In de Onze Lieve Vrouwekerk te Apeldoorn (Emmaüsparochie) werd op 17 april de jaarlijkse Chrismamis gevierd. Gelovigen vanuit vele parochies waren gekomen naar deze viering “voor het hele Aartsbisdom Utrecht”, zoals kardinaal Eijk de Chrismamis in zijn openingswoord omschreef. De Utrechtse aartsbisschop zegende in deze Mis de olie voor de zieken en geloofsleerlingen, alsook het Chrisma voor het doopsel, het vormsel, de priesterwijding en de consecratie van kerken en altaren. Ook tientallen priesters, diakens en seminaristen waren aanwezig: de priesters van het aartsbisdom vernieuwden tijdens de Chrismamis hun wijdingsbeloften.

Emeritus hulpbisschop De Kok O.F.M. was eveneens naar Apeldoorn gekomen voor de Chrismamis, kardinaal Simonis moest helaas verstek laten gaan “vanwege een pijnlijke slijmbeursontsteking,” aldus kardinaal Eijk. “Wij bidden voor een spoedig herstel.” Na afloop van de Chrismamis kreeg elke delegatie vanuit de kerklocaties één of meerdere van de HH. Oliën mee. Bovendien kregen ze materiaal mee voor Roepingenzondag (12 mei). Vele vertegenwoordigers van de kerklocaties hadden op hun beurt iets meegebracht voor de Voedselbank Apeldoorn en de Kledingbank van de Gemeenschap van Sant’Egidio Apeldoorn.
Tijdens de Chrismamis zong en musiceerde een gelegenheidskoor van jongeren, afkomstig uit diverse plaatsen van het aartsbisdom. Ook werd Sarah Mijhad voorgesteld als de nieuwe jongerenwerker van het Aartsbisdom Utrecht. Zij verzorgde tevens de eerste lezing.

In zijn preek stelde kardinaal Eijk vast dat als wij proberen om God aan te raken, we niet ver komen. “Maar in de sacramenten gebeurt het omgekeerde: God raakt ons aan. En dat doet Hij via de Heilige Geest. Jezus bewerkt onze verlossing door Zijn kruisdood en verrijzenis voor ons, de Heilige Geest bewerkt die in ons. Om ons aan te raken maakt God in de sacramenten gebruik van vier stoffelijke zaken: water, brood, wijn en olijfolie.”

Water is überhaupt nodig voor leven, het water van het doopsel schenkt ons echter geen gewoon leven, aldus kardinaal Eijk, maar eeuwig leven: “We krijgen de gave van de Heilige Geest, die in ons de verlossing van de erfzonde bewerkt en deel geeft aan Gods leven. Het doopsel is het begin van onze verrijzenis, die haar voltooiing vindt in de eeuwige verrijzenis naar ziel en lichaam aan het einde van de tijd.”
Brood, wijn en olijfolie zijn typisch elementen die ontleend zijn aan het leven en de eredienst in het Midden-Oosten, de concrete plaats waar Jezus onze geschiedenis is binnengetreden. Brood is nodig voor ons dagelijks leven, wijn staat voor iets feestelijks benadrukte de kardinaal. “We kunnen het ons niet genoeg realiseren dat het grootste feest dat wij in dit leven kunnen vieren, de Eucharistieviering is. In het tijdens deze Chrismamis gezongen lied ‘Anima Christi, sanctifica me’ zingen we ook ‘Sanguis Christi, inebria me’: ‘Bloed van Christus, maak mij dronken’. Dat wil zeggen dronken van geluk. Want een intensievere aanraking door God en dus een feestelijker moment in ons leven dan de Eucharistieviering bestaat er niet.”

De olijfolie brengt ook tot uitdrukking op welke wijze God ons aanraakt in de sacramenten waarin olijfolie wordt gebruikt, aldus de Utrechtse aartsbisschop. “Olijfolie dient als medicijn, voedsel, als middel om het lichaam te reinigen en het schoonheid te verlenen. … De zalving met olie staat voor de gave van de Heilige Geest. De olie die door de huid binnendringt is een teken van de Heilige Geest die ons doordringt.”

Kardinaal Eijk: “De sacramenten staan in de christelijke eredienst centraal. Op alle momenten van het leven kunnen we ons op verschillende manieren en met verschillende intensiteit via de Heilige Geest in de sacramenten door God laten aanraken. Wie dit bewust gelooft, heeft echt reden om dronken te zijn van geluk. Dat geluk dat reikt tot de bodem van de ziel wens ik u in dit Paastriduum van harte toe.”

Klik hier voor de tekst van de preek van kardinaal Eijk