“Zingen is gezond, zingen maakt slimmer en zingen is goed voor hart, ziel en verstand. Zingen is de ideale en actieve manier om je kind het geloof mee te geven. Kinderen staan stil bij de betekenis van liedteksten, leren teksten uit het hoofd en begrijpen daardoor de Bijbellezingen beter. De kinderen van vandaag zijn de toekomstige volwassen gelovigen voor onze Kerk.” Dat stelt Simon de Jong van de Kerkelijke Instelling Sint Caecilia. Deze instelling voor kerkmuziek gaat daarom in het najaar aandacht besteden aan de kwaliteit van de kinderkoorzang in het Aartsbisdom Utrecht. De Jong: “Via projecten wordt ondersteuning aangeboden aan zowel de zangertjes zelf alsook aan de dirigenten en begeleiders.”

Volgens De Jong is zingen in een koor “superleuk, gezond en leerzaam” voor kinderen. Ze leren zo op speelse wijze wat erbij komt kijken als je in een koor zingt en ervaren hoe fijn het is om samen mooie koormuziek te zingen. Kinderkoorleden ontmoeten andere zangers en een dirigent / pianist tijdens het samen zingen. Ook leren ze nieuwe dingen op zanggebied en worden ze geïnspireerd om in hun eigen parochie mooie kerkmuziek uit te voeren.
De Jong: “Kinderkoorzang tijdens de liturgie is van wezenlijk belang voor de kinderen zelf en voor de parochianen. Ook bevordert kinderkoorzang het kerkbezoek van ouders, broertjes en zusjes. Het gezegde ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’ is hier absoluut van toepassing.”

Elk koor (ook een kinderkoor) levert met zijn repertoire een bijdrage aan de vaste riten van de Mis. Daarom kunnen zangers van alle leeftijden actief meezingen met (ook) de vaste gezangen als het Kyrie, Gloria, Sanctus en Agnus Dei – of dit nu in het Latijn of in het Nederlands is. De gangbare gedachte dat kinderen geen vreemde taal of moeilijke woorden kunnen zingen, is door deskundigen weerlegd, aldus De Jong.
“Het is echter wel belangrijk om een goede tekstuitleg te geven aan de kinderen. Een kinderkoor hoeft daarom niet alleen maar kinderliedjes te zingen. Voor alle liederen geldt dat deze voldoende kwaliteit in tekst en toon dienen te hebben, mits de toonomvang en moeilijkheidsgraad ervan haalbaar zijn voor jonge zangstemmen,” zo stelt hij.

Verder wijst hij op het wezenlijke belang van een goede instrumentale begeleiding, zowel tijdens het instuderen als tijdens de viering. De Jong: “Om goed te zingen, is subtiele en goed getrainde spiercontrole over de stembanden en articulatie noodzakelijk. Dit gebeurt nooit vanzelf. Zoals een sporter de spieren opwarmt voor een wedstrijd, is het voor elke zanger van wezenlijk belang om goed voorbereid (lees: goed ingezongen) een viering in te gaan. Daarom verdient het sterke aanbeveling dat (kinder)koren 1 uur voor elke viering inzingen, zodat de kwaliteit van de koorzang vanaf het begin van de viering uitstekend is.”

(Afbeelding via Pixabay)