Uitwisseling en verdieping tijdens studiedag Caritas
In het Titus Brandsma Huis in Deventer werd op 25 november een ontmoetings- en studiedag gehouden voor bestuursleden en werkgroepleden van Parochiële Caritas Instellingen (PCI) in het Aartsbisdom Utrecht. Het programma van de bijeenkomst met zo’n 80 deelnemers stond in het teken van toeleiding, toerusting, projectmatig werken en horizontale verdieping. Namens het Aartsbisdom Utrecht waren mgr. Hoogenboom en diocesaan diaconaal werker diaken Tom van Vilsteren naar Deventer gereisd.
In Nederland leven ongeveer 1 miljoen mensen onder de armoedegrens. Vanuit de overheid en in de samenleving zijn er talloze initiatieven om de armoede te bestrijden en hulp te bieden. De R.-K. Kerk kent daarvoor Caritas. Op 25 november stonden diverse vragen centraal: hoe geven PCI’en vorm aan Caritas en tot welke concrete activiteiten zou dit kunnen leiden rond armoedebestrijding? PCI’en beschikken over middelen om mensen te helpen, maar om wie gaat het? Hoe komen we in een tijd van individualisering de doelgroepen op het spoor? Wat kunnen we leren van organisaties als de voedselbank en Schulphulpmaatje en hoe kunnen we elkaar versterken? ‘s Ochtends werd een korte animatiefilm gepresenteerd, die informatie geeft over de ondersteuning van de Parochiële Caritas Instellingen door het Aartsbisdom Utrecht.
Warme jassen
Vier PCI’en gaven tijdens deze studiedag een presentatie over hun werkzaamheden. Anita Straatman van de PCI H. Lebuinus (Deventer) vertelde over het Meester Geertshuis, winnaar van de Ariëns Prijs voor Diaconie 2022. Dit inloophuis wordt inmiddels gesteund door 15 kerken en heeft onder meer een spreekuur voor hulpvragen. Straatman: “Daar zitten deskundige vrijwilligers met korte lijnen naar instanties en een goede bereikbaarheid. Hierdoor behoort het shoppen bij diverse kerken met dezelfde hulpvraag tot het verleden. En het is voor de veiligheid van de medewerkers ook goed dat er altijd diverse medewerkers aanwezig zijn.”
Samen met de vrijwilligers heeft deze PCI haar missie omschreven: voor het realiseren daarvan wil de PCI H. Lebuinus in de periode 2023-2026 fysiek en digitaal zichtbaar zijn voor en in verbinding zijn met haar omgeving zodat ze voor hulpzoekenden goed te vinden en gemakkelijk te benaderen is. Edwin Dorland gaf vervolgens een toelichting op het warme jassen project van deze PCI. “In Olst, Wijhe en Deventer bereiken we met dit project onze doelgroep. Het idee is overgewaaid uit Dublin. In de binnenstad van Deventer konden mensen een warme jas brengen of halen, dat werkte heel goed. Deze actie leverde veel aandacht op in de lokale pers en via sociale media. Inmiddels hebben we dankzij de inzet van 41 vrijwilligers al 838 mensen van een warme jas voorzien. En er zijn veel contacten gelegd met onder andere de gemeente en de voedselbank,” aldus Dorland. “Jassen zijn directe hulpverlening maar ook een manier om de zichtbaarheid te vergroten zodat andere hulpvragen gesteld kunnen worden – die verwijzen we vaak door naar het Meester Geertshuis.”
Digitale formulieren
Tom Paffen (PCI Onze Lieve Vrouw van Amersfoort) nam met de aanwezigen hun caritas website door waar mensen aanvragen voor hulp kunnen doen. Er zijn drie digitale formulieren te vinden: voor mensen met een hulpvraag, voor hulpverleners die iemand willen voordragen voor steun en één voor financiering voor een project/activiteit. Volgens Paffen is het aantal individuele hulpvragen dat de Caritas bereikt via de website beperkt, maar weten hulpverleners de site wel goed te vinden – zij zorgen voor 75 procent van de aanvragen. Paffen: “Het afhandelen van de aanvragen kost een werkgroep zo’n drie uur per week. We krijgen een pop-up bericht als een aanvraag wordt ingediend. Als het lukt, gaan we op huisbezoek of bellen we de hulpverlener om tot een goede beslissing te komen. Binnen een week nemen we het besluit. Het aantal aanvragen is de afgelopen periode duidelijk gegroeid.”
