Katholieke steun voor Nationaal Holocaust Museum
“Het is gebeurd, dus het kan weer gebeuren.” Met deze woorden van de Joodse schrijver Primo Levi, overlevende van het concentratiekamp Auschwitz, begint een brochure van het Nationaal Holocaust Museum in oprichting. Levi bedoelt de moord op zes miljoen Europese Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog, waaronder 104.000 uit Nederland. Het Nationaal Holocaust Museum beoogt de vervolging en transportatie van en de moord op onze Joodse landgenoten te blijven gedenken. De Nederlandse Bisschoppenconferentie steunt de realisatie van dit museum.
Het is de bedoeling dat er vanaf 2019 daadwerkelijk met de verbouwing tot een permanent Nationaal Holocaust Museum begonnen kan worden. Om daarvoor een steeds groter draagvlak te creëren en de benodigde financiën bijeen te krijgen, is er een Raad van Ambassadeurs gevormd. Namens de Bisschoppenconferentie heeft de Utrechtse hulpbisschop mgr. Woorts zitting in deze Raad. In een deze week verzonden brief aan alle priesters, diakens, religieuzen, pastoraal werkers, parochiebesturen en parochianen in het Aartsbisdom Utrecht schrijft hij: “Steeds minder mensen hebben nog persoonlijke herinneringen aan de tragedie die zich tussen 1940-1945 in ons land en daarbuiten heeft voorgedaan. Des te belangrijker zijn daarom plaatsen van herinnering waar in woord en beeld de verhalen verteld blijven worden aan de komende generaties.”
Door de realisatie van het Nationaal Holocaust Museum te steunen, “willen wij er als R.-K. Kerk in Nederland aan bijdragen dat de herinnering aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, in het bijzonder de Joodse, levend blijft,” aldus mgr. Woorts. “Omwille van hen en om te helpen voorkomen dat een misdaad als de Holocaust (Hebreeuws: sjoa) opnieuw gebeurt. Wij zijn het als Kerk de Joodse gemeenschap echter ook verschuldigd. Eeuwenlang immers hebben christenen zich schuldig gemaakt aan Jodenhaat en daarmee bijgedragen aan het klimaat waarin de Holocaust mogelijk werd. […]We zijn het echter ook verschuldigd aan die katholieken – parochianen, priesters en religieuzen – die tijdens de Tweede Wereldoorlog – met gevaar voor eigen leven – Joden bij zich thuis hebben laten onderduiken of die hen hebben helpen onderduiken en die zich hebben ingezet voor het verzet.”
Mgr. Woorts schrijft verder dat hij, als bisschop-referent voor Kerk en Jodendom, dit initiatief “middels deze brief bij gelegenheid van Dodenherdenking en Bevrijdingsdag” onder de aandacht van de geadresseerden wil brengen. Meer informatie over de doelstellingen en de realisatie van het Nationaal Holocaust Museum alsook het rekeningnummer waarnaar een financiële bijdrage kan worden overgemaakt, staan op de website van het museum.
Klik hier voor de volledige brief van mgr. Woorts