Aartsbisdom > Nieuws > Marc Oortman en Jaap Scholten tot priester gewijd

Marc Oortman en Jaap Scholten tot priester gewijd

Aartsbisschop W.J. Eijk wijdde op 7 november (Hoogfeest van H. Willibrord) Marc Oortman en Jaap Scholten tot priester. De wijdingsplechtigheid vond plaats in een tot de laatste plaats bezette St. Catharinakathedraal. Ongeveer 60 priesters waren bij deze feestelijke viering aanwezig. In zijn preek benadrukte aartsbisschop Eijk dat het in de huidige samenleving geen eenvoudige taak is om priester te zijn.

In zekere zin is de Kerk “terug bij af”, aldus mgr. Eijk, en is de situatie vergelijkbaar met de tijd dat Willibrord en zijn gezellen vanuit Ierland naar deze heidense streken kwamen. Maar ‘terug bij af’ hoeft niet negatief te zijn, tenminste “als de spiritualiteit van Willibrord en zijn gezellen ook de onze wordt.” Na afloop was er een drukbezochte receptie in de nabijgelegen Nicolaïkerk.

Mgr. Eijk citeerde het slot van het Matteüs evangelie, dat de zendings- en doopopdracht van Jezus aan zijn apostelen beschrijft: ‘Gaat dus en maakt alle volkeren tot Mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat ik u bevolen heb.’ Van deze twee essentiële voorwaarden, doop en onderricht, is het onderricht in deze tijd “verre van eenvoudig”, aldus aartsbisschop Eijk: “Zowel wat het christelijk geloof zegt over de Persoon van Jezus, dat Hij waarlijk God en waarlijk mens is, als ook over de navolging van het Jezus in het concrete leven is tegenwoordig geen gemakkelijk te verkopen boodschap”.”
De grote structuren van weleer zijn er niet meer, memoreerde mgr. Eijk, “zoals bruisende parochiegemeenschappen met een centrale plek in het leven en in de maatschappij, een eigen politieke partij, scholen die een nauw band met de Kerk onderhielden. Kortom: er is geen maatschappij meer die als geheel het christendom uitstraalde. Nu zijn christenen als eenlingen, temidden van een maatschappij met diverse religieuze opvattingen en ervaringen, maar zonder geloof in Jezus als Gods mens geworden zoon en Verlosser.”

‘Doorleefde geloof’
Zijn we terug bij af?, zo vroeg mgr. Eijk zich af. Onze situatie lijkt op die van Willibrord en gezellen bij hun aankomst vanuit Ierland in Dorestad (Wijk bij Duurstede) in 690, zo schetste hij: “Zij verkondigden het geloof in Jezus, voerden Zijn opdracht uit om te onderrichten en te dopen, maar temidden van heidense omgeving. … Willibrord en zijn gezellen konden niet terugvallen op christelijke structuren of een christelijke maatschappij, de maatschappij van toen was juist voor een deel vijandig.”
Hoe is het mogelijk om onder zulke omstandigheden het geloof te bewaren en beleven, zonder steun van de omgeving? Aartsbisschop Eijk: “Dat lag in hun doorleefde geloof dat bij tot een specifieke spiritualiteit was uitgegroeid. Deze lag juist hierin dat zij er bewust voor kozen om hun eigen klooster, vaderland, beschermende omgeving in Ierland en Engeland te verlaten om als vreemdeling/pelgrim Christus te volgen. Ondanks gebrek aan steun van hun omgeving kozen zij ervoor Hem nadrukkelijk na te volgen, zoals Jezus en Zijn apostelen vóór hen gedaan hadden: ‘Ieder die zijn huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw, kinderen of akkers heeft prijsgegeven om Mijn naam, zal het honderdvoudig terugkrijgen en eeuwig leven ontvangen’,” aldus mgr. Eijk.

Het was deze spiritualiteit die hen ertoe bracht om de veiligheid van de thuissituatie op te geven om de Heer na te kunnen volgen. Mgr. Eijk: “’Terug bij af’ klinkt negatief, maar dat hoeft het niet te zijn. En dat is het ook niet als ‘terug bij af’ betekent dat de spiritualiteit van Willibrord en zijn gezellen ook de onze wordt. Juist een spiritualiteit die we nodig hebben om zonder maatschappelijke ondersteuning Jezus na te volgen in woord en daad: de keuze om evenals Willibrord een ‘christelijke vreemdeling’ te zijn in een niet meer christelijke samenleving.”

wijdingoortmanenscholten2
Jaap Scholten, aartsbisschop Eijk, Marc Oortman (v.l.n.r.)

‘Concreet aanwezig’
Tot slot richtte mgr. Eijk zich tot Oortman en Scholten, die net als Willibrord veel achter zich lieten om op de roepstem van de Heer te kunnen ingaan: Marc Oortman een bloeiend advocatenkantoor, Jaap Scholten, een weduwnaar, was werkzaam in laboratoria en de IT. Aartsbisschop Eijk: “Marc en Jaap, het is een voorrecht op het Hoogfeest van Willibrord gewijd te worden. Jullie zijn geroepen om de zendings- en doopopdracht uit te voeren, waarmee Willibrord aan het einde van de 7de eeuw is begonnen, in de 21ste eeuw voort te zetten.”
“Jezus en Zijn volgelingen mogen in een geseculariseerde wereld dan ‘vreemdelingen’ zijn geworden, het is de bedoeling van Jezus’ menswording dat Hij midden onder ons concreet aanwezig kan zijn. Deze aanwezigheid wordt concreet gerealiseerd door de priester, door zijn wijding zo intens met Christus verbonden dat hij Hem in persoon vertegenwoordigt met name bij viering van het sacrament van Eucharistie. Een priester gaat deze wereld in, zoals Jezus tijdens aardse leven heeft gedaan, welkom of minder, om zendings- en doopopdracht uit te voeren. Door het Doopsel begint de aanwezigheid van God in het leven van mensen, deze bereikt haar hoogtepunt in de vereniging met Jezus in het sacrament van de Eucharistie. We bidden dat door jullie geloofsonderricht en jullie vieren van de sacramenten velen de Verrezen Heer mogen ontmoeten en gaan navolgen.”

Tags: