Martelaren van deze tijd herdacht in Apeldoorn
Sant’Egidio Nederland hield op 20 maart in de Onze Lieve Vrouwekerk te Apeldoorn (St. Franciscusparochie) de jaarlijkse oecumenische herdenkingswake van de martelaren van onze tijd. De Utrechtse hulpbisschop mgr. Woorts ging voor in deze gebedsviering, naast hem waren hoogwaardigheidsbekleders uit onder andere de Syrisch Katholieke Kerk, de Oud Katholieke Kerk en de Protestantse Kerk Nederland aanwezig.
Ook pastoor Ten Have, pastor Gnanapragasam en diaken Dashorst (Sant’Egidio) van de Sint Franciscusparochie spraken een gebed uit. Deze gebeden werden afgewisseld met het noemen van de namen en de omstandigheden waarin deze martelaren afgelopen jaar (en soms eerder) werden gedood – in hun beknoptheid indrukwekkende monumentjes. Nieuw element was dit jaar de foto-expositie in de Hof naar Goed Gaan in de parochietuin naast de kerk, die voor en na de herdenking te bezichtigen was. Met deze kleine expositie kregen veertien van de hedendaagse martelaren een gezicht. Zo werden bekende personen herdacht als Frans van der Lugt, Titus Brandsma, Dietrich Bonhoeffer maar ook twee jonge martelaren van Sant’Egidio: Floribert Bwana Chui uit de Democratische Republiek Congo en William Quijano uit El Salvador.
Tijdens de viering ging het gebed van de aanwezigen uit naar de christenen in Oekraïne, Rusland, Syrië, Irak, Pakistan, Nigeria, Haïti en overal in de wereld waar zoveel mensen slachtoffer zijn van het aanhoudend geweld. Hun namen werden genoemd en er werden kaarsen aangestoken. Mgr. Woorts zei bij aanvang van de gebedswake: “Getroffen door de oorlog op ons Europese continent zijn we samen op weg naar het Licht van Pasen. Begeleid door de stemmen van de hedendaagse martelaren, wier leven en dood getekend zijn door het Evangelie, slaan we onze ogen op naar de Heer, en bidden dat Hij ons geloof versterkt, het vuur van de liefde in ons aanwakkert en ons laat delen in Zijn overwinning op het kwaad en de dood.”
In zijn overweging stond mgr. Woorts vervolgens stil bij de icoon van de martelaren van onze tijd. Deze icoon was voor het altaar geplaatst en was tevens voorop het liturgieboekje afgedrukt. Onderin zijn medechristenen afgebeeld die omwille van hun christen-zijn worden vervolgd, gemarteld en gedood. Mgr. Woorts: “Bovenin zien wij Christus Jezus in de hemelse heerlijkheid, Hij dé martelaar bij uitstek. Zo is Hij ook verbeeld: met de wonden die Hem zijn toegebracht, tekenen van Zijn lijden en sterven omwille van ons heil. Het zijn Zijn wonden, maar we mogen er ook de wonden, het lijden in zien dat Zijn leerlingen tot op de dag van vandaag dragen: hun vervolging, hun martelingen, tot in de dood. Dat draagt de Heer zelf mee.”
Christus wordt omringd in de hemel door een schare van heiligen die witte gewaden dragen, dat doet denken aan de grote menigte in het visioen van Johannes in het boek van de Openbaring: “Het zijn degenen die komen uit de grote verdrukking, die hun gewaden hebben wit gewassen in het bloed van het Lam (uit Apok. 7). Die komen uit de verdrukking … dat zijn allereerst de martelaren. Zij zijn de eerste heiligen die door de christenen vereerd gingen worden, in het bijzonder Petrus en Paulus,” aldus mgr. Woorts.
Maar de eerste van die menigte die niemand tellen kan, die op de icoon dan ook naast de verheerlijkte Heer te zien is – nog wel aan Zijn rechterzijde – is Zijn moeder Maria. “Terecht, want hoewel zij naar het lichaam geen martelaar is geweest, heeft zij als geen ander gedeeld in het hartverscheurende lijden van haar Kind en zal zij als geen ander – na de Heer zelf – de pijn meevoelen van hen die ook in onze tijd te lijden hebben omwille van hun christen-zijn, van hun leerling-zijn van Jezus.”
Maria bleef Jezus vergezellen op Zijn lijdensweg, aldus mgr. Woorts, ze bleef bij Hem, staande, tot onder het kruis. “Zo vergezelt zij ook allen die met onze Heer Jezus in onze dagen hun kruis dragen, omwille van Hem. Voor velen is dat een troost dat te mogen geloven, daarop te mogen vertrouwen. Maria is op de icoon met vele anderen in de witte gewaden afgebeeld rond onze Heer. En de ander die vooraan staat, ter linkerzijde van onze Heer, dat is die geliefde leerling de apostel Johannes. Al die heiligen in de hemel bij de Heer, dat zegt ons: we zijn de ene Kerk, op aarde en in de hemel, verbonden met elkaar. En als één lid lijdt, dan lijden allen.”
“Dat lijden van de ander willen wij helpen verlichten, zeker ook door ons gebed voor hen, zoals hier vanavond. Dat doen wij in eenheid, in verbondenheid met de hemelse Kerk, het ene gebed voor de martelaren en martelaressen van ons tijd, voor de troon van de Heer.” En dat mag ons aansporen “wanneer onze eigen omgeving, onze eigen samenleving ons niet welgezind is omdat wij van Christus zijn, met des te meer volharding en toewijding van Hem te getuigen, door ons geloof, onze hoop als Gods Kerk en bovenal door onze liefde.”