NRC Handelsblad bericht vandaag (8 maart 2014) over de besteding van geld van de Stichting Caritas Moeder Theresa. Deze stichting beheerde een erfenis uit 1995 met als doel “het verstrekken van hulp en ondersteuning in de ruimste zin aan de meest verlatenen en uitgestotenen van de maatschappij in Utrecht en omgeving,” bij voorkeur door de zusters van de congregatie van de Missionaries of Charity.

Deze congregatie heeft zich echter nooit in Utrecht gevestigd. De twee bestuursleden van de stichting kardinaal Simonis en voormalig bisdom-econoom J. Klok hebben sindsdien meermalen geld uit deze stichting ingezet voor andere doeleinden, waaronder de slachtoffers van seksueel misbruik in de R.-K. Kerk. Ook in 2012 is een deel van het geld van deze erfenis besteed aan deze hulp. Dit was dus een voortzetting van beleid waartoe de toenmalige bestuursleden van deze stichting, kardinaal Simonis en J. Klok, hebben besloten.
Door de nu ontstane discussie over de juistheid van deze beslissing zal het Aartsbisdom Utrecht de interne procedures op dit terrein evalueren, met name waar deze een voortzetting zijn van de periode van vóór 2008, toen het huidige bisdombestuur aantrad. Mensen die geld met een bepaalde bestemming aan het aartsbisdom schenken, moeten erop kunnen vertrouwen dat het de juiste besteding krijgt. Daarover wil het huidige bisdombestuur geen enkel misverstand laten bestaan.