Kardinaal Eijk houdt lezing over transhumanisme
Onder de titel ‘De nieuwe mens: schepsel of eigen Schepper?’ sprak kardinaal Eijk op 25 oktober in de lezingencyclus Academie Rolduc over transhumanisme en ethische vragen rond de manipulatie van het menselijk leven. Kardinaal Eijk is niet alleen aartsbisschop van Utrecht, maar ook filosoof, theoloog en arts. Binnen de Nederlandse Bisschoppenconferentie is hij referent voor medisch-ethische vraagstukken.
Het transhumanisme is een filosofische stroming die ervan uitgaat dat de mens “door zijn wetenschappelijke kennis en technieken in staat is zijn eigen evolutie in de hand te nemen,” aldus kardinaal Eijk. “Het neemt daarbij uitgangspunten van het traditionele humanisme aan maar meent dat de mens zich fysiek zal en moet verbeteren en zich zelfs zal overstijgen – dat wil zeggen van zichzelf een nieuw wezen zal maken.” Daarmee is deze transhumane mens dus een mens met verbeterde eigenschappen, een tussenstadium tussen de huidige mens en een posthumaan wezen dat na de mens komt.
De stroming transhumanisme komt niet uit de lucht vallen, kardinaal Eijk wees in zijn lezing enkele voorlopers aan. Zoals de filosoof Nietzsche, al was zijn ‘Übermensch’ nog het resultaat van zelfontwikkeling en culturele ontwikkeling en niet van technische middelen. In de politieke filosofie was er William Goldwin, die in zijn boek ‘Political Justice’ betoogt dat de mensheid onvermijdelijk vooruitgang boekt: het boek bepleit dan ook menselijke perfectie en verlichting. Zijn dochter Mary Shelley zorgde voor een literaire uitwerking van het menselijk streven naar vooruitgang – in dit geval fysiek. Zij beschrijft hoe Victor Frankenstein erin slaagt uit levenloos materiaal een vriend en metgezel te scheppen. Daarbij streeft hij naar schoonheid, de schrik is dan ook groot als zijn creatie allesbehalve perfect is.
Vroege transhumanisten als de geneticus J. Haldane (1862-1964) concentreerden zich op eugenetica en ectopie (de ontwikkeling van het ongeboren kind in een kunstmatige baarmoeder). Evolutiebioloog Julian Huxley, van wie de term ‘transhumanisme’ afkomstig is, streefde de verbetering van de mensheid na door natuurlijke selectie, anticonceptie, educatie en beschaving.
In 1998 richtten de filosofen Nick Bostrom en David Pearce de internationale NGO ‘World Transhumanist Association’ op. Kardinaal Eijk: “De premisse van dit transhumanisme is dat de menselijke soort in haar huidige vorm niet het einde van onze ontwikkeling vertegenwoordigt, maar eerder een naar verhouding vroege fase. Doelstellingen van deze NGO zijn het ontwikkelen en breed beschikbaar stellen van technieken om ouderdom te elimineren en op grote schaal menselijke intellectuele, fysieke en psychologische capaciteiten te vergroten. Verder de bestudering van de consequenties, beloften en potentiële gevaren van deze technieken en de ethische aspecten die hieraan verbonden zijn.”
Eén van de technieken waarmee een transhumaan mens of zelfs posthumaan wezen kan worden gerealiseerd, is de verandering van het DNA. Door een nieuwe methode (CRISPR-Cas9), die sinds 2015 door Chinese wetenschappers ook in menselijke embryo’s is toegepast, is het mogelijk om stukken DNA met de code voor de desbetreffende eiwitten (genen) exact op de daarvoor bestemde plaats in de chromosomen aan te brengen. Kardinaal Eijk beschreef enkele van deze technieken, die worden gebruikt voor therapeutische doeleinden zoals de bestrijding van leukemie, vaataandoeningen en kwaadaardige tumoren. Maar het is tevens mogelijk om het DNA van lichaamscellen te veranderen om eigenschappen van gezonde mensen te verbeteren, bijvoorbeeld via gen-doping zoals het inbrengen van genen die de code bevatten voor het hormoon EPO. Ook kiemcellen kunnen veranderd worden. Dit is in China al op menselijke embryo’s toegepast, onder meer om de mensen die eruit voortkomen, immuun te maken tegen HIV-infecties. Dit kan echter kan alleen via IVF (reageerbuisbevruchting), omdat men de embryo’s in handen moet hebben. Omdat op deze wijze ook eigenschappen bij gezonde mensen kunnen worden verbeterd, is de vrees ontstaan voor ‘designer baby’s’.
