Aartsbisdom > Bedevaart > Bedevaart Heilig Land > Utrechtse pelgrims bezoeken rotsstad Petra

Utrechtse pelgrims bezoeken rotsstad Petra

De Utrechtse pelgrims ontwaakten op 14 november in Jordanië in een hotel dat zijn naam eer aan deed: het Petra Panorama hotel. Toen ze hun gordijnen opendeden, keken ze uit over een fraai panoramisch berglandschap. Op het programma die dag stond een bezoek aan de rotsstad Petra, ooit de hoofdstad van de Nabateeërs. De stad was alleen toegankelijk via een kloof en is voor een groot deel uitgehakt uit rode rotsen. Vijf dagen eerder was de situatie heel anders: toen moesten vanwege noodweer en overstromingen vele toeristen uit Petra geëvacueerd worden. Nu scheen geregeld de zon en was van dat watergeweld weinig meer te zien.

De Nabateeërs waren een Arabisch volk uit de klassieke oudheid. Hun hoofdstad Petra lag gunstig vanwege diverse handelsroutes, belastingen daarop maakten de Nabateeërs zeer rijk. De rotsstad Petra bestond uit woningen, tempels en graftombes. De Nabateeërs reisden ver en dat is terug te zien in de verschillende bouwstijlen, zo vertelde gids Mouja tijdens de rondleiding. Oorlogen en een zware aardbeving zorgden ervoor dat de stad uiteindelijk werd verlaten. Lange tijd was het bestaan van deze ruïnestad vergeten, totdat deze in 1812 door een Zwitser werd herontdekt.

Eén van de hoogtepunten van Petra is ‘De Schatkamer’, eigenlijk een graftempel. Dit monument zien de bezoekers langzaam opdoemen als ze vanuit de kloof de plek naderen waar deze uit de rotswand is gehouwen. Om het verrassingseffect te vergroten, vroeg gids Mouja de Utrechtse pelgrims hem te volgen en niet op te kijken tot hij een seintje gaf. Wie zich zolang kon inhouden, kreeg het prachtige bouwwerk in één keer op zijn netvlies. Niet iedereen had zich echter kunnen bedwingen, zo bleek.

Aan het begin van de avond vierden de pelgrims de Eucharistie in een zaal van het hotel. Mgr. Woorts stond in zijn preek stil bij de Evangelielezing over de dood van Christus aan het kruis. Na zijn dood werd hij met een lans gestoken, waarna er bloed en water uit zijn zijde stroomde. “Als sinds de oud-christelijke tijd wordt dit verstaan als het water van het doopsel en het bloed van de Eucharistie,” aldus mgr. Woorts. “De Heer wil ons blijven voeden, zoals eens het Joodse volk in de woestijn ook van water werd voorzien. Hij verkwikt naar ziel en lichaam. De Heer blijft bij ons, we hopen dat dit geloof deze dagen in het Heilig Land mag worden versterkt en dat dit geloof later bij terugkomst iets mag zijn waar anderen zich bij ons aan kunnen laven.”

 

Henk Duivenvoorde (79) uit Ugchelen (Emmaüsparochie) is zeer onder de indruk van Petra. Dat gaat verder dan het ontzag dat alle bezoekers hebben voor de natuurlijke schoonheid van de rotspartijen en de daarin uitgehouwen stad – Petra is niet voor niets één van de zeven nieuwe wereldwonderen. Duivenvoorde heeft namelijk als hobby bouwgeschiedenis en was van beroep bouwkundige, dus weet hij als geen ander voor welke uitdagingen de bouwers destijds stonden.
“Ik had me vooraf niet gerealiseerd dat het complex zo omvangrijk is,” vertelt hij na de voettocht door de kloof en het achterliggende terrein. “Er is hier een hele stad gebouwd, zonder enig constructief element. De constructie is opgebouwd geheel vanuit de kennis en kunde die ze hadden van de plaatselijke zandsteen. De bouwwerken hier konden niet anders gebouwd worden, omdat ze precies de aderstructuur in de steen volgden. Daarom zijn sommige naastgelegen graven op verschillende hoogtes uitgehakt.”
Als bouwkundige was hij werkzaam in de utiliteitsbouw: hotels, winkelcentra, ziekenhuizen. En ook zeven kerken. “Zo heb ik de kerk van Slagharen getekend en heb ik ook meegewerkt aan de Martinuskerk in Doesburg. Ik zeg wel eens: ik heb alles gebouwd, behalve een gevangenis.”

Eerder dit jaar ging Duivenvoorde mee met de bisdombedevaart van het aartsbisdom naar Lourdes. Hij zou eigenlijk met zijn vrouw gaan, maar zij overleed. “Pastoor Daggenvoorde zei toen tegen me: ‘Je moet toch gaan!’ Dat is me heel goed bevallen. Eenmaal thuis heb ik meteen deze bedevaart naar het Heilig Land geboekt.” Het viel hem op hoe lief de mensen tegen elkaar doen in Lourdes. “Ik heb nog steeds contact met mensen die zagen hoe moeilijk ik het daar soms had.” Hij schiet even vol bij de herinnering. “Ik krijg nog dagelijks mail van ze, ook tijdens deze bedevaart.”

Hij is benieuwd hoe hij de dagen in Israël zal beleven. “Ik ben katholiek opgegroeid, maar in Nederland leven we in een maatschappij die niets doet om het geloof te bevorderen. Nederland ontkerkelijkt, hoe beleef je dan je geloof als je in Israël bent?” Positief zijn is belangrijk, benadrukt hij. Hij moet terugdenken aan vijftien jaar geleden, toen hij vanwege darmkanker al bijna was opgegeven. “Gelukkig behoorde ik tot een kleine groep die mee mocht doen met een farmaceutische studie. Ik heb het uiteindelijk gered. Daarvoor ben je ook dankbaar, dat je hier nu mag lopen. Ik geniet van elke seconde.”