Kardinaal Simonis: ‘Mariënkroon is paradijs op aarde’
Kardinaal Simonis voelt zich in zijn nieuwe woonruimte als een vis in het water. Op 15 februari verhuisde de emeritus aartsbisschop naar het abdijterrein Mariënkroon in het Brabantse Nieuwkuijk. Daar is hij opgenomen in een gemeenschap van de katholieke beweging Focolare. “Ik kwam onmiddellijk bij broeders en zusters terecht. Het is voor mij een stukje paradijs op aarde. Ze zeggen wel eens: hij kan zijn geluk niet op. Nou, dat kan ik nu zeggen. Van meet af aan voel ik me hier thuis. Ik vind hier een beleefde broeder- en zusterschap, zoals de kerk moet zijn,” aldus Simonis op de website focolare.nl.
De kardinaal vertelt altijd geboeid te zijn geweest door wat geschreven staat over de eerste christenen in Handelingen 2,42: ‘Zij legden zich ernstig toe op de leer van de apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en het gebed.’ Simonis: “Die gemeenschap vind ik hier. Kerk-zijn in de optimale zin van het woord.”
“Ik voelde me altijd al thuis bij de Focolarebeweging. Hier kom ik terecht in een dynamische gemeenschap met jongeren en mensen van alle leeftijden. En heel belangrijk: er is hier de mogelijkheid van een dagelijkse eucharistieviering samen met overtuigde medegelovigen,” zegt Simonis. “Bovendien komen hier veel groepen. Misschien kan ik daarvoor iets betekenen, of ook voor de vorming van jongeren.”
Liefde en eenheid
Kardinaal Simonis kent de Focolarebeweging al bijna 25 jaar. “Meteen in het begin was me al duidelijk: daar zit veel in. Liefde in eenheid, eenheid in liefde. Een prachtig ideaal, zeker ook voor jongeren. Maar ook een te beleven ideaal. Met als bron van alle eenheid en liefde de dagelijkse eucharistieviering.”
Van de bisschoppen Klaus Hemmerle van Aken en Paul Schruers van Hasselt zegt de kardinaal te hebben geleerd hoe als bisschop met de Focolare-beweging om te gaan. “Ook zonder je te identificeren met de beweging, kun je proberen te leven vanuit dit ideaal. De hele kerk zou deze spiritualiteit van gemeenschap moeten leven.”