Pelgrims vieren in de stad van Martinus van Tours
De heilige Martinus van Tours (in Nederland bekend als Sint Maarten) stond centraal tijdens de vierde dag van de bisdombedevaart. De pelgrims bekeken eerst de basiliek Saint Martin, om vervolgens in de crypte bij zijn grafmonument de Eucharistie te vieren. ‘s Middags bekeken ze de indrukwekkende gotische kathedraal Saint-Gatien, vernoemd naar de bisschop die het geloof naar deze streken bracht.
Tours was jarenlang de hoofdstad van Frankrijk en heeft een eeuwenoude geschiedenis, prachtige architectuur en rijke cultuur. De basiliek Saint Martin in Tours werd in neo-romaans-Byzantijnse stijl gebouwd tussen 1886 en 1924 ter vervanging van een kerk uit de 12de eeuw. Diverse ramen tonen voorstellingen (zoals zijn doop) uit het leven van de heilige Martinus van Tours (316-397), één van de grootste heiligen van het westerse christendom.
Hij wordt vereerd als toonbeeld van naastenliefde en goed herderschap. Beroemd is het verhaal dat Martinus als Romeinse soldaat (hij was toen een doopleerling) voor de poorten van de stad Amiens een bedelaar tegenkwam, die rilde van de kou. Uit medelijden sneed Martinus met zijn zwaard zijn mantel in tweeën en schonk de helft aan de bedelaar. Volgens de overlevering verscheen Christus hem daarna in een droom in de gedaante van die bedelaar. Na zijn priesterwijding werd Martinus in 372 tot bisschop van Tours gekozen. Hij had als bisschop een grote voorliefde voor de armen. Hij stierf op 8 november 397 en werd begraven op 11 november. Hij was de eerste niet-martelaar die als heilige werd vereerd. Martinus was de patroonheilige van de Franken en raakte zo ook in het huidige Nederland bekend. De Franken rukten in hun strijd met de Friezen op naar het noorden en namen hun heiligen mee. Later werden vele kerken in het gebied van de Friezen naar Martinus vernoemd, ook door de heilige Willibrord die hier missioneerde.
Diaken Lex Janssen verzorgde de preek tijdens de Eucharistieviering – hij is verbonden aan de St. Martinus parochie in Utrecht. Janssen memoreerde dat hij op de dag dat de uitslag van zijn eindexamen bekend zou worden, per post een ‘oproep’ kreeg van het Ministerie van Defensie. Hij moest zich melden bij een kazerne in Den Bosch, “we werden verwelkomd door een sergeant met de woorden: ‘vanaf nu staat u voor de komende 14 maanden onder de krijgstucht’.”
Volgens diaken Janssen kan de Kerk nog wel iets leren van hoe het er in het leger aan toegaat. “Want waarom staat er niet op elke doopkaars in dikke drukletters: oproep. Het doopsel is immers een oproep, een oproep tot christelijk leven. Niet 14 maanden, maar alle dagen die je gegeven zijn. Een leven waarin je onder de tucht van Jezus staat. En daarin is Jezus geen strenge sergeant, maar een leraar die het goede dat al in ons is, oproept, bijbuigt en richting geeft.”
Janssen: “Jezus leerde Zijn leerlingen en dus ons de gebedsregel: Uw rijk kome, op aarde zoals in de hemel. Dan is het heel nuttig om te weten hoe het er in de hemel aan toegaat, want het is onze opgave om het er op aarde ook zo aan toe te laten gaan.” En dat betekent niet alleen bidden voor een zieke, maar deze ook bezoeken. Niet alleen bidden voor een gevangen familielid, maar deze ook opzoeken. “Martinus houdt het nog korter, hij bidt woordeloos. Hij snijdt simpelweg zijn mantel in tweeën en kleedt zo de half naakte bedelaar.”
We kunnen volgens diaken Janssen overigens nog iets leren van het leger: het belang van herhalingsoefeningen. “Ook in de Kerk hebben we herhalingsoefeningen nodig. Een bijbelcursus, een gesprekskring of – zoals nu – een bedevaart. Impulsen om wat misschien een klein beetje is weggezakt, weer op te halen. Dat is goed, want wij staan allemaal onder de tucht van Jezus. En anders dan in het leger, zwaait u bij Jezus nooit af.”
