Aartsbisdom > Nieuws > Utrechtse pastores bezoeken Nationaal Holocaustmuseum

Utrechtse pastores bezoeken Nationaal Holocaustmuseum

Pastores van het Aartsbisdom Utrecht bezochten op vrijdag 17 januari (Dag van het Jodendom) het Nationaal Holocaustmuseum in Amsterdam. Deze Dag van het Jodendom wordt sinds 2008 in de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland gehouden. Vorig jaar was er op deze dag een bijeenkomst in de Synagoge van Arnhem, waar kardinaal Eijk en rabbijn Jacobs inleidingen verzorgden. Diaken prof. dr. Henk Schoot (Diocesane Werkgroep Kerk en Jodendom): “Dit jaar was de opzet meer bescheiden van aard, maar vreugdevol door het akkoord over een staakt-het-vuren in Gaza, juist op deze dag.”

De delegatie, waarvoor alle leden van pastorale teams waren uitgenodigd, stond onder leiding van mgr. Woorts, bisschoppelijk referent Kerk en Jodendom en voorzitter van de Diocesane Werkgroep Kerk en Jodendom. Diaken Schoot: “Het museum bereidde ons een zeer hartelijk welkom in de persoon van mw. Abrams. Zij vertelde spontaan over haar Joodse geschiedenis en Joodse leven nu en hoe dit vervlochten is met Israël en met de Holocaust, de vernietiging van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Aan deze Holocaust is het museum gewijd. Het pand bevindt zich tegenover de (voormalige) Hollandse Schouwburg waar tijdens de oorlog tienduizenden Amsterdamse Joden zich moesten melden voor deportatie naar Westerbork en uiteindelijk de vernietigingskampen. Vanuit de Hollandse Schouwburg werden niettemin honderden kinderen naar de crèche aan de overkant gesmokkeld om vandaaruit naar onderduikadressen gebracht te worden. In het museum is de tuin te zien waar de kinderen over een muur werden getild, met foto’s en gefilmde getuigenissen van sommigen van hen, en ook de inpandige vluchtweg.”

In het Holocaustmuseum is vooral aandacht voor persoonlijke verhalen en concrete voorwerpen, van daders, verraders en vooral slachtoffers. Diaken Schoot: “Zoals het levensverhaal van George Maduro, naar wie Madurodam is genoemd. Een ziekenhuisschort waarin een Joodse vrouw aan de bezetter kon ontkomen. Een oproepbrief om je te melden voor ‘werkverruiming in Duitschland’, met een precieze opgave van wat men mee mocht nemen (‘2 onderbroeken’). Een zelfgemaakte miniatuurstamper, om de enkele aardappelen in de soep van het kamp te kunnen prakken om zo de soep smakelijker te maken. Een kille verklaring van het Rode Kruis na de oorlog waarin het overlijden van Simon Vleeschhouwer te Auschwitz wordt vastgesteld: ‘Aan de gevolgen van gasverstikking overleden.’ Dat alles in chronologische volgorde, die wordt benadrukt doordat op de muur alle opeenvolgende anti-Joodse verordeningen die de bezetter afkondigde worden opgesomd. Zo ontstaat het beeld van een fuik waaruit ontkomen nagenoeg onmogelijk was. Aan het slot van de tentoonstelling is er ruimte voor gestolen kunst, maar ook voor zogeheten verwerkingskunst, waaronder een indrukwekkende opstelling van een groot aantal verticaal gestreepte vazen, als ware het kampgevangenen, ter nagedachtenis aan overleden familieleden.”
“We bezochten ook de Hollandse Schouwburg aan de overkant, of wat daarvan nu nog over is, achter de pui van weleer. Bij het afscheid zei de Joodse gastvrouw tegen de hulpbisschop: ‘De Heer gaat met u,’ waarop deze antwoordde: ‘En ook met u.’ De vrouw protesteerde: ‘Nee, ik ben niet gelovig,’ maar de hulpbisschop antwoordde dat dat goddelijke bijstand niet uitsloot.”

Het bijzondere bezoek werd afgesloten met een onderlinge uitwisseling van ervaringen, waaraan ook mw. Abrams weer deelnam. Diaken Schoot: “We waren onder de indruk van wat we gezien en gehoord hadden, en zetten de hartelijke en respectvolle dialoog voort. Wat zou je gedaan hebben, toen, en wat kun je doen, nu? Een bezoek aan het Holocaustmuseum en de Hollandse Schouwburg kan van harte worden aanbevolen!”


De broertjes Raphael en Franklin. Zij waren apart van hun ouders en familie ondergedoken. In februari 1944 zijn zij verraden, afgevoerd en daarna in een concentratiekamp vergast.

Tags: