Aartsbisdom > Nieuws > ‘Niet een beetje katholiek’

‘Niet een beetje katholiek’

Ontmoetingsdag voor nieuwe katholieken

‘Nu ben ik katholiek, wat nu?’ Met dat thema gingen de deelnemers van de drukbezochte ontmoetingsdag voor nieuwe katholieken zaterdag 4 februari aan de slag. Chris ‘t Mannetje van de Diocesane Werkgroep Catechumenaat opende de dag, die plaatsvond in Dijnselburg (Zeist). In zijn inleiding refereerde hij aan de afscheidsbundel van priester/professor Jozef Wissink (de hoogleraar Praktische Theologie aan de Faculteit Katholieke Theologie gaat in februari met emeritaat): ‘Een katholieke Kerk met toekomst’. Henk Witte schreef hiervoor het artikel ‘De nieuwe dragers van de Kerk in beeld’ – “en dat gaat over jullie,” aldus ‘t Mannetje: Witte gaat namelijk in op nieuwe katholieken en op nieuwe bewegingen.

‘t Mannetje stelde dan ook dat “we hier zijn in verband met de toekomst. Er hebben zich meer dan honderd mensen opgegeven voor vandaag, de belangstelling is dus groot.” Onder de aanwezigen was ook een groep catechumenen (doopleerlingen). Overigens lag het uiteindelijke aantal deelnemers vanwege het slechte weer iets lager. Aan de hand van het thema hoorden zij eerst drie getuigenissen om vervolgens in groepen in gesprek te gaan over wat het betekent om katholiek te zijn en hoe daarin thuis te raken.

‘Onvoorwaardelijke Liefde’
Het eerste getuigenis kwam van Marga Meier uit Arnhem. Als vroom meisje opgegroeid in een katholieke familie, ging ze al jong twijfelen en besloot nooit meer naar een kerk te gaan. Na bijna 40 jaar kwam God terug in het middelpunt van haar leven: “Allereerst was daar God, Die, toen ik mij maar een greintje opende, gelijk meer dan aanwezig was. Voor mij was het een schok. Er volgde een tijd van kwetsbaarheid, twijfel, angst. Langzaamaan moest ik Hem erkennen. Nu weet ik Hem altijd aanwezig.” Ze vroeg zich af waar ze als kind in geloofd had en ook of ze eigenlijk wel iets wist van de katholieke Kerk. Ze ging een keer naar een Eucharistieviering en vond vervolgens steeds vaker op zondag de weg naar de kerk.
Op een gegeven raakte ze in gesprek met de priester, en verder zoekend naar de inhoud van het katholieke geloof, kwam ze in Utrecht bij een cursus over de Catechismus van de Katholieke Kerk terecht. “De eerste les begon met de opening van de geloofsbelijdenis: ‘Ik geloof’. Eigenlijk zeggen we daar ‘Wij geloven’. Wanneer we bidden in de kerk bidden we ook voor en namens eenieder die op dat moment niet kan bidden, om welke reden dan ook.’
Die opening kwam binnen.” Ze ging steeds vaker naar Eucharistievieringen, sprak weer met de priester en vroeg wat ze moest doen om weer helemaal bij de Kerk te horen. “Aan het eind van een lang gesprek zei hij: ‘Biechten’. Toen ging hij weg. Goede timing. Het eerste wat ik dacht was: ‘Dat nooit.’” Uiteindelijk besloot ze het toch te doen. Meier: “Het was een lang gesprek, met biecht. Daarna was er eindeloze Liefde. Niet de liefde van ‘ik houd van’ maar onvoorwaardelijke Liefde, met beide benen op de grond. Een prachtig sacrament, nu werkelijk ‘ontdekt’. Nog blijft het spannend. Jammer dat mensen hier zo weinig van weten.”

‘Gedragen door de gemeenschap’
Toen ze eens zei dat ze na 40 jaar weer een beetje katholiek was, antwoordde iemand: “U bent niet een beetje katholiek, u bént katholiek.” Het maakte van voorzichtige twijfelachtigheid, naar er ook werkelijk in gaan staan, aldus Meier. Ze werd actief als vrijwilliger: “Mijn ervaring is dat de Kerk gebruik wil maken van elk stukje talent dat je hebt, hoewel het soms zoeken is naar de juiste plek voor iemand.”
Meier tot besluit: “Hoewel het fijn is te weten dat je gedragen wordt door de gemeenschap, is het nog belangrijker mee te kunnen dragen. Om niet te leunen op de gemeenschap, maar vanuit eigen geestelijke grond te helpen voeden en zo ook dragen. Anderen en elkaar de kans te geven om de boodschap die we ruim tweeduizend jaar geleden hebben meegekregen, tot leven te maken.”

