Ontmoeting Centraal Joods Overleg en Nederlandse Bisschoppenconferentie
Vertegenwoordigers van het Centraal Joods Overleg (CJO) en van de Nederlandse Bisschoppenconferentie (BK) troffen elkaar op 6 april in het Joods Cultureel Centrum te Amsterdam. Sinds 2008 is het de derde keer dat een dergelijke ontmoeting plaatsvindt.
Tijdens het gesprek zetten de voorzitter van het Centraal Joods Overleg en de rabbijnen Evers (NIK) en Ten Brink (Verbond/LJG) de huidige stand van zaken rond de discussie over sjechieta (ritueel slachten) en brit mila (jongensbesnijdenis) uiteen. Daarna werd stilgestaan bij twee recente documenten over de relatie jodendom-christendom. Ten eerste de verklaring ‘To Do the Will of our Father in Heaven’ van een groep orthodoxe rabbijnen uit Israël en de Verenigde Staten, waarin wordt uitgesproken dat het christendom ook door God gewild is. Vervolgens het document ‘The Gifts and the Calling of God Are Irrevocable’ van de Pauselijke Commissie voor de Religieuze Betrekkingen met het Jodendom. De rabbijnen Evers en Ten Brink gaven aan dat deze teksten in Joods Nederland slechts in beperkte kring bekend zijn. Naar aanleiding van de eerste tekst spraken de deelnemers met elkaar over de betekenis van religieuze verscheidenheid aan de ene kant en een gedeelde gerichtheid aan de andere kant. “Het bestaan van verschillende godsdiensten is een mysterie van God, dat hoeven wij niet op te lossen.” De eenheid van God bestaat juist uit de verscheidenheid van de religies en de mensen (aldus Ten Brink).
Het R.-K. document was aanleiding voor een gesprek over evangelisatie en het opnemen van nieuwe leden in de gemeenschap. In relatie tot het Jodendom beklemtoonde de Utrechtse hulpbisschop mgr. Woorts (bisschop-referent voor het Jodendom) dat de R.-K. Kerk moet getuigen van haar geloof in Jezus Christus als Verlosser, maar institutionele bekeringsmissie afwijst. Immers, het Jodendom is evenals het christendom ‘drager van Gods Woord’. Rabbijn Ten Brink gaf aan ook niet meer zo bang te zijn voor actuele evangelisatie vanuit de kerken in Nederland. Men is daar langzaamaan van aan het terugkomen en accepteert het Jodendom als volwaardige religie. Hierna ging het gesprek over de verschillen tussen Jodendom en christendom wat betreft het opnemen van nieuwe leden in de gemeenschap. In het Jodendom worden aan aspirant-leden hogere eisen gesteld. Daarnaast is het Jodendom om historische redenen niet gewend zijn ‘goede boodschap’ uit te dragen onder niet-Joden.
Andere actuele zaken die aan de orde kwamen, waren de plaats van de religie in de samenleving en het groeiende onbegrip voor religie en religiositeit, en de geringe aandacht in de media voor positieve ontwikkelingen waar het religie betreft. Het blijft belangrijk als religies zij aan zij te staan, zeker ook met de moslims. Verder kwamen de vervolging van christenen in het Midden-Oosten en de opvang van vluchtelingen ter sprake. De deelnemers aan het gesprek waren het erover eens dat we niet naïef moeten zijn, maar tegelijkertijd gastvrij moeten blijven en een bijdrage moeten leveren aan de opvang van vluchtelingen, vooral door de inzet van vrijwilligers. De suggestie om de R.-K. Dag van het Jodendom 2017 te wijden aan het thema ‘vreemdeling’ werd door de Joodse gesprekspartners met instemming begroet. Tenslotte werd afgesproken zo mogelijk volgend jaar weer bijeen te komen.
Aan deze hartelijke ontmoeting werd deelgenomen door mgr. H. Woorts (bisschop-referent voor het Jodendom), mgr. E. de Jong (hulpbisschop Roermond), de rabbijnen R. Evers (NIK) en M. ten Brink (Verbond/LJG), de voorzitter van het CJO R. van de Wieken alsmede F. Zwarts, vicevoorzitter Katholieke Raad voor Kerk en Jodendom (KRI) en T. de Lange, beleidsmedewerker KRI/SRKK.