Pelgrims doen op weg naar huis Amiens aan
De pelgrims van de bedevaart naar Noord-Frankrijk reisden op 14 september via Amiens terug naar Nederland. In Amiens vierden zij de Eucharistie in één van de kapellen van de Notre Dame kathedraal: de grootste (145 meter lang en 70 meter breed) gotische kerk van Frankrijk. Na de viering gaf mgr. Woorts een korte rondleiding langs enkele bijzondere elementen van de kathedraal, waarna sommige pelgrims verzuchtten dat ze er graag meer tijd hadden doorgebracht. Zij werden op hun wenken bediend, want buitengekomen bleek de bus defect te zijn.
Gelukkig bleek het technische probleem redelijk snel te verhelpen, zodat de vertraging uiteindelijk beperkt bleek tot zo’n twee uur. Uren die de pelgrims benutten door de kathedraal nogmaals te bekijken of door in de zon op het kerkplein met elkaar terug te blikken op de afgelopen week.
Voordat de pelgrims de kathedraal (de eerste keer) bezochten, vierden zij de Eucharistie in Winterkapel. In zijn inleiding memoreerde vicaris Cornelissen dat de Kerk op 14 september het Feest van Kruisverheffing viert. “Het kruis van Christus werd volgens de overlevering gevonden bij een opgraving die werd uitgevoerd in opdracht van keizerin Helena. Dit kruis wordt bewaard in de H. Grafkerk in Jeruzalem, die op 14 september 335 werd ingewijd. Jaarlijks wordt op deze dag het kruis getoond en dit feest gevierd om zo aandacht te vragen voor de betekenis van het kruis: het gaat om de gekruisigde, Christus. De kruisiging is een teken van verzoening tussen God en de mens: ‘per crucem ad lucem’ – door het kruis naar het licht.”
In zijn preek stond vicaris Cornelissen stil bij de Evangelielezing, waarin Nikodémus ‘s avonds een geloofsgesprek heeft met Christus. Deze Nikodémus was een Farizeeër en behoorde tot de voornaamsten van de Joden. Cornelissen: “Dat het gesprek tussen hen in de avonduren plaats vond, is een teken dat Nikodémus nog niet in Christus geloofde. Je zou het dus een soort Alpha bijeenkomst kunnen noemen.”
In het gesprek verwijst Jezus naar Mozes die het Joodse volk na de uittocht uit Egypte veertig jaar door de woestijn leidde op weg naar het beloofde land. Tijdens deze tocht waren er veel ontberingen, ze kampten onder meer met giftige slangen. “Mozes hield daarop een bronzen slang omhoog: wie naar die slang opzag en geloofde, werd genezen. Dat was een voorafbeelding van Christus aan het kruis,” aldus Cornelissen. “Zoals die slang zou ook Hij opgeheven worden en wie gelovig naar Hem opziet, zal eeuwig leven ontvangen. Deze vreugdevolle boodschap wordt ons vandaag in Amiens verkondigd. Ook Nikodémus komt tot dat inzicht: wie Jezus ziet, ziet God. Hij werd volgeling van Jezus en legde diens dode lichaam in het graf. Hij zag met eigen ogen dat de Mensenzoon omhoog werd geheven en dat het kruis het teken werd van het eeuwig leven, van liefde tot het einde toe.”
Aan het eind van de viering zegende mgr. Woorts de devotionalia die de pelgrims in de afgelopen week hadden vergaard: van kaarsen tot medaillons en van rozenkransen tot gebedsprentjes.
De Notre Dame kathedraal in Amiens heeft grote overdekte galerijen en hoge ramen. Vooral bijzonder is de mooie uitstalling van beelden op de hoofdfaçade en in het zuidelijke dwarsschip. De kathedraal is vooral beroemd om de drie grote portalen van de westfaçade met de vele beeldhouwwerken (55 staande beelden, 112 medaillons met reliëfs). Dat deze behouden zijn gebleven tijdens de grote godsdienstoorlogen, de Franse Revolutie en de twee Wereldoorlogen is een klein wonder.
In de kathedraal bevindt zich het beroemde beeld van de ‘Vierge dorée’ (de vergulde Maagd), dat eeuwenlang op de trumeau van een zijportaal te zien was (daar staat nu een kopie). Dit beeld uit de 13de eeuw toont Maria die vriendelijk glimlacht naar haar Kind (en daarmee naar allen die haar benaderen).
Eeuwenlang was de kathedraal van Amiens een pelgrimsoord vanwege een belangrijke reliek: de schedel van de H. Johannes de Doper. Deze is van afstand te zien in een zijkapel. Elders in de kathedraal wordt ook een fragment van de schedel van Johannes de Doper bewaard.
Meer aandacht gaat tegenwoordig echter uit naar het beeldje ‘Ange pleureur’ (de huilende engel) uit 1636, gezeten op een graftombe. Dit beeldje is wereldwijd bekend geworden doordat militairen in de Eerste Wereldoorlog er ansichtkaarten van naar huis stuurden. Blijkbaar zagen zij het immens grote verdriet vanwege het leed van deze verwoestende oorlog terug in dit hemelse wezentje (in steen).
De kathedraal van Amiens heeft in de vloer ook een labyrint met zwart en wit marmer uit 1288, dat volledig vrij ligt om te betreden. Ook één van de Utrechtse pelgrims liep het labyrint.