Kardinaal Eijk spreekt bij Bachcantates Utrecht
De Stichting Utrechtse Bachcantatediensten viert van april tot december 2017 een 50-jarig jubileum: op 2 april 2017 was het precies 50 jaar geleden dat de eerste Bachcantate werd uitgevoerd in de Geertekerk. Sindsdien wordt op elke eerste zondag van de maand een Bachcantate in deze Utrechtse kerk gezongen. In het kader van het jubileumprogramma verzorgde kardinaal Eijk op zondag 1 oktober een inleiding bij Bachcantate nr. 80.
Bij de eerste ‘jubileumuitvoering’ op 2 april dirigeerde oud-dirigent en oprichter Wouter van Haaften net als in 1967 cantate nr. 67. Het Kathedrale Koor uit Utrecht onder leiding van Gerrit Maas voerde cantate 17 uit. De burgemeester van Utrecht, Jan van Zanen, verzorgde toen de inleiding. In het kader van het jubileumjaar maken koor en orkest van de Bachcantates Utrecht ook een Bachreis naar Weimar en Leipzig. Zij zullen dan cantate 80 uitvoeren in de historische Thomaskirche (waaraan Bach jarenlang was verbonden) en in de Nikolaikirche in Leipzig.
In zijn inleiding op 1 oktober memoreerde kardinaal Eijk dat cantate nr. 80 het bekende lied van Luther betreft dat door veel protestanten op Hervormingsdag (31 oktober) uit volle borst wordt gezongen. Zij herdenken dan immers hoe Maarten Luther op 31 oktober 1517 zijn 95 stellingen met aanklachten tegen de Rooms-Katholieke Kerk vastspijkerde aan de deur van de Slotkapel in Wittenberg. “Was het uitdagend bedoeld om de rooms-katholieke aartsbisschop van Utrecht uit te nodigen juist voor deze cantate? Op welke eerste zondag in het jubileumjaar ik de uitvoering van een cantate kon bijwonen, was uiteraard gewoon ook een agenda-technische kwestie. Maar afgezien daarvan: de tekst van het Lutherlied en van Cantate 80, een loflied op Gods almacht en zorg voor ons heil, zullen christenen van alle denominaties van harte onderschrijven,” aldus kardinaal Eijk.
Hij stond in zijn openingswoord eveneens stil bij zijn persoonlijke affiniteit met Bach. De liefde voor Bach als componist werd hem in de periode 1968-1976 bijgebracht door zijn orgelleraar Arend Storm, zo vertelde hij. Storm was organist van de inmiddels afgebroken Hervormde Princessekerk aan de Van Hallstraat in Amsterdam. Bach was zijn grote voorbeeld en ideaal. “Toen ik enkele jaren les bij hem had, trok ik de stoute schoenen aan en zei hem dat ik eigenlijk meer van romantische muziek hield dan van barokmuziek. Me terdege bewust van zijn grote voorliefde voor Bach en de barok deed ik dat overigens met de nodige schroom. Hij vatte dat echter heel goed op en kocht sindsdien voor mij ook onder meer muziek van César Franck en Alexandre Guilmant. Daarbij deed hij mij overigens de bekentenis dat hij eertijds zelf als beginneling ook meer aan romantische muziek de voorkeur had gegeven: ‘Maar Wim, dat is later bij mij veranderd en dat zal ook bij jou gebeuren.’ En daarin heeft hij gelijk gekregen. De liefde voor Bachs muziek is ook bij mij in de loop der jaren sterk gegroeid,” zo zei de Utrechtse aartsbisschop die benadrukte dat Bach als componist “op eenzame hoogte” staat.
Klik hier voor de gehele tekst van de inleiding van kardinaal Eijk.
Tags: Kardinaal Eijk