Kardinaal op diaconaal werkbezoek in Twente
Kardinaal Eijk en hulpbisschop Hoogenboom brachten op 1 december een diaconaal werkbezoek aan de Twentse parochie Maria Vlucht. Zij werden vergezeld door Bernanda van den Hengel (diocesaan diaconaal werker), Trees Versteegen (teamleider van de Diocesane Kerkelijke Caritas Instelling) en pastoor Monninkhof. Ze bezochten een melkveehouder in Glane en parochiecentrum ‘De Jacobsschelp’ in Lonneker. Daar kregen ze via een soort ‘diaconaal speeddaten’ informatie van allerlei diaconale werkgroepen.
Het is voor boeren een moeilijke tijd. Op de dag van het diaconale bezoek maakte minister Schouten van Landbouw bekend dat er een fonds van 75 miljoen euro komt om bedrijfsovernames makkelijker te maken. Nu is slechts 4 procent van de boeren 35 jaar of jonger; voor veel jonge boeren is het financieel bijna niet mogelijk om het bedrijf van hun ouders over te nemen. Dat bleek in Glane ook uit het verhaal van Thijs Damhuis, de 27-jarige bedrijfsopvolger van het melkveebedrijf dat kardinaal Eijk bezocht. Hij wil graag op termijn het bedrijf van zijn ouders overnemen, maar dat is financieel lastig. Ook maakt de strenge wet- en regelgeving (bijvoorbeeld rond fosfaat) het boerenleven ingewikkeld, zo vertelde hij.
Het gesprek bij melkveehouder Damhuis werd gehouden in de kantine van de loopstal. Bij de koffie was er krentenwegge met daarop de tekst ‘Noaberschap’ (nabuurschap) – een term die in het gesprek meermalen terugkwam. Nadat kardinaal Eijk het brood had gezegend en gesneden, gingen de aanwezigen aan de hand van stellingen in gesprek. Aanwezig waren onder anderen vader Marcel en zoon Thijs Damhuis, Nicole Scholten-Linde (voorzitter LTO Noordoost Twente), Ans te Lintelo (coördinator jongerenactiviteiten in de parochie), Laurens Bombeld (Jongerenwerk + Platteland), Jozef Evering (voorzitter van de PCI van de parochie Maria Vlucht) en enkele jongeren: Jolijn Nijhuis en Hessel Broekhuis.
Marcel Damhuis illustreerde de betekenis van noaberschap met een anekdote. Toen hij zijn nieuwe buurman ergens mee had geholpen, wilde die ervoor betalen. Niks daarvan, aldus Damhuis. “Dat is noaberschap: je doet het samen.” Pastoor Monninkhof wees erop dat noaberschap ook rond geboortes en begrafenissen een rol speelt. Kardinaal Eijk noemde het “een rijkdom” dat noaberschap nog bestaat in Twente. Jongerencoördinator Ans te Lintelo benadrukte dat het ook in de diaconie doorwerkt. Zo ging de opbrengst van een voorstelling van de jongeren-theatergroep naar een tienermoeder, om er een jaar lang luiers van te kunnen kopen.
Ook kansen en uitdagingen voor de Kerk op het platteland kwamen aan bod. Kardinaal Eijk memoreerde dat het Aartsbisdom Utrecht van oudsher ‘het boerenbisdom’ wordt genoemd. Dat is het tot op zekere hoogte nog steeds, maar de verstedelijking neemt toe. “Het is voor de Kerk moeilijk om jongeren te bereiken, zeker op het platteland. De Kerk staat niet meer in het centrum van het leven.”
Verschillende aspecten spelen een rol, zo gaven de gesprekspartners aan. Zo is op veel rooms-katholieke scholen de aandacht voor het geloof afgenomen. “En als dan de viering in een schoolzaal wordt gehouden in plaats van in de dorpskerk, wordt het lastig,” verzuchtte Laurens Bombeld. Kardinaal Eijk en mgr. Hoogenboom bepleitten dat pastorale teams scholen bezoeken. “Soms moet je gewoon jezelf uitnodigen op een school. Toekomstgericht pastoraat is heel belangrijk.”
Ans te Lintelo vertelde over het ‘Pieten’ door de parochiële jongerengroep die avond: verkleed als Zwarte Piet verzorgingshuizen bezoeken. “Dat werkt twee kanten op: het is leuk voor de ouderen maar het leert de jongeren ook iets over ouderdom en zorgen voor elkaar.”
