Kardinaal Eijk neemt boek over Bilts Hoogkruis in ontvangst
Kardinaal Eijk nam op 7 maart uit handen van auteur ds. Gert Landman een exemplaar in ontvangst van het onlangs verschenen boek ‘Bilts Hoogkruis – geschiedenis in steen’. Het boek behandelt 900 jaar De Bilt, met veel aandacht voor het monument dat bij gelegenheid van dit jubileum werd opgericht: Het Bilts Hoogkruis. Dit stenen kunstwerk in kruisvorm is een verwijzing naar de Ierse wortels van de stichters van De Bilt, waarbij de H. Willibrord een belangrijke rol heeft.
Hoogkruisen zijn kenmerkend voor de keltisch-christelijke cultuur. Deze stenen monumenten worden in Ierland, Schotland, Cornwall en Wales aangetroffen op kloosterterreinen en bij kerken, op begraafplaatsen en soms op kruispunten. Sommige hoogkruisen in Ierland dateren al uit de tijd van Willibrord (zevende/achtste eeuw), sommige uit de tiende eeuw.
Spannend verhaal
Ds. Gert Landman (1951) heeft met hulp van historici in binnen- en buitenland de vroegste geschiedenis rond 1113 van de gemeente De Bilt ontrafeld. Zijn boek leest als een spannend verhaal: een ridder op weg naar het uiterste noordwesten van Ierland, de stichting van een klooster op Biltse grond en een keizerin die dit prille begin steunde door een groot moerasgebied aan het klooster te schenken.
Kardinaal Eijk zei tegen de auteur dat we in deze tijd “de missionaire geest van de heilige Willibrord nodig hebben. Het is dan ook mooi dat het christendom met dit Hoogkruis zichtbaar gemaakt wordt.” Landman herkende zich in deze woorden, zo vertelde hij. “Dat missionair-zijn zoals Willibrord herken ik echt. Er komen elke dag mensen naar dit Hoogkruis kijken. Als ik er ook ben en tekst en uitleg geef bij de afbeeldingen op dit kruis, reageert iedereen enthousiast. Eigenlijk is het een verkondigingsplek in de open lucht, net zoals de Ierse missionarissen die indertijd hadden.”
De Utrechtse aartsbisschop – de 70ste opvolger van Willibrord – wees er ook op dat de figuur van Willibrord zich goed leent voor oecumenische contacten. Zo hield kardinaal Eijk eind 2012 de eerste Willibrordlezing, een initiatief van dominee Idelette Otten en pastoor Martin Los van de parochie Licht van Christus (Vleuten/De Meern). “De persoon van Willibrord leent zich echt voor een lezing of bijeenkomst. Zijn leven en denken zijn rijk, daar hebben de mensen echt iets aan.” Ds. Landman beaamde dit: “Willibrord bracht één kerk en gaat vooraf aan alle verdeeldheid die daarna helaas is opgetreden. Hij is ons aller apostel.”
Kardinaal Eijk leidde ds. Landman aan het eind van hun ontmoeting nog rond in de Willibrordkapel van het aartsbisschoppelijk paleis. Met name de schilderingen van het leven van Willibrord door Mengelberg maakten indruk op de auteur.
Stenen ‘stripverhaal’
Het Bilts Hoogkruis werd vorig jaar onthuld door de Ierse ambassadeur in Nederland Mary Whelan en de Biltse burgemeester A. Gerritsen. Het is gemaakt door de 25-jarige lokale kunstenaar Jelle Steendam, die ter inspiratie met Landman door Ierland reisde. Zijn grootvader maakte al kerkelijke kunst – zoals de rand van het altaar in de Sint Janskathedraal in Den Bosch.
Het resultaat is een stenen ‘stripverhaal’ waarop in totaal vijftig voorstellingen van heiligen en Bijbelse symbolen staan afgebeeld. In het boek van Landman worden ze allemaal toegelicht. Zoals de Westzijde, waar onder elkaar St. Maarten (en vier van de werken van barmhartigheid), St. Patrick, St. Columba, St. Willibrord en bisschop Godebald staan afgebeeld – in volgorde van inspiratie van elkaar. Willibrord staat daarbij afgebeeld met paard en kerkje in de hand zoals het standbeeld op het Janskerkhof in Utrecht.
Lijfspreuk van Willibrord
Het grondgebied van de huidige gemeente De Bilt, van Oostbroek tot Westbroek, van Maartensdijk tot Bilthoven, was ooit moerasgebied. Rond het jaar 1113 trokken enkele ridders zich terug in het veen om er een klooster te stichten. Een middeleeuwse kroniek meldt dat één van deze ridders, waarschijnlijk Theoderik, vooraf op bedevaart was geweest naar de louteringsgrot van St. Patrick in Noord-West Ierland. Uit heel Europa kwamen daar ridders naartoe om boete te doen voor hun krijgsverleden en een ander leven te beginnen. Gelouterd kwam Theoderik terug en stichtte samen met ridder Herman het Sint Laurensklooster bij Oostbroek, waar Ludolf de eerste abt werd.
Toen het St. Laurensklooster was gesticht en zich bewezen had, kreeg het erkenning van zowel keizerin Mathilde (schenking op 14 maart 1122) als bisschop Godebald (oorkonde in 1125). De keizerin eindigde haar oorkonde met: ‘In Gods naam gezegend’ (In Dei nomine feliciter’) – de lijfspreuk van Willibrord, die vier eeuwen eerder vanuit Ierland het christelijk geloof naar Nederland had gebracht. Het leven in het klooster van Oostbroek bleef Iers gekleurd, geïnspireerd door de ervaringen van ridder Theoderik, in de traditie van Willibrord. Zo werd in de abdij lange tijd een Willibrord-hymne gezongen op elke sterfdatum van één van haar stichters.
Voor meer informatie en bestellen van het boek: klik hier.