Kosters maken historische tocht door Utrecht
Zo’n 175 kosters uit heel het Aartsbisdom Utrecht kwamen op zaterdag 3 februari naar Utrecht voor ‘hun’ kostersdag. De dag startte met een Eucharistieviering in de Sint Catharinakathedraal, met mgr. Woorts als hoofdcelebrant. Na een gezamenlijke lunch volgde een inleiding door mgr. Woorts, waarin hij in vogelvlucht de kerkgeschiedenis van Nederland en het Aartsbisdom Utrecht schetste. Daarna werd de groep in delen gesplitst voor een wandeling door het stadscentrum, waarbij de gidsen (de drie vicarissen Woorts, Pauw en Cornelissen en plebaan Huitink) allerlei kerkhistorische elementen lieten zien. Een borrel besloot de dag, die was georganiseerd door de Diocesane Werkgroep Kosters.
In zijn welkomstwoord aan het begin van de viering sprak mgr. Woorts de hoop uit dat deze kostersdag de aanwezigen zou “inspireren en verrijken voor uw onmisbare en gewaardeerde taak als koster in Gods Kerk. Hopelijk stemt het ons dankbaar en geeft het ons bemoediging, dat wij deel mogen zijn van een geloofsstroom die al meer dan 1300 jaar gaande is en die – ook al worden we kleiner – zal doorstromen, omdat onze Heer heeft beloofd: ‘Ik ben met jullie alle dagen’.”
In zijn preek beschreef mgr. Woorts (zelf ook ooit koster) onder meer het moment wanneer hij bij een kerk in het bisdom arriveert voor een viering. Vaak is de koster dan als eerste al aanwezig, “nogal eens denk ik te zien dat die koster ook al even gebeden heeft voordat hij of zij aan zijn taak begint. Hoe ik dat meen te hebben gezien? Doordat er dan al één of meerdere nieuw aangestoken kaarsjes bij de beeltenis van Maria of een andere heilige branden. Dat raakt mij dan, dat de koster eerst heeft gebeden.”
Die rust hebben wij nodig, zei de Utrechtse hulpbisschop, “die rust en verlichting die onze Heer ons geeft, om weer op krachten te komen. Want al snel kan onze aandacht en inzet weer gevraagd worden voor alles wat moet gebeuren.” Tijdens Zijn leven kwamen mensen in groten getale naar Jezus toe en vroeger kwamen die mensen ook in groten getale naar onze kerken, aldus mgr. Woorts. Tegenwoordig zijn er geen dranghekken meer nodig, maar “ook nu is er een menigte die zich als schapen zonder herder voelt. Aan ons als Kerk is het de taak om te blijven onderrichten in het geloof.” Daaraan leveren ook de kosters een bijdrage: “Als alles voor de liturgie gereed is, schoon, verzorgd, dan getuigt dat en draagt dat bij aan de onderrichting van ons geloof, aan de viering en verdieping ervan.”
Dat vraagt ook om flexibiliteit, als koster heb je immers steeds te maken met andere celebranten, elk met een eigen ‘gebruiksaanwijzing’. “En je hebt als koster te maken met heel verschillende vieringen, zowel liturgisch maar ook in het leven van mensen, van uiterst feestelijk tot diep triest.” Na afloop van de viering konden de aanwezigen de Blasiuszegen ontvangen.
Na de lunch in het Bonifaciushuis achter de kathedraal werden de kosters via een inleiding van mgr. Woorts meegevoerd langs de Nederlandse kerkgeschiedenis, startend bij de komst van Willibrord, ‘de apostel der Friezen’. Een geschiedenis van ups en downs, van kerken die werden opgebouwd en weer werden vernietigd. Via een periode van groei naar de periode dat de katholieke eredienst in de stad Utrecht was verboden – en niet alleen daar. Na deze tijd van schuilkerken werd de katholieke eredienst weer toegestaan, met uiteindelijk in 1853 het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie. Utrecht werd de zetel van de aartsbisschop van Utrecht, het huidige bisschopshuis aan de Maliebaan werd in 1898 door mgr. Van de Wetering aangekocht.
De aansluitende stadswandeling bracht de kosters langs diverse plekken in het hart van Utrecht. Via de Catharijnesteeg bereikten ze als eerste de bekende werfkelders, waarna via de Nieuwegracht halt werd gehouden op de Pausdam. Daar staan Paushuize en sinds december 2015 ook een standbeeld van paus Adrianus, de enige Nederlandse paus. Maar ook plekken als de Domkerk met de Pandhof, de Domtoren en natuurlijk het Janskerkhof met het ruiterbeeld van Sint Willibrord (startpunt van de jaarlijkse Willibrordprocessie) waren opgenomen in de route. De gidsen vertelden steeds kort iets over de geschiedenis van deze plekken en wezen de kosters op bijzondere details. Soms putten de gidsen daarbij uit hun eigen (studenten)leven, de tijd dat ze aan de toenmalige Utrechtse priesteropleiding het Ariënskonvikt studeerden.
De aanwezige kosters waren enthousiast over de dag. “Geweldig dat deze dag weer wordt gehouden, ik heb het echt gemist dat de kostersdag er vorig jaar niet was,” vertelt Monique de Bruijn, koster in de parochie Licht van Christus (Vleuten-de Meern / Leidsche Rijn). “Het is heerlijk om zo’n dag met allemaal kosters bij elkaar te zijn en je leert er dankzij het programma ook nog wat van.” Collega-koster Leny van den Hengel (ook van de parochie Licht van Christus) is het daarmee eens. “Het is een leuke en interessante dag, En zo’n mooie Eucharistieviering bij de start van de dag is prachtig.”
Ook Jeanne Roos, koster van de St. Ansfriduskerk in Amersfoort (parochie OLV van Amersfoort) was blij met de dag. “Voor mij was het een plezierige, ontspannen dag met voldoende tijd om Eucharistieviering, lezing en wandeling te ‘verwerken’ tijdens de koffie, lunch en afsluitend drankje. En ik heb nog wat opgestoken ook! Ik waardeer dat het bisdom aan deze groep vrijwilligers aandacht besteedt.”
Uit Enschede (parochie Jacobus de Meerdere) waren vanuit de Jozefkerk de kosters Erik en Remco ter Brugge (vader en zoon, foto links) naar Utrecht gekomen. Ook zij vonden het programma inhoudelijk zeer de moeite waard. “Het is de eerste keer dat we deelnemen aan deze dag en het is heel interessant. Het is goed om zo’n historisch verhaal te horen, dat kan ook helpen om zelf door te geven. Door de manier waarop het wordt verteld, gaat het echt leven en dan kun je het zelf ook weer beter uitdragen. En het is goed om te horen dat de Kerk in de lange geschiedenis wel meer perioden van krimp en tegenslag heeft gehad, net als nu. Maar het verhaal wordt al 2000 jaar verteld en gaat nog steeds door.”