Kardinaal Simonis viert zestigjarig priesterjubileum in Utrecht
Kardinaal Simonis, emeritus aartsbisschop van Utrecht, vierde op uitnodiging van kardinaal Eijk op 18 juni (Sacramentsdag) zijn 60-jarig priesterjubileum in Utrecht. Na een H. Mis in de St. Catharinakathedraal met de jubilaris als hoofdcelebrant volgde een drukbezochte receptie in het nabijgelegen Academiegebouw. Daar verspreidden de gasten zich over de aula en de pandhof, dat tussen het Academiegebouw en de Domkerk inligt.
Kardinaal Eijk heette zijn voorganger welkom in de St. Catharinakathedraal “die van 1983 tot 2008 uw kathedraal was. In die kwart eeuw heeft u zich met al uw krachten ingezet om in moeilijke omstandigheden het Evangelie te verkondigen. We vieren uw jubileum op het Hoogfeest van Sacramentsdag: dan vieren we met grote dankbaarheid dat brood en wijn op het altaar Lichaam en Bloed van Christus worden.”
Onder anderen de emeritus aartsbisschop van Keulen kardinaal Meisner, nuntius mgr. Cavalli, de bisschoppen De Korte (Den Bosch), Van den Hout (Groningen-Leeuwarden) en Wiertz (Roermond), beide Utrechtse hulpbisschoppen Hoogenboom en Woorts en mgr. Karel Kasteel uit Rome concelebreerden met kardinaal Eijk (mgr. De Kok o.f.m. was wegens lichamelijk ongemak verhinderd). Tijdens de receptie feliciteerden de hulpbisschoppen De Jong (Roermond) en Hendriks (Haarlem-Amsterdam) kardinaal Simonis. Vanuit de burgerlijke overheid was Commissaris van de Koning W. van Beek bij de viering en de receptie, ook CDA-politicus Van Agt was naar Utrecht afgereisd.
Kardinaal Simonis dankte in zijn inleiding kardinaal Eijk “voor de mogelijkheid om mijn 60-jarig priesterjubileum samen met u te vieren, hier in deze kathedraal. Vierentwintigjaar lang heb ik er tal van plechtigheden mogen celebreren, praktisch altijd met een viering van de Eucharistie, dikwijls opgeluisterd door het fameuze kathedrale koor. Dat mag ik vandaag ook doen, in het bewustzijn van datgene wat het woord Eucharistie betekent: ‘dankzegging’. Dankzegging aan God uit wiens liefde ik voortkom, zodat ik mag bestaan en die met mijn leven een bedoeling had en heeft.” Maar hij dankte ook allen met wie hij de afgelopen zestig jaar had samengewerkt.
In zijn preek memoreerde kardinaal Simonis dat de duizenden preken die hij tijdens zijn zestig jaar als priester heeft gehouden “nogal eens de kritiek opleverden dat ze meer op een betoog, een verhandeling leken dan op een preek. Deze kritiek wil ik vandaag proberen te vermijden. Men heeft mij aangeraden het meer op een getuigenis te laten neerkomen, vooral ten aanzien van mijn beleving van het priesterschap en van de Eucharistie, dat het hart ervan vormt.”
Hij nam de gelovigen mee door zijn leven: startend met zijn katholieke jeugd in Lisse – “Ik herinner mij nog dat ik als zesjarige op een vraag van een tante ‘wat wil jij later worden’ spontaan antwoordde: ‘Priester’” – via de seminariejaren naar de priesterwijding en twee jaar intensieve pastorale praktijk in Waddinxveen en Rotterdam. Kardinaal Simonis: “Eerst dan word je existentieel priester in de vele contacten met mensen van allerlei slag.” Daarna volgden studiejaren in Rome en eenmaal terug in Nederland vier jaar kapelaan in Den Haag, met speciale zielzorg in het Rode Kruis Ziekenhuis.
