Door middel van handoplegging, zalving en gebed heeft aartsbisschop W.J. Eijk zaterdagochtend 29 mei twee priesters gewijd voor het Aartsbisdom Utrecht: Anton ten Klooster en Wouter de Paepe. Naar aanleiding van de evangelielezing (Mc 11,27-33) hield mgr. Eijk de wijdelingen ten overstaan van een stampvolle St. Catharinakathedraal voor, dat zij in hun priesterleven nog wel eens gevraagd zullen worden van wie ze hun bevoegdheden hebben. “Zijn alleen jullie in staat de Eucharistie te vieren, de biecht te horen? Niet-gelovigen zien twee gewone mannen met een stukje plastic om hun nek. Als mensen niet geloven in de sacramentaliteit van de Kerk, dan zien ze jullie straks niet anders dan nu.”

Listig antwoord
In de evangelielezing vraagt de Hoge Raad namelijk aan Jezus naar zijn bevoegdheid “om dit alles te doen.” Wat “dit alles” is, blijkt uit de voorafgaande passage: het gaat om Jezus’ ingrijpen in de gang van zaken in de tempel (zoals het verdrijven van kooplieden van het tempelplein). Ook het feit dat Hij God Zijn Vader noemt, is al een bezwaar tegen Hem, maar hier gaat het er vooral om dat Hij de kooplieden verdreef, terwijl de Hoge Raad hun activiteiten toestond.
Het antwoord van Jezus is zeer listig, aldus mgr. Eijk: Hij stelt namelijk als wedervraag of het doopsel van Johannes van de hemel of van de mensen was. De leden van de Hoge Raad “hadden al snel spijt als haren op hun hoofd van deze vraag” volgens de aartsbisschop. Als ze immers zouden zeggen dat het van de hemel kwam, dus van God, konden ze de wedervraag verwachten waarom ze Hem dan geen geloof hadden geschonken. En als ze zouden zeggen dat het van de mensen kwam, werden hun gezag en macht aangetast, aangezien het volk in Johannes geloofde. Daarom geven ze een ontwijkend antwoord: “We weten het niet.” Jezus beantwoordt hun vraag vervolgens niet direct, maar indirect. Hij geeft aan dat het bij Hem net is als bij Johannes, die een profeet is die van God komt. Mgr. Eijk: “Jezus is de Messias, Gods Zoon die voor ons is mensgeworden.”

‘Stukje plastic’
Daarop had de aartsbisschop een “onthutsende mededeling” voor de wijdelingen: “De leerling staat niet boven zijn meester. Met andere woorden: jullie zal hetzelfde overkomen als Jezus. In je priesterleven zul je horen: Anton en Wouter, van wie heb je die bevoegdheid? Zijn alleen jullie in staat de Eucharistie te vieren, de biecht te horen? Niet-gelovigen zien twee gewone mannen met een stukje plastic om hun nek. Als mensen niet geloven in de sacramentaliteit van de Kerk, dan zien ze jullie straks niet anders dan nu.”
Maar voor wie gelooft in Jezus, in Zijn Woord, zoals dat door de Kerk wordt uitgedragen, ligt dat anders. Mgr. Eijk: “Door de wijding vertegenwoordig je straks Jezus als persoon, als je straks over brood en wijn zegt: ‘Dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed’. De bevoegdheid van de priester ligt in de intense verbondenheid met Jezus, een bevoegdheid die hij van God zelf heeft ontvangen.”