Willibrordvespers in Utrechtse kathedraal
De jaarlijkse Willibrordprocessie in Utrecht (op de tweede zondag van september) kon dit jaar vanwege de coronaviruspandemie niet doorgaan. Plebaan Boogers: “De Willibrordusschrijn bleef dit jaar present onder het altaar in onze St. Catharinakathedraal. Wel konden wij de Vespers vieren in de St. Catharinakathedraal.” Kardinaal Eijk was zondag 13 september de agens, hij hield een homilie over christelijke verkondiging in de 21ste eeuw.
De Utrechtse aartsbisschop memoreerde dat de heilige Willibrord en zijn metgezellen “aan het einde van de 7de eeuw ons Christus en Zijn Evangelie leerden kennen.” Inmiddels staat Nederland, zoals heel West-Europa en trouwens ook Noord-Amerika, er heel anders voor, aldus kardinaal Eijk. “We leven in een post-christelijke cultuur, dat wil zeggen: een cultuur die nog niet zo lang geleden door en door christelijk was, maar dat nu niet meer is. … Dat maakt het leven voor christenen er niet gemakkelijker op. Bijvoorbeeld artsen die op basis van hun christelijke geloofsovertuiging geen abortus of euthanasie willen verrichten, kunnen daar bij het vinden van werk problemen door krijgen.”
Kardinaal Eijk haalde het advies aan uit de lezing uit de brief aan de Hebreeën: ‘Gedenkt uw leiders die u het eerst het woord van God verkondigd hebben. Haalt u weer hun leven en de afloop van hun leven voor de geest; neemt een voorbeeld aan hun geloof.’ “Onze eerste geloofsverkondigers waren monniken. Wat kunnen we van hen leren?”
Hij verwees naar het boek ‘De keuze van Benedictus’ van de Amerikaanse auteur Rod Dreher. Toen de stad Rome moreel in verval raakte, trok Benedictus zich met gelijkgezinden terug in kloosters. Daar hielden zij na de val van het Romeinse Rijk zowel de Romeinse beschaving als de christelijke cultuur in stand. Kardinaal Eijk: “Dreher bedoelt niet dat christenen zich in deze post-christelijke cultuur maar helemaal uit de wereld moeten terugtrekken om in kloosters te gaan wonen. Zij moeten vooral in de samenleving en de politiek actief blijven en daar hun stem laten horen. We moeten bovendien het Evangelie openlijk blijven uitdragen.”
Daarbij is het belangrijk “dat onze christelijke geloofsgemeenschappen hechte gemeenschappen zijn, waarin christenen elkaar in hun geloof steunen en het geloof in Christus aan anderen en de volgende generaties overdragen.”
Ook Willibrord en de andere monniken die ons Jezus leerden kennen, trokken zich niet alleen maar terug in hun kloosters. Zij trokken er ook op uit om Christus te verkondigen, zo benadrukte de kardinaal. “Vreemdeling zijn te midden van andere volken met het Evangelie als boodschap valt niet mee. Daarbij is de steun van een gemeenschap onontbeerlijk. … Laten we hopen en bidden dat onze christelijke gemeenschappen iets mogen leren van ‘de leiders die ons het eerst het geloof hebben verkondigd’, de Engelse, Schotse en Ierse monniken en hun kloosters in de 7de en 8ste eeuw: dat het hechte, krachtige geloofsgemeenschappen worden, die er doelbewust voor kiezen om christenen een huis te bieden waarin zij daadwerkelijk steun vinden om hun geloof in Jezus in onze post-christelijke cultuur te beleven en ervoor uit te komen.”