Kostersdag: vieren, ontmoeten en waarderen
Zo’n 160 kosters uit alle hoeken van het Aartsbisdom Utrecht kwamen woensdag 14 december bijeen in de Onze Lieve Vrouwekerk in Apeldoorn voor de Diocesane Kostersdag. De dag begon met een Eucharistieviering met mgr. Woorts als hoofdcelebrant; vicaris Pauw en rector Kuipers concelebreerden. Het middagprogramma stond in het teken van het thema ‘Vieren – Ontmoeten – Waarderen en informeren’.
In zijn preek verbond mgr. Woorts de voorbereidingen voor Kerstmis waar kosters momenteel druk mee zijn met de illustratie op de voorzijde van het liturgieboekje: de oudste afbeelding van Maria met Kind (ca. 230-240), een fresco in de catacombe van Priscilla in Rome. Naast hen staat een kleine man: wie is dat? Eerst werd gedacht dat het Jozef was, maar dat klopt niet. Het blijkt Bileam te zijn, de heidense waarzegger uit de Eerste lezing van deze dag. “Deze Bileam ziet een ster opgaan… Die ster plaatsen wij bij onze kerststallen. Die ster zullen eeuwen later de Wijzen uit het Oosten volgen om bij de ster uit te komen die is opgegaan uit Jacob, ofwel uit het Joodse volk: Christus onze Heer. Hijzelf is de ster, het licht van alle volkeren,” aldus de Utrechtse hulpbisschop. “Met Kerstmis zullen hopelijk velen naar onze kerken komen en ook bidden bij de kerststal. […] Gods liefde gaat in Jezus uit naar alle mensen, alle volkeren. […] U kosters draagt er zeer aan bij dat we dat mogen vieren!”
Na afloop van de H. Mis werden de kosters verdeeld in drie groepen die bij toerbeurt gingen lunchen, de kerk konden bekijken en een bezoekje konden brengen aan de sacristie en de daarboven gelegen schatkamer van de kerk.
Namens de Diocesane werkgroep voor kosters leidde Ben Lokate het middagprogramma in, waarbij hij het thema van de dag aanhaalde. Lokate: “We hebben gevierd, we zijn bezig elkaar te ontmoeten en we willen u nu ook gaan informeren.” De eerste spreker was Ernst Voogd, locatievoorzitter van de Onze Lieve Vrouwekerk en al ruim 10 jaar verantwoordelijk voor het vrijwilligersbeleid – er zijn er in de Apeldoornse parochie zo’n 350. Hij vertelde hoe men in Apeldoorn een gastvrije parochie wil zijn.
Voogd: “Volgens Van Dale betekent gastvrij ‘gul in het ontvangen van gasten’. Dat is wat wij hier proberen te doen – en dat hebben we destijds opnieuw moeten leren door de fusie van zeven parochies naar één, met één kerklocatie.” Hij noemde een aantal voorbeelden, zoals het inzetten van gastvrouwen en -heren en het openstellen van werkgroepen zodat mensen uit andere kerken konden instromen. Sinds dit jaar is de parochie opnieuw gefuseerd, Voogd: “We hopen het geleerde uit het verleden opnieuw toe te passen en samen met elkaar verder op weg te gaan.”
Aansluitend verzorgde rector Kuipers van de Utrechtse priester- en diakenopleiding het Ariënsinstituut een korte uiteenzetting over de belangrijke rol die kosters hebben in het geheel van de liturgie. Eerst schetste hij een historisch overzicht van het kostersambt, daarna noemde hij een aantal belangrijke eigenschappen voor een koster (zoals betrouwbaarheid, teamspeler zijn, discretie, goed aanvoelen wat er in de liturgie moet gebeuren) en tot slot ging hij in op het belang van een goede liturgische ondergrond. Kuipers kondigde aan dat er wordt nagedacht om een cursus ‘Inleiding in de liturgie’ te gaan organiseren, voor kosters maar ook voor andere belangstellenden, “om hun kennis op te frissen en hen te helpen hun belangrijke taak nog beter uit te voeren.”
De derde spreker was vicaris Pauw, tevens pastoor van de parochie Maria Laetitia en momenteel ook waarnemend pastoor in Apeldoorn. Hij ging in op het onderwerp ‘waardering’ en verknoopte dat aan nadenken over vernieuwend, missionair pastoraat, zoals gezinszondagen. In dat missionaire pastoraat is gastvrijheid een grote pijler “en de koster is het visitekaartje daarvoor,” aldus Pauw, die het beeld van de ijsberg gebruikte als metafoor voor de koster: “je ziet maar het topje, maar de rest, de basis, zit daaronder.”
Tot slot voorzag Ben Lokate de aanwezigen van informatie over diverse aanstaande activiteiten, zoals de bisdombedevaart naar Lourdes, de Stille Omgang en de Misdienaarsdag. Hij benadrukte daarbij dat kosters belangrijke doorgeefluiken van informatie zijn richting parochianen. De dag werd afgesloten met een drankje in het parochiehuis naast de kerk.
Dinie Altena uit Rijssen is al 15,5 jaar koster. Zij vindt het leuk om tijdens een dag als deze andere kosters te leren kennen. “Ik regel graag dingen, dat vind ik een mooi aspect van het kosterschap. Verder is voor mij de verbondenheid met de kerk belangrijk en die krijg je door dit werk,” aldus Altena. “Ook leer je nieuwe mensen kennen en werk je met verschillende priesters: dat vind ik fijn.”
Cees Kremer en Wim Wissink komen uit Wierden. Zij begonnen beiden 16 jaar geleden als koster. Ze zijn bij bijna alle Kostersdagen geweest en vinden dit altijd zinvolle dagen: “Het is leuk en interessant om eens bij een ander ‘in de keuken’ te kijken,” zo zeggen ze. “Hoe doen anderen het, wat kun je zelf anders of beter doen.” Net als Altena vonden zij de Eucharistieviering erg mooi. Kremer noemt “dienstbaar zijn aan anderen” als één van de dingen die hem aantrekken in het kosterschap. Wissink geeft daarbij het concrete voorbeeld “dat je voor de Eucharistie alles klaarzet voor de priester.” “Het kosterschap is dankbaar werk en ik doe het graag,” aldus Kremer.
Berend Kruit uit Wageningen is nu zo’n 8 jaar koster. Ook hij was al eens bij een Kostersdag en vindt het heel leuk om kosters te spreken van andere plekken en ervaringen van anderen te horen. Hij was direct enthousiast over de vandaag aangekondigde cursus ‘Inleiding in de liturgie’ en ook de lezing door rector Kuipers sprak hem zeer aan. Kruit: “Ik hoor graag waaróm we dingen doen, de achtergrond dus, in plaats van ze te doen omdat het altijd zo is.” Hij was één van de jongere aanwezige kosters en dat is ook zijn motivatie voor het kosterschap: hij wil dat kinderen (zijn eigen, maar ook in het algemeen) “zien dat er ook niet-grijze, jonge mensen dit doen. Ik ben zelf in 2013 gedoopt en gevormd, dat was een bewuste keuze. Het kosterschap is een mooie vervolgstap. We zijn slecht in het aanspreken van mensen, maar dat moeten we wel doen: iemand die bijvoorbeeld nieuw is in een kerk, mag deze eigenlijk niet verlaten zonder iemand van de geloofsgemeenschap gesproken te hebben en welkom te zijn geheten. Als we er iets van willen maken, moeten we het zelf doen.”