Veel agrariërs gaan niet vaak naar de kerk, maar zoeken en geloven wel. “Door het werk op de boerderij kunnen ze vaak niet op zondagochtend naar de kerk. Maar als een kalf wordt geboren, zeggen ze: ‘Het is gelukt, Godzijdank!’,” zo typeerde Nicole Scholten-Linde het agrarische geloofsleven. Thijs Damhuis vertelde dat voor veel jongeren de kerkgang niet meer van deze tijd is. Zijn vader schetste zijn geloof vooral praktisch: “Het is noaberschap, elkaar helpen.”
Mgr. Hoogenboom wees erop dat in de kerk verschillende mensen uit alle generaties samenkomen en dat is schaars tegenwoordig. Vervolgens is het belangrijk om buiten de kerk te getuigen dat je gelooft. Kardinaal Eijk onderstreepte dat: “Zien geloven, doet geloven. Het is belangrijk om één keer per week samen te bidden en te danken voor alles wat ons is gegeven.”
Thijs betrok de cultuur erbij: “Door sociale media heeft iedereen moeite om zich kwetsbaar op te stellen. De vader van een kameraad overleed onlangs. In onze kleine groep praat hij daarover. Maar naar de grote buitenwereld moet tegenwoordig alles perfect zijn. Iedereen vergelijkt zijn leven met dat van een ander – het huis van de buren, de auto van de buren. Geluk wordt vergeten in de jacht naar spullen en perfectie.” Thijs haalt zijn inspiratie uit dagelijkse dingen, “bij de koeien, in de cabine van de trekker. Maar ook zo’n middag als vandaag of gisteren tijdens een bijeenkomst met andere jonge agrariërs. Dan dank ik God voor dit alles.”
Jolijn vertelde dat de samenleving de zondag tegenwoordig niet meer als rustdag ziet, de dag wijkt nauwelijks af van andere dagen. Hessel zei inspiratie te halen uit het jongerentheater vanuit de parochie. Daarin worden Bijbelse verhalen in een modern jasje gestoken.
Nicole Scholten-Linde was blij met de komst van kardinaal Eijk. “Als boeren hebben we het niet gemakkelijk en krijgen vaak kritiek. Maar we zijn de behoeders van het landschap, dat we gekregen hebben. Veel boeren leven echter onder de armoedegrens. Ik ken gelukkig de weg naar de PCI, vele anderen kennen die niet. Mijn oproep is dan ook: laten we elkaar als Kerk en boeren beter vinden op dit terrein. Want voor veel boeren is de stap zetten naar hulp al heel moeilijk.”
Aansluitend gingen de ‘Utrechtse’ gasten naar parochiecentrum ‘De Jacobsschelp’ in Lonneker. Daar wachtte een flinke delegatie van de diaconale projecten in parochie Maria Vlucht om tekst en uitleg te geven. Maar eerst baden de aanwezigen gezamenlijk de Vespers.
Er wordt veel diaconaal werk verzet in deze Twentse parochie, zo bleek tijdens de korte gesprekken. Berend Kok van de pastoraatsgroep Lonneker vertelde over de enorme hongerdoek die een aantal jaren terug is gemaakt. Daaruit kwam de werkgroep breien voort, die wekelijks bijeen komt en kinderkleertjes maar ook winterkleding maakt.
Kardinaal Eijk, mgr. Hoogenboom en pastoor Monninkhof hoorden ook over stichting Fajikunda. Deze steunt projecten in Gambia, waar gehandicapten kaarsen en schoenen maken. Dankzij dit werk en de bijbehorende inkomsten krijgen ze eigenwaarde en kunnen ze een menswaardig bestaan leiden. Verder vertelden de Lourdeswerkgroep, de bezoekgroep en de Parochiële Caritas Instelling (PCI) over hun werkzaamheden.
Kardinaal Eijk was onder de indruk: “Al die inzet en tijd is fantastisch, daarvoor zijn we u zeer dankbaar. Door de liefde van de diaconie in de praktijk een gezicht te geven, levert u een grote bijdrage aan het uitdragen van het Evangelie. Want we moeten niet alleen praten over liefde – de kern van het Evangelie – maar het ook doen.”