‘Geen weg meer terug’
Tweede spreker was Piet Houtman uit Bilthoven, drie jaar geleden katholiek geworden. Hij raakte geïnteresseerd in het katholicisme via een internet-forum waar katholieken hun geloof bijbels en rationeel onderbouwden. Het verlangen groeide om de katholieke Kerk zelf te ervaren. Sleutelpunt vormde voor hem het ontvangen van het Lichaam van Christus zoals dat in de R.-K. Kerk gebeurt en het besef: dit is waar, hoe kan ik ooit anders geloofd hebben? “Toen was er weg meer terug, ik moest katholiek worden,” zo vertelde Houtman. Waar hij nog wel eens tegenaan loopt, is dat hij vanuit zijn gereformeerde achtergrond de neiging heeft alles heel letterlijk te nemen en dus zaken wil verklaren aan de hand van ‘waar staat het in de bijbel’ – “die onrust moet ik nog kwijtraken.” Ook de Mariaverering “is iets waar ik aan moet werken”.
Een groot voordeel van de R.-K. Kerk vindt Houtman dat je ook door de week naar een Eucharistieviering of aanbidding kunt gaan: dat doet hij dan ook graag. Zo komt hij regelmatig bij de Broeders van St. Jan in Utrecht. Tot besluit van zijn getuigenis gaf hij de aanwezigen enkele adviezen mee: “Ten eerste een advies dat ik zelf heb gekregen: het is belangrijk je te beseffen dat je lid bent van een wereldkerk met 1,1 miljard gelovigen. Verder moet je voorbereid zijn om je geloof altijd en ten overstaan van iedereen te verdedigen. Ik lees zelf graag boeken over apologetiek: die achtergrondkennis heeft me al vaak geholpen. En tot slot: proef van alles wat de Kerk te bieden heeft: vieringen, sacramenten, aanbidding, retraites enzovoort en vind daarin je eigen weg.”


Foto rechts: Vicaris Pauw in gesprek met Marga Meier

‘Verlangen’
Na Meier en Houtman vertelde mgr. Eijk op zeer persoonlijke wijze over zijn eigen ‘geloofsgeschiedenis’. “Ik ben geen bekeerling, ben niet op latere leeftijd katholiek geworden, maar er zijn wel degelijk parallellen met de getuigenissen die we zojuist hebben gehoord,” aldus de aartsbisschop. Als sleutelwoord noemde hij ‘verlangen’ en daarbij haalde hij de kerkvader Augustinus aan, die vaak wordt afgebeeld met een brandend hart. Mgr. Eijk: “Volgens Augustinus is de rode draad van het geloof het verlangen dat God legt in je hart; dat verlangen moet je zien vast te houden.”
Hierna werden de deelnemers opgesplitst in vijf groepen om onder leiding van de leden van de Diocesane Werkgroep Catechumenaat (vicaris Pauw, de pastoors Peter Ambting, Henk van Doorn, Henk Bloem en pastoraal werkster mevr. Edith Vos-van Norren (secretaris van de werkgroep) in gesprek te gaan. Voor de begeleid(st)ers verzorgde Chris ‘t Mannetje een workshop. Doel van de eerste gespreksronde was met name ervaringen uit te wisselen over hoe men tot het geloof was gekomen en over het proces om katholiek te worden. Na de lunch was het de bedoeling om te praten over hoe de ‘nieuwe katholieken’ thuis waren geraakt in de parochie. Per groep verschilde de ‘uitwerking’ van het thema uiteraard: zo vertelde iemand in de groep van Edith Vos dat die ingroei in de parochie heel lastig was; dat het heel lang had geduurd voordat ze überhaupt door een medeparochiaan aangesproken was. In de groep van Henk van Doorn sprak een deelnemer juist over de geweldige manier waarop zij in de parochie verwelkomd was. Ook werd nagesproken over de inleidingen die ‘s ochtends gehouden waren: drie zeer persoonlijke verhalen die gevoelens van herkenning opriepen en inspireerden. Na de tweede gespreksronde volgde een korte vesperviering in de kapel van Dijnselburg tot besluit van de ontmoetingsdag.