Beate Nieuwhuis vertelde over de PCI Lumen Christi (Denekamp). “Het bestuur telt acht leden, elke locatie is vertegenwoordigd. Via donaties, collectes en allerlei acties krijgen we onze inkomsten. We hebben geen aparte werkgroepen maar doen het werk als PCI-bestuur zelf en brengen de spullen zelf bij de mensen thuis. Bijvoorbeeld de kerstpakkettenactie maar ook de zeepactie. Dat is een pakket met verzorgingsprojecten dat naar 275 cliënten van de Voedselbank Oost Twente is gegaan.”
Aan naamsbekendheid wordt gewerkt via het parochieblad, de website, Facebook en visitekaartjes. “We hebben een groot netwerk en zien dus wie het nodig hebben en wie niet. We hebben een adressenbestand en houden contact met de armoedecoördinator van de gemeente – via haar is een brief verspreid namens de Caritas zodat we meer bekendheid krijgen. Maar ook vanuit de voedselbank en via via krijgen we hulpvragen binnen.”
Huis-aan-huis
PCI St. Willibrordus (Caritas de Liemers) ontving een dag eerder kardinaal Eijk en mgr. Hoogenboom tijdens hun diaconale werkbezoek. Voorzitter Ans Gasseling en Cor Wijtvliet (locatie Zevenaar) vertelden in Deventer over hun aanpak. Gasseling ging onder meer in op hoe ze aan de broodnodige naamsbekendheid werken: “Zo hebben we op de mantelzorgmarkt gestaan, een banier laten maken, we zoeken veel publiciteit in de lokale media en we bezorgen nog ‘ouderwetse’ folders huis-aan-huis. Die verspreiden we in een kleine gemeenschap en dat werkt goed. De contacten leveren individuele hulpvragen op die we doorgeleiden naar de werkgroepen.”
Wijtvliet van de werkgroep in Zevenaar deed hun werkwijze uit de doeken: praktisch en snel werken, in tweetallen op huisbezoek. “Voorheen financierden we vooral organisaties zoals de voedselbank, nu richten we ons meer op individuele hulpvragen.” Bijvoorbeeld witgoed aanschaffen voor een gezin in financiële nood of voedselbonnen. “Ik ben echt verbijsterd door de armoede die we soms aantreffen. We bieden niet alleen noodhulp maar ook steuntjes in de rug, door de aanschaf van een fiets of hulp bij de inrichting van een woning. Door een kennismakingsronde langs allerlei instanties en organisaties verenigd in het armoedeplatform weten steeds meer mensen ons te vinden.”
‘Kroon van ons doopsel’
Diocesaan diaconaal werker Tom van Vilsteren vertelde tijdens deze studiedag iets over de kritische succesfactoren voor projecten die een PCI ondersteunt of zelf start. Daartoe reikte hij een document uit dat ook online is te raadplegen. Van Vilsteren: “Deze kritische succesfactoren – omvang, deadline, budget, doelen, kwaliteit, samenwerking, levering, middelen en menskracht, risicobeheer en documentatie – vormen het uitgangspunt voor praktische richtlijnen. Die kunnend helpen om te beoordelen of een project haalbaar is en past binnen de doelstelling van Caritas.”
Mgr. Hoogenboom dankte in zijn slotwoord de aanwezigen voor hun komst en voor het werk dat zij voor de Caritas doen. Hij verwees naar de panelen die de Meester van Alkmaar begin 16de eeuw schilderde van de werken van barmhartigheid. Daarop is steeds Christus te zien, bijvoorbeeld in de rij staand voor een stuk brood. “Dat lijkt sterk op de huidige voedselbank. U ziet: we zijn niet van gisteren maar staan in een lange traditie.” Hij vertelde over een Afrikaanse vrouw, ‘moeder van 10.000 kinderen’, die bij een ontmoeting met koningin Beatrix zei dat ze ook een kroon droeg – “de kroon van ons doopsel. Tijdens de synode in Rome waaraan ik in oktober deelnam is een week lang gesproken over hoe we ons doopsel dragen. U doet dat met uw hart, zo aanstekelijk dat ook anderen daarbij willen horen.”
Tags: caritas, Diaconie