In Apeldoorn (Emmaüsparochie) werd op 28 maart de jaarlijkse Chrismamis gevierd. Vele gelovigen uit de parochies in het Aartsbisdom Utrecht waren naar de Onze Lieve Vrouwekerk gekomen om een setje te ontvangen met de zojuist gezegende drie HH. Oliën. Ook tientallen priesters (zij vernieuwden hun wijdingsbeloften), religieuzen, diakens en seminaristen waren aanwezig. In zijn openingswoord heette kardinaal Eijk ook zijn “collega-kardinaal Simonis” welkom. Tevens heette hij onder anderen welkom de vormelingen, de christelijke vluchtelingen en “allen die voor ons bisdom in opleiding zijn tot catecheet of diaconaal assistent. Wij zijn dankbaar dat u onze parochies verder wilt helpen.”

Kardinaal Eijk zegende in deze Chrismamis de olie voor de zieken en geloofsleerlingen, alsook het Chrisma voor het doopsel, het vormsel, de priesterwijding en de consecratie van kerken en altaren. De vertegenwoordigers van de kerklocaties hadden etenswaren meegenomen voor de Voedselbank in Apeldoorn, maar ook koffie, thee en chocolademelk voor de bakfiets van het straatteam, bestemd voor dak- en thuislozen in Apeldoorn. Vorige week al werd de groet van de aartsbisschop aan de gelovigen in het Aartsbisdom Utrecht bij het begin van het Paastriduum in de parochies verspreid. Klik hier om deze groet te lezen.

In zijn preek tijdens de Chrismamis verwees kardinaal Eijk naar het Joodse gebruik van het jubeljaar, dat volgens het Oude Testament eens in de vijftig jaar plaats moest vinden. Hiermee verbonden is niet alleen de kwijtschelding van financiële schulden, maar ook van morele schulden, vandaar ook de term ‘genadejaar’. De morele schulden waarin mensen zijn gevangen “zijn het gevolg van hun aangeboren egoïsme en hun daaruit voortkomende zonden waardoor zij in duister leven,” aldus de kardinaal. “Die mensen komt Jezus van hun schuilden vrijkopen en weer het ware licht van God laten zien. Maar Jezus moet wel een prijs betalen om die schulden af te lossen. En de prijs die Hij daarvoor betaalt, het offer dat Hij daarvoor brengt is Zijn leven, dat Hij zal geven aan het kruis.”

In de huidige hyper-individualistische cultuur is het brengen van offers niet populair, zo stelde kardinaal Eijk. Individuen zijn geneigd zichzelf als centrum te zien of zich zelfs op een podium te plaatsen, bovendien is er een sterke tendens om wat zwaar en moeilijk is, te zien als een kwaad dat vermeden moet worden. Toch worden offers nog wel degelijk gebracht, “zoals door goede en toegewijde ouders die grote offers brengen voor hun kinderen, die hun dit niet kunnen terugbetalen.”

En heel recent was er het offer dat luitenant-kolonel van de Franse Gendarmerie Arnauld Beltrame bracht, die de plaats innam van een gegijzelde caissière en door de islamitische terrorist werd gedood. Kardinaal Eijk: “Het offer dat Beltrame als christen bracht, heeft in Frankrijk – maar ook daarbuiten – grote indruk gemaakt. Zijn offer vestigt ook de aandacht op het offer dat Jezus bracht. Door het offer dat Jezus bracht kunnen ook wij gezalfd worden met de Heilige Geest. Die Heilige Geest bewerkt in ons de vergeving van onze schuld en geeft ons in dit leven het licht van het geloof, waardoor we hoop en vertrouwen in God mogen hebben. En die Heilige Geest stelt ons – evenals Arnauld Beltrame – in staat Jezus na te volgen en als het nodig is de offers te brengen die onze levensstaat, roeping en opdracht met zich meebrengen. En Diezelfde Heilige Geest geeft on evenals Beltrame door de ziekenzalving met de ziekenolie de kracht die we nodig hebben om ons voor te bereiden op de eeuwige ontmoeting met God na de dood.