Mgr. Hoogenboom bij internationale bedevaart Beauraing
Elk jaar worden op de feestdag van Maria Koningin (22 augustus) in Beauraing op plechtige wijze de verschijningen van Maria aldaar gevierd. Dit jaar was de Utrechtse hulpbisschop mgr. Hoogenboom de hoofdcelebrant tijdens de Internationale Hoogmis. Hij was op uitnodiging van bisschop Rémy Vancottem van het bisdom Namen (waar Beauraing onder valt) naar dit Belgische bedevaartsoord gereisd.
Mgr. Hoogenboom was tijdens deze internationale bedevaart in Beauraing in gezelschap van zo’n 70 Nederlandse pelgrims uit diverse bisdommen. In totaal waren er bijna 2.000 pelgrims naar deze bedevaartplaats vlakbij de Franse grens gereisd. Aan de vooravond van het feest van Maria Koningin was er op 21 augustus in de openlucht een Mariawake met een geestelijke overweging over het jaarthema van Beauraing ‘De tuin uitgekozen door Maria’. In deze ‘tuin der verschijningen’ verscheen Maria in de winter van 1932-1933 meermalen, nu is het een openluchtkerk. Vervolgens was er een kaarsenprocessie door de straten van Beauraing; deze werd gevolgd door een plechtige Eucharistieviering met mgr. Vancottem als hoofdcelebrant.
In zijn preek tijdens de Internationale Hoogmis op 22 augustus herinnerde mgr. Hoogenboom eraan dat het jaarthema van Beauraing ‘De tuin uitgekozen door Maria’ doet denken aan de uitdrukking hortus conclusus (besloten tuin). Deze uitdrukking is afkomstig uit het Hooglied (4, 12) waar in het Latijn staat: Hortus conclusus soror mea, sponsa, hortus conclusus, fons signatus (“Een gesloten hof ben je, mijn zuster, mijn bruid, een gesloten hof, een verzegelde bron.”) In de traditie van de Kerk wordt deze tekst in verband gebracht met de Heilige Maagd Maria. Omdat zij maagd is gebleven en ontvangen van de Heilige Geest, wordt Maria in de laat middeleeuwse en renaissance kunst vaak afgebeeld nabij een besloten tuin.”
Mgr. Hoogenboom overwoog voorts: “We mogen vanuit het Evangelie volgens Lucas onze ogen in geloof op Maria richten. De evangelist maakt ons duidelijk dat wij de persoon en het leven van Maria als Moeder van de Heer slechts vanuit Gods genade-initiatief kunnen begrijpen. Zij wordt immers door de engel Gabriël aangesproken met de woorden: ‘Verheug u, Begenadigde, de Heer is met u’ (Luc. 1,28). Dat wil zeggen iemand die ten diepste door Gods liefde en welwillendheid is geraakt en die daarvan helemaal doordrongen is. Zo duidt het woord ‘begenadigde’ op het wezen van Maria. God heeft volledig het initiatief in de geboorte van Jezus uit de Maagd Maria, zonder tussenkomst van een man, dankzij de Heilige Geest die over haar komt. Want voor God, die op de meest innige wijze ons mensen nabij wil zijn, is niets onmogelijk (Lc. 1, 37). (…) Maria heeft op aarde van én voor het Woord van God geleefd. Nadenkend over de innige band van Maria met Jezus, Gods mensgeworden Woord, mogen we ons tijdens deze bedevaart naar Beauraing de vraag stellen: Welke plaats heeft het Woord van God in ons geloofsleven? Lezen wij uit de Schrift om ons geloof te voeden? Staan we open voor wat God ons in de Heilige Schrift te zeggen heeft? Klinkt het Woord van God door in ons eigen spreken en handelen?”
‘s Middags droeg de Utrechtse hulpbisschop het Allerheiligste tijdens de Sacramentsprocessie, vanaf het Castel Sainte-Marie tot aan de tuin der verschijningen. Daar was vervolgens de ziekenzegening door mgr. Hoogenboom.
Maria verscheen in de winter van 1932-1933 in Beauraing aan vijf kinderen uit twee verschillende gezinnen. Tussen 29 november 1932 en 5 januari 1933 verscheen ze 33 maal. De kinderen noemden haar aanvankelijk ‘mooie dame’, zelf noemde ze zich in de latere verschijningen ‘de Onbevlekte Maagd’. Ze vroeg om de bouw van een kapel en vroeg mensen op bedevaart te gaan naar Beauraing. Haar boodschap bevatte een duidelijke oproep: “Bidt, bidt veel.”