Stadsprinses Martina den Vierde van de Carnavals Federatie Utrecht (CFU) bracht op 19 januari met adjudant Steef en haar gevolg een bezoek aan kardinaal Eijk. Mgr. Hoogenboom was dit jaar verhinderd wegens verplichtingen in Brussel. De Utrechtse aartsbisschop heette de Stadsprinses van Leemput (zoals Utrecht in carnavalstijd heet) van harte welkom. Aan het eind van de audiëntie overhandigde Martina den Vierde haar medaille aan kardinaal Eijk.

Op deze medaille is onder andere een cartoon afgebeeld van een saxofoon spelende Domtoren – een verwijzing naar Stadsprinses Martina den Vierde die al jaren actief is in de Utrechtse carnavalsvereniging en onder meer saxofoon speelt in een dweilorkest.

Het is al enkele decennia gebruikelijk dat de Stadsprins of Stadsprinses van Leemput met zijn/haar gevolg wordt ontvangen door de aartsbisschop van Utrecht. Tijdens de audiëntie op 19 januari dankte CFU-voorzitter Hans Kock voor deze ontvangst en hij benadrukte dat de CFU deze jaarlijkse ontmoeting zeer waardeert. Ook vertelde hij over de activiteiten van de CFU, die dit jaar haar vijftigjarig jubileum viert. Dit wordt op 27 januari met een jubileumfeest gevierd.

Ook de traditionele Carnavalsmis kwam ter sprake tijdens de audiëntie. Deze werd decennialang gevierd in de Josephkerk in Utrecht, voorzitter Kock haalde herinneringen op aan deze periode. Enkele jaren geleden werd de Josephkerk aan de eredienst onttrokken, dit jaar vindt de Carnavalsmis daarom wederom plaats in de H. Willibrordkerk te Vleuten (Pastoor Ohllaan 34). Pastoor Peter Ambting van de parochie Licht van Christus is wegens verplichtingen elders verhinderd, celebrant is dit keer Anton ten Klooster.
Kardinaal Eijk dankte de stadsprinses en haar gevolg voor hun komst naar de Maliebaan. Ook bedankte hij de leden van de Carnavals Federatie Utrecht voor hun inzet voor mensen: zo verzorgen zij onder meer een gezellige carnavalsmiddag voor mensen met een beperking. Voor de coronaviruspandemie uitbrak gingen leden ook vaak langs bij verzorgingshuizen, maar daar is tegenwoordig minder gelegenheid voor, zo vertelde voorzitter Kock.