De groep bedevaartgangers uit het Aartsbisdom Utrecht vormde op 30 april de ‘kopgroep’ van de Lichtprocessie, die elke avond over het heiligdom trekt. Utrechtse jongeren hadden daarbij letterlijk een zware verantwoordelijkheid: zij droegen de baar met daarop het Mariabeeld. Achter de Utrechtse bisdompelgrims kwam de lange stoet mensen uit vele landen, die elk met een kaarsje in de hand zingend en biddend meeliepen.

Bij aanvang van de Lichtprocessie om 21.00 uur was het nog licht, naarmate de stoet vorderde viel de duisternis in. Op het moment dat de eerste groep de Rozenkransbasiliek bereikte, was het donker en kregen de vele kaarsjes hun maximale effect. Het jongerenkoor Carpe Diem dat in een aantal vieringen zingt van deze bedevaart van het Aartsbisdom Utrecht, zong ook tijdens deze Lichtprocessie. Kardinaal Eijk gaf aan het slot van de processie bovenaan de trappen van de Rozenkransbasiliek de zegen aan de lichtgevende mensenzee die zich op het plein had verzameld.