor onze medemens die wordt achtergesteld, onderdrukt en vervolgd.”

David Simon (stichting Vrienden van Yad Vashem) schetste onder de meer de betekenis van de Yad Vashem-onderscheiding: “De Staat Israël stelt zich middels Yad Vashem tot taak om niet-Joodse mannen en vrouwen te eren die Joden hebben gered, met inzet van eigen leven en vaak ook dat van hun huisgenoten. De woorden uit de Talmoed, de Joodse leer; ‘hij die een mensenleven redt, redt de hele mensheid’ is de leidraad die deze unieke onderscheiding begeleidt. De redders krijgen de eretitel ‘Rechtvaardigen onder de volkeren’.”
Simon benadrukte dat “deze bijeenkomsten altijd ‘food for thought’ zijn, terugblikken na wat heldhaftige redders hebben gedaan, vooruitblikken om te zorgen dat nooit weer kan gebeuren wat gebeurd is.”

Opperrabbijn Jacobs benadrukte in zijn toespraak dat De Jong “weigerde om gewoon als gelovig katholiek de Eeuwige te blijven dienen en te zwijgen. Hij wist dat er speciaal van hem als kerkleider beweging, actie werd verwacht. Ik betreur het dat hem tijdens zijn leven de Yad Vashem-onderscheiding niet kon worden toebedeeld, maar ben dankbaar dat mede dankzij de inzet van mijn goede vriend dr. Hans Themans we hier eindelijk vandaag toch bijeen zijn om de wereld te tonen wie en wat de Jong was.” Ook bad rabbijn Jacobs het herdenkingsgebed Jizkor.

De ambassadeur van Israël, de heer Modi Ephraim, overhandigde de oorkonde en medaille die bij de Yad Vashem-onderscheiding horen aan de nabestaanden van de in 1955 overleden De Jong. Hij memoreerde dat Nederland na Polen het land is waarin de meeste Yad Vashem-onderscheidingen zijn uitgereikt. Het roemde “de moed” van kardinaal De Jong en zei “onder de indruk te zijn” van diens verhaal. Ambassadeur Ephraim: “Zijn verhaal moet verteld worden, hij onderscheidde zich door zijn moed en waardigheid. Hij hield een kleine vlam van hoop brandend.”
In een dankwoord namens de familie vertelde Joop de Jong dat kardinaal De Jong op zijn geboorte-eiland Ameland bekend stond als ‘Jan Pastoor’. “Heeroom Jan hield niet van plechtigheden en persoonlijke belangstelling. Dat de nieuw opgerichte Kardinaal de Jongschool zijn naam kreeg vond hij maar ‘zo zo’. En er moest zeker geen beeld van hem geplaatst worden, zodat de gevel van de voormalige Kardinaal de Jongschool getooid werd met een beeld van Willibrordus. Nadat hij in 1946 tot kardinaal was verheven, wilde hij geen groot eerbetoon op het eiland. Hij kwam in priesterkleding naar Holwerd, draaide zijn ring naar binnen en deed het borstkruis in het vestzakje.”
“De impact die zijn leven heeft gehad op de familie is bijzonder groot geweest en hoewel hij ongetwijfeld gezegd zou hebben dat deze onderscheiding en deze aandacht te veel van het goede zouden zijn, zal hij van diep binnen ontzettend trots zijn geweest.”

Foto’s: Ramon Mangold

Tags: ,