Ook dit jaar was de Onze Lieve Vrouwekerk in Apeldoorn de vertrouwde locatie voor de jaarlijkse Chrismamis in het Aartsbisdom Utrecht, die dit keer op 16 april werd gevierd. Tijdens deze drukbezochte Eucharistieviering zegende kardinaal Eijk de olie voor de zieken en geloofsleerlingen, alsook het Chrisma voor het doopsel, het vormsel, de priesterwijding en de consecratie van kerken en altaren.

De priesters vernieuwden in deze Mis hun wijdingsbeloften ten overstaan van de bisschop. Na afloop kreeg elke delegatie vanuit de kerklocaties één setje van de drie HH. Oliën mee.
De vertegenwoordigers van de kerklocaties waren ook dit jaar niet met lege handen naar Apeldoorn afgereisd: zij hadden etenswaren meegenomen voor de Voedselbank in Apeldoorn. Deze zijn een dag later voorzien van een Paasgroet aangeboden aan mensen in financiële nood. De vertegenwoordigers van de kerklocaties kregen behalve de Oliën ook een groet van kardinaal Eijk bij het begin van het Paastriduum mee en een suggestie voor een inleiding bij de viering van Witte Donderdag in de eigen kerk. Vanuit de Roepingenraad werden bovendien een noveenkaars plus een aantal bijbehorende gebedenboekjes meegegeven, voor een noveen om roepingen die in de negen dagen voorafgaand aan Roepingenzondag (11 mei) gebeden kan worden.

‘Goede geur’
In zijn preek stond kardinaal Eijk onder meer stil bij de sacramenten: “Dit zijn onuitwisbare merktekens. Chrisma doet denken aan Christus, wiens naam Messias/de gezalfde betekent. In het Evangelie van vandaag zegt Jezus dat hij die Messias is. De zalving duidt op de gave van de Heilige Geest die daarmee wordt ontvangen. De Kerk geeft via de sacramenten de Heilige Geest door en gebruikt daarbij soms het chrisma,” aldus de kardinaal.

Hij memoreerde een tekst uit de tijd van de Kerkvaders, waarin de olijfboom wordt vergeleken met God, de olijf met Christus en de olijfolie met de Heilige Geest. Dat beeld drukt ook treffend uit dat ze alle drie één zijn, zo zei kardinaal Eijk. Het chrisma is van de drie oliën de belangrijkste en daaraan wordt rozenolie toegevoegd, aldus de kardinaal. “Het chrisma dringt door in de huid en daarmee ook in ons innerlijk. Dat gebeurt het meest intens bij de priesterwijding. De ‘goede geur’ die het chrisma door de rozenolie heeft, staat voor de kracht en de liefde van de Heilige Geest. We ademen die geur van Christus ook uit in ons handelen en optreden. We gaan op Hem lijken en kunnen Hem navolgen, zoals onze roeping is. We delen in de opdracht van de Heer om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken – uit hun egoïsme – en om de blinden het licht van God te laten zien.”
Maar de geur van het chrisma is ook nog een teken van iets anders, zo besloot kardinaal Eijk. “Het is een verwijzing naar de verrijzenis van ons lichaam. Christus heeft dat mogelijk gemaakt voor ons, de Heilige Geest bewerkt het in ons. Laten we de Heilige Geest ruim baan geven om ons innerlijk zo intens mogelijk met Christus te verbinden.”