In 1970 werd Simonis benoemd tot bisschop van Rotterdam en koos hij als zijn wapenspreuk ‘Ut Cognoscant Te’ – ‘Dat zij U kennen’. “Ik koos dit motto, omdat het een bede is van Jezus zelf, ook een missionair gebed, opdat zoveel mogelijk mensen God als Vader en Christus als de Zoon zouden leren kennen. De tragiek nu van mijn leven – als je dat grote woord mag gebruiken – is het feit dat het met die kennis uitermate slecht gesteld is. … Wij zijn helaas in een tijd terecht gekomen van radicale secularisering, die in feite ‘ont-Goddelijking’ betekent. Voor God, zeker voor een persoonlijke God is er nog maar nauwelijks plaats. Veel mensen hebben het geloof ingewisseld voor onverschilligheid.”
Kardinaal Simonis noemde dit “de grote schaduwzijde van mijn bestaan als priester en bisschop. Ik sta er bij wijze van spreken mee op en ga ermee naar bed. Het enige wat ik nog kan doen, is ervoor bidden dat de Heilige Geest het wonder mag verrichten van bekering en echte godsdienstige vernieuwing.”
Foto: Wouter van Belle
Het priesterschap, maar ook het bisschopsambt wat er de volheid van is, heeft kardinaal Simonis “altijd beleefd als gezagvolle verkondiging in de naam van Christus. Maar daarin opgenomen de opdracht aan de apostelen tijdens het laatste avondmaal: ‘Blijft dit doen om Mij te gedenken.’ Ik heb dat zoveel mogelijk al die zestig jaren gedaan en doe dat nog steeds, omdat de Eucharistie de draagkracht van mijn leven is: de Heer zelf die zich blijvend aan ons wil geven als Brood des Levens, als voedsel voor onderweg op onze pelgrimstocht door deze wereld. Geen vuriger wens en bede heb ik dan ook dat zij die zich gelovig noemen weer de Dag des Heren heiligen door zo mogelijk de Eucharistie te vieren. Voor de Kerk in Nederland zal er weinig toekomst zijn wanneer ons geloof niet voortdurend gevoed wordt door de verkondiging van het Woord van God en door het ontvangen van de Heer zelf als voedsel voor ons leven.”
Foto links: Wouter van Belle
Na de Mis verplaatste het gezelschap zich grotendeels naar het Academiegebouw voor de lunch en receptie. Daar sloten zich ook weer andere mensen aan om kardinaal Simonis te feliciteren. Kardinaal Eijk hield tijdens de receptie een korte toespraak. “De Kerk heeft in die zestig jaar dat u priester bent, één van de meest bewogen perioden uit haar geschiedenis meegemaakt. En u was daar niet alleen getuige van, maar u heb daarin ook een bijzondere rol vervuld,” aldus kardinaal Eijk. Alles de revue laten passeren was dan ook niet mogelijk: “Dan zou ik eigenlijk de biografie moeten voorlezen die Ton Crijnen over u heeft geschreven. Maar deze omvat maar liefst 591 bladzijden. Dus dat zal ik maar uit het hoofd laten.”
“Eén aspect van uw priesterleven zou ik vandaag echter in het bijzonder willen benadrukken, mede omdat dat te maken heeft met de bijzondere rol die u in de afgelopen zestig jaar als priester, bisschop en kardinaal hebt vervuld. En dat heeft te maken met de rode draad die door uw priester- en bisschopsleven loopt en dat is orthodoxie. Of mensen het nu met u eens zijn of niet, dit weten ze allemaal: u bent orthodox tot in uw vezels. Uw ongeschokte trouw aan de leer van de Kerk hebt u ook altijd onverbloemd uitgedragen. Terecht hebt u vaak van uzelf gezegd: ‘Ik ben nooit veranderd. Ik ben dezelfde gebleven. De wereld is veranderd’.”
Kardinaal Eijk eindigde met een woord van dank: “Bij al deze ontwikkelingen bent u altijd trouw gebleven aan uw wapenspreuk. … U hebt zelf in navolging van Jezus als herder grote offers gebracht om de aan uw pastorale zorg toevertrouwde mensen te brengen tot de volle waarheid in de Verrezen Heer. Daarvoor zijn en blijven wij u uitermate erkentelijk.”