Symposium over Europa van drie Utrechtse kathedralen
In Utrecht vond op 9 mei (‘Europadag’) een symposium plaats over de toekomst van Europa. Het werd ingeleid met een oecumenische vesperviering in de Domkerk. “Het lijkt in de discussie over Europa alleen nog te gaan over tekortkomingen van de EU en over geld, waardoor de doelstellingen en idealen uit het oog raken,” aldus de organisatie. Drie sprekers lieten hun licht schijnen over het project Europa: dr. Margriet Krijtenburg, prof. dr. Ger Groot en prof. dr. Erik Borgman.
Europadag wordt in de EU-landen sinds 1985 op 9 mei gevierd omdat op die datum in 1950 de Franse minister Robert Schuman in een verklaring pleitte voor een organisatie om de Franse en Duitse productie van kolen en staal onder gemeenschappelijk beheer te plaatsen. Het symposium was een initiatief van de ‘drie Utrechtse kathedralen’ (de R.-K. St. Catharinakathedraal, de Oud-Katholieke St. Gertrudiskathedraal en de Protestantse Domkerk).
Voorgangers tijdens de oecumenische vesperviering waren mgr. Hoogenboom, pastoor Wietse van der Velde (Oud-Katholieke Kerk), ds. Netty de Jong-Dorland (PKN) en mw. Silke Tosch (bestuurslid van de Konferentie van Europese Kerken). Na afloop trokken de deelnemers naar conferentiecentrum ‘In de Driehoek’ (naast de Oud-katholieke kathedraal).
Dr. Margriet Krijtenburg is gepromoveerd op Schumans gedachtegoed en toonde zich een enthousiast pleitbezorger van Schuman (1886-1963). Schuman is tegenwoordig namelijk onbekend, zo stelt Krijtenburg geregeld vast: “Dan vragen mensen me: ‘Schuman? Is dat niet die componist?’ Dat is zo jammer, want Schuman heeft enorm veel betekend.” Schuman begon volgens haar de eerste vredevolle revolutie in Europa, door samenwerking op het gebied van kolen en staal (“voorheen juist middelen ter oorlogsvoering”), teneinde vrede en veiligheid te bewerkstelligen.
Het is volgens Krijtenburg zeer relevant om door Schumans bril de huidige Europese problematiek te beschouwen. Schuman “deed een sprong in het onbekende. Hij stelde de mens centraal, niet de economie. Hij waarschuwde dat als de EU te veel zou gaan over de economie, de zaak uit elkaar zou kunnen vallen. Verder adviseerde hij om de groei van de EU in ‘baby steps’ te laten plaatsvinden. In tegenstelling tot zijn advies zijn het tot nu toe enorme stappen geweest. Dat verklaart mede de huidige weerstand tegen Europa en de opkomst van het populisme. Ook benadrukte hij het belang van subsidiariteit en solidariteit, ook met mensen buiten Europa.” Schuman wijst een mogelijke weg naar oplossingen uit de huidige crisis waarin Europa verkeert, aldus Krijtenburg: “Er is een paradigmawisseling nodig, de mens moet weer centraal staan.”
Filosoof/publicist Ger Groot wees onder meer op een manco in het Europese project dat aanvankelijk een sterktepunt leek: “Hoe christen-democratisch de aanvankelijke ideeën over een verenigd Europa ook geweest mogen zijn, de marsroute volgens welke de eenheid en ‘solidariteit’ daarvan vorm moest krijgen, lijkt veeleer marxistisch geïnspireerd. Eerst zouden de economieën van de (kern)landen aan elkaar gekoppeld moeten worden; daarna zou ook een inhoudelijke, culturele en morele toenadering volgen, de economische ‘onderbouw’ bepaalt de culturele ‘bovenbouw’: dat is het marxistische eraan.”
Pas laat ging men zich in Europa daarover vragen stellen, aldus Groot. “Wat de ideële grondslag van de unie moet zijn, komt pas werkelijk ter tafel wanneer er na bijna een halve eeuw een Europese Grondwet daagt – we weten hoe het daarmee is afgelopen.” Een verwijzing naar de geschiedenis van deze idealen (voortgekomen uit de joods-christelijke traditie) kwam er niet.
“Dat humanistische ideaal lijkt op die manier te zijn voortgekomen uit een soort ‘zuivere rationaliteit’ die even tijdloos als plaatsloos is” – Groot vergeleek deze opvatting met het Verlichtingsdenken uit de 18de eeuw. “Deze neiging tot abstract universalisme is terug te vinden in de homogeniseringstendens in de Europese richtlijn en bepalingen.”
Het heeft zich nog niet laten corrigeren door het complement van het 18de / 19de eeuwse romantische besef van tijd en plaats in hun specificiteit. Het Europese project is geworteld in een concrete werkelijkheid, die niet alleen een gedachtenconstructie zonder tijd of ruimte is, aldus Groot.
Theoloog Erik Borgman stelde dat “een vitaal Europa een precair Europa is. Het is niet vanzelfsprekend dat volken samenwerken.” De EU ontstond door het besef dat we redding nodig hebben en dat daarvoor verzoening nodig is, aldus Borgman. En dat besef leefde volgens hem niet alleen bij politici en bestuurders zoals Schuman, maar ook bij gewone burgers. Als voorbeeld noemde hij de internationale bedevaarten die Pax Christi organiseerde, met een gelijk aandeel aan Franse en Duitse deelnemers. “Aan de huidige omgang met Griekenland – dat al zijn schulden moet terugbetalen – merk je het verschil met de EU eind jaren veertig,” aldus Borgman.
Europa wil de eigen geschiedenis ontkennen en wordt steeds abstracter, betoogde hij. “Dat Europa van de maakbaarheid blijkt uit de bureaucratie maar ook uit het plaatsen van hekken. Daarmee wil men de dreiging buiten houden, maar men begrijpt niet dat de situatie aan beide kanten verandert – mensen aan deze kant van het hek worden angstiger. En bedenk: we spreken nu over een vluchtelingencrisis, maar in Afrika trekken al decennialang vluchtelingen rond. De generositeit waar Europa ooit mee begon, is tegenwoordig ver te zoeken.”