Pelgrims na laatste Mariagroet weer thuis
Alle pelgrims van de Utrechtse bisdombedevaart naar Lourdes waren op 5 mei terug in Nederland. De TGV-pelgrims hadden 4 mei nog een volledige dag in Lourdes, die ze op verschillende manieren invulden. Een flink aantal treinpelgrims kwam samen voor een gezamenlijke Mis, sommige groepen vierden de Eucharistie met de eigen parochie. Ook maakte een aantal pelgrims een stadswandeling, waar andere groepen de Kruisweg (groot of klein) liepen.
Het was de viering waarin voor de laatste keer het projectkoor zong, dat in (bijna) alle vieringen onder (bege)leiding van Sonja Roskamp en Clemens Nieuwenhuis had gezongen. Organist Fons Kronenberg was voor het eerst mee met een Utrechtse bisdombedevaart. Het was ook de dag dat Riet Keizers uit Hengelo uit handen van mgr. Woorts de diocesane Sint Willibrord onderscheiding ontving – tot haar grote verrassing. Ze kreeg deze voor haar vele verdiensten in de parochie, met name ook voor haar Lourdeswerk: Riet was deze bisdombedevaart voor de 60ste keer in Lourdes, dit keer samen met haar dochter en kleinzoon en vele pelgrims uit haar parochie De Goede Herder.
Mgr. Woorts was hoofdcelebrant tijdens de gezamenlijke ochtendviering, rector Kuipers van het Ariënsinstituut verzorgde de preek. Hij vergeleek zijn eerste periode als pasgewijde priester van 25 met de twijfel van de profeet Jeremia: ‘Ach, Heer mijn God, ik kan niet spreken; ik ben veel te jong’ (Jer. 1, 6). Kuipers: “Maar we horen ook in deze lezing dat als God iets van je vraagt, Hij je altijd de kracht zal geven die je nodig hebt. Zo doet Hij Jeremia drie beloftes, drie bemoedigingen zou je kunnen zeggen. Die moeten we onthouden want ze zijn ook voor ons bestemd. Ten eerste: God kent je – Hij heeft een plan met ieder van ons. Ten tweede: God is bij je – je staat er dus nooit alleen voor. Ten derde: God helpt je te spreken – Hij zegt ons de woorden voor.”
God geeft mensen de kracht om hun taak te kunnen vervullen “en dat is ook wat we Jezus horen zeggen als hij Zijn apostelen de opdracht geeft om de wereld in te trekken. Dat is niet alleen de opdracht voor de apostelen maar ook voor ieder van ons. Dat valt niet altijd mee. … Daarom zijn er mensen nodig met enthousiasme en passie. Mensen die Gods stem hebben verstaan en zich geroepen weten om hun eigen geloof met delen met anderen. Deze dagen in Lourdes hebben we hopelijk mogen ervaren hoe mooi dát kan zijn: samen je geloof beleven, andere mensen ontmoeten. Maar ook: op het spoor komen van Gods plan met ons leven. We zijn geroepen om daar gestalte aan te geven in het leven van alledag. In goede én slechte tijden.”
Tijdens het slotlied ‘Te Lourd’ op de bergen’ trokken de pelgrims gezamenlijk de kerk uit, waar ze aan de oever van de Gave de laatste coupletten zongen, daarmee een laatste groet brengend aan Maria.
Paul Geraedts is afkomstig uit de parochie St. Jacobus de Meerdere (Enschede e.o.). Door omstandigheden kwam hij in Lourdes bij de groep van Hengelo met pastoor Oortman – “een heel hartelijke groep. Die mensen hebben me hier echt een tweede thuis gegeven.” Overigens was Paul nog niet eerder in Lourdes. Hij wilde er al wel heen, maar wist nog niet of de tijd rijp was. In de afgelopen periode nam hij bij enkele mensen uit zijn omgeving echter enige teleurstelling waar toen hij liet blijken misschien niet mee te gaan met deze bisdombedevaart. “Toen dacht ik: dan is het de bedoeling dat ik dit keer meega.”
En hij is blij met zijn besluit. “Niet alleen door de hartelijke ontvangst. Ook het direct ingezet worden – ik mocht deze dagen twee vrouwen in een rolstoel duwen. Dat is goed bevallen. Het was één van de manieren om dichter bij Maria te komen.”
De bedevaart in Lourdes was bovendien een beweging waarin Paul zichzelf kon kwijtraken: “Het was fijn om even gedragen te worden door alles.” Op dinsdag 1 mei ging hij naar de baden. “Tijdens de viering van barmhartigheid een dag eerder merkte ik dat ik in een gesprek met een priester niet de goede woorden zou kunnen vinden. Ik dacht toen dat dit in de baden waarschijnlijk wel zou lukken.” Het wachten met enkele mannen werd biddend en zingend in verschillende talen doorgebracht. In de baden ging Paul eerst door diverse ruimtes. “Eenmaal bij de baden werd ik het water ingedragen. Mijn armen trilden, het was een intense ervaring. Het deed me heel veel goed. Wat gezegd moest worden, is gebeurd.”
“Toen ik na afloop terugliep, zag ik het water van de Grot. Ik voelde sterk de behoefte om mee te bidden met het Rozenkransgebed in het Frans, dat op dat moment klonk. Ik was beter in staat om in eenheid met anderen te bidden. En ik huilde, er had blijkbaar iets in de weg gezeten.”