Op het Utrechtse Jaarbeursplein arriveerden op 23 augustus om 11.30 uur twee bussen met de WJD-pelgrims van het Aartsbisdom Utrecht. Het gezelschap onder leiding van jongerenwerker Hao Tran en vicaris Pauw kwam van de hete Madrileense zon wel in de Utrechtse regen terecht, maar het enthousiasme van de WJD was nog volop aanwezig. Mede namens aartsbisschop Eijk was hulpbisschop H. Woorts op het Jaarbeursplein om de jongeren in Utrecht te verwelkomen. Aartsbisschop Eijk en mgr. Woorts waren beiden een dag eerder teruggekeerd van de Wereldjongerendagen. Ook zij kijken terug op een zeer geslaagde WJD.

“De Eucharistieviering met de Heilige Vader, die door ruim anderhalf miljoen jongeren werd bijgewoond en daarmee een van de grootste jongerenevenementen ter wereld is, was een onvergetelijk hoogtepunt van de Wereldjongerendagen te Madrid,” zo vertelt mgr. Eijk. “Maar ook de andere onderdelen van de WJD mochten er wezen. De jongeren van het Aartsbisdom Utrecht waren zeer tevreden over het mooie en inspirerende programma dat hen voorafgaand in het aartsbisdom Zaragoza was aangeboden. De diverse catecheses door bisschoppen en anderen werden met grote aandacht gevolgd en boden de nodige stof om over na te denken en onderling te bespreken. De Eucharistievieringen, de diverse momenten van Aanbidding en andere gebedsvieringen woonden de jongeren met grote devotie bij. Ik heb de stellige indruk dat veel jongeren die hebben deelgenomen aan de WJD, meer standvastig in het geloof in Jezus terugkeren en dieper in Hem zijn geworteld dan toen zij vertrokken.”

Ook mgr. Woorts is enthousiast teruggekeerd: “Ik ben zeer dankbaar dat ik deze WJD heb mogen meemaken! Het was een grote vreugde, verrijking en versterking van ons geloof en Kerk-zijn. Er waren vele indrukwekkende momenten, maar de Eucharistie met paus Benedictus XVI en met meer dan anderhalf miljoen jongeren van over heel de wereld was ook voor mij het hoogtepunt. Er werd met veel aandacht gebeden, geluisterd, gezongen. Wat ik hoop dat de jongeren mee terug nemen naar Nederland? Het besef dat God van ze houdt, dat zij vrienden van onze Heer Jezus zijn en dat zij voor de Kerk en de wereld een zegen zijn.”