PCI-dag over digitalisering en naamsbekendheid
In het Titus Brandsma Huis in Deventer werd op 23 november de jaarlijkse bijeenkomst gehouden voor PCI-besturen en vrijwilligers in het Aartsbisdom Utrecht. Digitalisering en naamsbekendheid van PCI’en waren de twee centrale thema’s van deze dag, die ook werd bijgewoond door mgr. Hoogenboom. Hij noemde deze dag “een hoogtijdag van de diaconie.” Op het programma van de PCI-dag stonden diverse presentaties, verder was er tijd ingeruimd voor uitwisseling in subgroepen en werd een animatievideo gepresenteerd over de organisatie en werkwijze van parochiële caritasinstellingen.
In zijn inleiding zei diocesaan diaconaal werker Tom van Vilsteren dat de meeste PCI’en die hij in de afgelopen jaren bezocht, actief en proactief zijn. Al is dat in de huidige tijd wel lastig, “vanwege de strenge regelgeving rond AVG. Het is dus moeilijker om namen te krijgen van mensen die hulp nodig hebben, dat betekent dat we creatieve wegen moeten zoeken. Daarbij hoeven we niet zelf steeds het wiel uit te vinden.” Dat geldt overigens ook voor succesvolle projecten, aldus Van Vilsteren: “Zo heeft het warme jassen project dat hier in Deventer is ontstaan, inmiddels in diverse parochies navolging gekregen.” Hij benadrukte ook dat digitalisering belangrijk is, maar dat fysiek contact altijd van belang blijft. Van Vilsteren: “Maar we moeten meer doen met minder mensen, daarbij kan digitalisering ons helpen.”
Na de presentatie van de nieuwe animatiefilm over het werk van PCI’en hield Maurice Steffin een presentatie over de nieuwe website van de caritas Vecht en Venen (parochie St. Jan de Doper). Daarbij lieten ze zich inspireren door de presentatie van de PCI van Amersfoort vorig jaar, aldus Steffin: “We begonnen letterlijk met vellen leeg papier, die we in diverse sessies met elementen zijn gaan vullen. Het doel van de website is mensen daadwerkelijk helpen, daarom is gekozen voor een eenvoudige opzet zodat hulp vragen en hulp bieden centraal staan.” Op de homepage is een button geplaatst met ‘ik wil hulp’ en is een prominente plek ingeruimd voor een quote: ‘Wat is het dapperste dat je ooit hebt gedaan? Hulp vragen’.” Steffin: “Er is vaak schaamte bij mensen om te vragen om (financiële) hulp. Vandaar dat we dit centraal hebben gezet.” Verder zijn er vanuit de diverse locaties nieuwsberichten op de site te vinden.
Aansluitend gaf Cees van Laarhoven (caritas Betuwe West) een presentatie over PR en communicatie en de inzet van een eigen website voor de caritas. Deze caritas van de Suitbertus parochie werkt samen met die van de parochie Johannes Paulus XXIII, waar Eef Goes als oud-ICT’er acht jaar geleden een website bouwde “omdat een folder in de kerk niet goed meer werkt.” Deze website biedt praktische oplossingen en heeft een dubbele doelgroep: mensen met een hulpvraag en nieuwsgierige sociale instellingen. Er werd ook een aanbod gedaan: PCI’en zonder eigen website kunnen een beroep doen op het format van deze PCI-website. Naast dit met eigen content te vullen framewerk krijgen ze een beknopte handleiding, een eenvoudige helpdesk en gedurende een dagdeel instructie. “Vanaf vijf belangstellende PCI’en geldt dit aanbod,” aldus Goes en Van Laarhoven.
De derde presentatie getiteld ‘Bekend en betrokken’ werd verzorgd door Leo Scharenborg van de PCI HH. Paulus en Ludger. Hij stelde als openingsvragen: “Zijn we wel in beeld en weten ‘ze’ wel wat we doen? Het antwoord is eerlijk gezegd ‘neen’. We moeten onszelf dus in beeld brengen.” Deze PCI werkt in 16 voormalige parochies in de Achterhoek, heeft een bestuur van zeven mensen en telt diverse werkgroepen. De missie is tweeledig: enerzijds hulp verlenen bij armoede, financiële problemen, eenzaamheid en anderzijds meedenken voor goede hulp bij geestelijke nood. Scharenborg nam in vogelvlucht de vormen van bijstand door die deze PCI verleent, waarbij hij benadrukte dat de nood zeer divers kan zijn. “We moeten creatief durven zijn bij ‘tussen wal en schip situaties’. We werken overigens goed samen met gemeenten en zorginstanties, zij leggen contact voor ons met mensen in de knel. De contacten met deze instanties zijn voor ons dus van groot belang.”
Vervolgens ging hij in op de communicatie en PR zoals het gekozen logo/beeldmerk, de vernieuwde flyer en de inzet van de website en sociale media. De PCI maakt geen gebruik van het algemene caritas logo maar koos voor een eigen beeldmerk, onder meer vanwege “de warme uitstraling” en de brede inzetbaarheid als huisstijl. Er is gekozen voor organisatie gebonden e-mailadressen, zodat de naam van de organisatie steeds terugkomt. De nieuwe flyer is laagdrempelig en gebruikt eenvoudige taal, zoals ook de website overzichtelijk is.
Na de presentaties spraken de deelnemers in zes subgroepen door over de onderwerpen digitalisering en naamsbekendheid. In de ene groep werd ervoor gepleit dat alle PCI’en hetzelfde herkenbare caritas logo zouden gebruiken. Een andere groep benadrukte het belang van de vindbaarheid van caritas: “Noem bij je activiteiten steeds caritas en vergroot zo de naamsbekendheid.” Ook genoemd: Alphons Ariëns als inspirator van caritas en diaconie vermelden op PCI-websites. Als prangende vraag kwam naar voren: hoe bereiken we de werkende arme? En er was een oproep: investeer in vrijwilligers, vooral die jonger dan zestig jaar. Wat betreft het gebruik van de termen caritas en PCI werd opgemerkt “dat PCI de doopnaam is en caritas de roepnaam.”
Aan het eind van de dag gaf Harry Nijhuis, coördinator van SchuldHulpMaatje, een toelichting op het project ‘Red je het wel?’ Met dit starterspakket worden vrijwilligers in parochies en werkgroepen toegerust om armoede bespreekbaar te maken. Nijhuis: “Voordat mensen hulp zoeken, duurt het vaak vier tot vijf jaar, daarom is vroegsignalering zo belangrijk. Het netwerk in parochies is vaak nog best groot, help dus omzien naar elkaar bij levenskruispunten.”
Hub Crijns van het Ariëns Comité wees de aanwezigen op de Ariëns Prijs voor Diaconie die in 2025 weer wordt uitgereikt en waarvoor nog tot eind december projecten kunnen worden genomineerd. “Schroom daarbij niet om over uw eigen aarzelingen en bescheidenheid heen te stappen,” zo riep hij op.
Mgr. Hoogenboom haalde in zijn slotwoord een passage uit de Talmoed aan: ‘Laat de aalmoes zweten in uw hand’, “dus als je iets te geven hebt, denk er dan goed over na wie er het best mee is gediend,” aldus mgr. Hoogenboom. “We moeten het geld dat ons is toevertrouwd goed besteden. Dat is ook wat u dag in dag uit in de caritasinstelling doet. Nadenkend en biddend over hoe u als caritas het best aanwezig kunt zijn in de parochie. Hopelijk heeft deze dag daaraan bijgedragen.”