Renilde is één van de pelgrims tijdens deze bedevaart, zij is werkzaam in het Justitiepastoraat. Ze vertelde na afloop van de preek over haar werk en benadrukte dat geen misdaad wordt goedgekeurd – dat gebeurt ook niet in de Bijbel – maar dat je wel aandacht kunt hebben voor de gevangene. Zo kreeg ze in de loop der jaren van velen van hen ervaringsverhalen te horen, die inzicht geven in hoe hun leven tot dit punt kwam.
Ze vertelde ook dat ze een vrouw eens een kruis gaf voor een meditatief hoekje in haar cel. De vrouw schreef vervolgens een gebed (‘Sluit Uw oren niet, o Heer’), dat Renilde voorlas. De vrouw schreef onder meer:
“Nu kijk ik naar U, zoals U daar hangt aan het kruis.
Ook U heeft geleden. En wat voor lijden was dat! Zo groot.
En dat terwijl U onschuldig was. U heeft niets verkeerd gedaan.
Toch werd U belasterd, onteerd, veroordeeld, gegeseld, geslagen, vervloekt, gekruisigd.
U werd gedood aan een kruis.
Hoe heeft u vergiffenis kunnen schenken aan hen die U zo onrechtvaardig hebben behandeld? U hebt zelfs voor Uw vijanden kunnen bidden. Hoe toch?
Men zegt zelfs dat U zich heeft laten doden om Uw beulen te redden, om ons, zondige mensen te redden en ook om mij te redden.
Als dat zo is, Heer, dan is dat het bewijs dat men in zijn hart goed kan zijn, wat anderen ook over je zeggen en wat anderen ook van je vinden.
Want dat is en blijft de veroordeling van een menselijk rechtspraak.”
Na de lunch en enige vrije tijd in het centrum van Tours gingen de pelgrims naar de kathedraal van Tours. Deze imposante kerk (90 meter lang en 32 meter breed) telt vele glas-in-lood ramen. Sommige daarvan stammen uit de 13de eeuw, zoals het paneel met de Emmaüsgangers, maar er zijn ook modernere ramen geplaatst.
Moeder en dochter Marianne Rijsbergen en Kitty Goedings zijn beiden afkomstig uit de parochie St. Jan de Doper. Het is niet de eerste bedevaart waaraan ze samen deelnemen, vertelt Marianne: “Nadat mijn man een aantal jaren geleden overleed, werd ik uitgenodigd door de groep die de bedevaart naar Kevelaer organiseert. Daar had ik eigenlijk geen zin in, maar ik ben toch gegaan en dat deed me veel goeds. Kitty zei vervolgens: ‘Ik wil ook wel mee met zo’n bedevaart’ en het jaar daarop zijn we samen gegaan.” Dat was een mooie ervaring, dus volgden daarna meer gezamenlijke bedevaarten naar Banneux en in 2023 naar Lourdes, met 1.300 pelgrims uit het aartsbisdom. “Die bedevaart naar Lourdes was heel bijzonder,” vertelt Marianne.
Kitty: “We hoorden van een parochiane vervolgens over deze bedevaart naar Noord-Frankrijk en die leek ons mooi om mee te maken. We gingen ook vroeger elk jaar een weekje samen weg, dus dit past goed in die traditie.” Het is duidelijk anders dan een week Lourdes, zeker door de verplaatsingen per bus. “Het komt allemaal wel binnen,” zegt Marianne. “De preken zijn erg mooi en wat er aan uitleg wordt verteld is interessant. Vooral de viering vanmorgen maakte veel indruk, zowel de preek als het verhaal over de gevangenis.”
“Deze bedevaart doet mij ook veel,” aldus Kitty. “En volgend jaar gaan we naar Rome. Maar dan gaat mijn man ook mee, dus slapen mijn moeder en ik voor een keer niet op één kamer.”