Aartsbisschop W.J. Eijk was op 8 september (Feest van Maria Geboorte) in Klooster Cenakel te gast bij de slotzusters Dienaressen van de Heilige Geest van de Altijddurende Aanbidding (de zusters S.Sp.S.a.p.). Mgr. Eijk ging er onder meer voor in de eucharistieviering. Deze zusters staan ook wel bekend als de ‘roze zusters’ of de ‘aanbiddingszusters van Steyl’. Zij namen precies tien jaar geleden hun intrek in Klooster Cenakel in Utrecht, nadat zij hun klooster in Soesterberg hadden verlaten.

Hun stichter, de heilige Arnold Janssen, opende op 8 september 1875 het eerste Duitse Missiehuis in Steyl, waar later onder meer de aanbiddingszusters van Steyl uit voortkwamen. Deze congregatie werd op 8 december 1896 gesticht. Op 8 december viert de Kerk het hoogfeest van de Onbevlekte Ontvangenis, een datum die is afgeleid van Maria Geboorte (8 september).
Het Klooster Cenakel is gevestigd in het voormalig parochiecentrum St. Ludgerus, waarvan de zusters de naam behouden hebben: St. Ludgerus Aanbiddingskapel. In de tuin is een fraaie Lourdesgrot gebouwd.

Gewelddadigheden
In zijn preek stelde mgr. Eijk vast dat de sterfdag van een heilige gevierd wordt als de geboortedag voor de hemel. De Kerk in de eerste eeuwen was overigens ‘tegen’ het vieren van een verjaardag – het was een heidens feest. Verjaardagen van keizers en koningen werden wel gevierd, maar liepen vaak uit op gewelddadigheden. Ook in de Bijbel zijn de verjaardagsvoorbeelden niet altijd feestelijk: Herodus liet Johannes de Doper op zijn verjaardag onthoofden.
Wel viert de Kerk de dag van iemands doopsel: “Die dag markeert de geboorte van een nieuw mens, van nieuw leven als een kind van God en als lid van de Kerk,” aldus Eijk. De kerkelijke kalender telt slechts drie geboortefeesten: Kerstmis, Maria Geboorte (8 september) en Johannes de Doper (24 juni). Mgr. Eijk: “De menswording van Jezus is het begin van de Verlossing, Maria is de eerste verloste, daar zij ontvangen en geboren is zonder erfzonde. En Johannes de Doper is de laatste profeet van het Oude Testament, de directe voorloper van Jezus.” Nog in de schoot van zijn moeder ontmoette hij de Verlosser van wie hij dus de voorloper is, als de zwangere Elisabeth en Maria elkaar treffen. Aartsbisschop Eijk: Omdat Verlossing ook voor ons een zeer actueel en onmisbaar aanbod is van God, heeft de viering van deze drie geboortefeesten zeer kostbare waarde.”

Speciaal accent
Het geboortefeest van Maria heeft een bijzondere waarde, zo memoreerde mgr. Eijk: “Zij is de moeder van Jezus, maar ook van de Kerk. Elke generatie heeft de vrucht van de liefdevolle zorg van Maria ervaren. Altijd kunnen wij ons tot haar richten om haar voorspraak, zij doet niets anders dan verwijzen naar haar Zoon. De relatie tussen Jezus en Maria wordt door geen enkele andere moeder-zoon relatie overtroffen,” benadrukte Eijk, “wij kunnen in geen zekerder handen zijn.”

Voor de zusters van het Cenakel heeft het geboortefeest van Maria een speciaal accent: het is de oprichtingsdag en dus het geboortefeest van hun klooster in Utrecht. Aartsbisschop Eijk over het belang van hun aanwezigheid: “Deze slotzusters maken door hun leven in afzondering van de wereld aan hun omgeving duidelijk waar het in het leven eigenlijk om draait: onze relatie met God door wie we geschapen zijn en bij wie we uiteindelijk allemaal uitkomen. Dit vergt van hen een totale gave van zichzelf en zij zijn zo voor de omgeving een teken en een plaatsvervangend gebed. Maria is hierin naast hun voorspraak ook hun grote voorbeeld. Maria, vrij van erfzonde, dus van enig aangeboren egoïsme, gaf zich totaal aan God: ‘Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar Uw Woord.’ Op voorspraak van Maria bidden we de Heer van de oogst dat Hij de roze zusters van het Cenakel bijstaat om hun roeping te verdiepen, hen rijkelijk zegent met roepingen en tot in lengte van jaren biddend en getuigend hier in Utrecht onder ons aanwezig laat zijn.”