Naast de verandering van het DNA is het plaatsen van hersenimplantaten een gebruikte techniek. Kardinaal Eijk noemde een aantal klinische toepassingen van zo’n implantaat, zoals bij Parkinson, doofheid, blindheid, epilepsie en chronische pijn. Maar ook hier kan de techniek gebruikt worden om gezonde mensen te verbeteren, bijvoorbeeld bij militairen. “Het bedrijf Neuralink van Elon Musk is al bezig met de ontwikkeling van hersenimplantaten die de hersenen met de Cloud moeten verbinden. Daardoor moet het mogelijk worden de software in de hersenen te ‘upgraden’ en bestanden in de hersenen te ‘downloaden’. Deze wetenschappers zijn erin geslaagd de hersenen van ratten en apen direct met computers te verbinden, het plan is om in de volgende jaren hetzelfde te doen met de hersenen van mensen.”
Aan al deze wetenschappelijke ontwikkelingen kleven natuurlijk ethische aspecten, aldus de Utrechtse aartsbisschop. “De mensvisie van de huidige geseculariseerde samenleving is materialistisch, deze mensvisie vereenzelvigt de menselijke persoon met wat het meest specifiek voor hem is: de mind (het rationeel bewustzijn, centrum van autonome beslissingen). Het lichaam wordt gezien als iets secundairs, wat als een object tegenover hem staat en wat hij kan gebruiken als een middel om zich tot uitdrukking te brengen. Door verbetering van de biochemische en neurofysiologische processen in het brein zou het mogelijk zijn om de intellectuele en andere prestaties van mensen te verbeteren, en eventueel een ander bovenmenselijk wezen te creëren. De gedachte is dat de mens zo zijn eigen evolutie ter hand neemt.” Daarmee maakt men van het menselijk lichaam puur een middel tot een doel – de verbetering van eigenschappen bij gezonde mensen, aldus kardinaal Eijk: “Deze mensvisie kent aan de mens een zeer ruim beschikkingsrecht toe over zijn lichaam, tot en met dat over leven en dood.” Volgens deze mensvisie mogen de intellectuele en andere prestaties van gezonde mensen door technisch ingrijpen worden verbeterd, al blijven er vragen over de ongelijkheid in sociale positie tussen verbeterde mensen en niet-verbeterde mensen. En wie beslist over die verbetering: het individu, de ouders, de staat?
Kardinaal Eijk stelde hier de christelijke mensvisie tegenover. “Daarin is de menselijke persoon én lichaam én ziel. Het menselijk lichaam deelt daardoor in de waardigheid van de menselijke persoon en is daarom een doel in zich en nooit louter middel tot een doel. Bijgevolg heeft de mens slechts een beperkt beschikkingsrecht over het lichaam: hij mag in het lichaam ingrijpen met medicijnen en technieken om het leven te redden en de gezondheid te herstellen. Hij mag echter niet beschikken over het lichaam om het te gebruiken als middel met als doel eigenschappen te verbeteren bij gezonde mensen.”
Volgens de christelijke mensvisie is het ook niet mogelijk een transhumane mens en een posthumaan wezen te ontwikkelen, benadrukte kardinaal Eijk. “Het denken en willen zijn capaciteiten van de ziel; deze kunnen niet door technisch ingrijpen op een hoger niveau worden gebracht. De intelligentie van mensen wordt bepaald door het vermogen van hun hersenen om zintuiglijke informatie te verwerken. Het is daarom denkbaar dat door technisch ingrijpen de intelligentie wordt verbeterd. Het is echter niet mogelijk om met de huidige mens als uitgangspunt een nieuw posthumaan wezen te ontwikkelen, omdat men de (immateriële) ziel niet met technieken kan veranderen.”
Kardinaal Eijk concludeerde dat therapeutische toepassingen van technieken acceptabel zijn, “mits de risico’s, kosten en inzet van personeel evenredig zijn aan de kans op genezing. Bij een therapeutische ingreep is het lichaam zelf tevens het doel. Verbetering van eigenschappen bij gezonde mensen door technisch ingrijpen is niet acceptabel, omdat daardoor het menselijk lichaam wordt gedegradeerd tot een middel om die verbetering van eigenschappen tot stand te brengen. Onderscheid tussen therapie en verbetering van eigenschappen is niet altijd even scherp, daarom is de deugd van de praktische wijsheid nodig.”
Dat een middel misbruikt kan worden, betekent niet dat het acceptabel gebruik ervan dan ook maar verboden moet worden, aldus de Utrechtse aartsbisschop: “Misbruik heft goed gebruik niet op.” Hij eindigde met een vraag: “Nog afgezien van de ethische bezwaren is technisch ingrijpen van mensen in de natuur niet altijd even succesvol gebleken; denk aan de ecologische crisis. Kunnen we het mensen wel toevertrouwen om hun eigen evolutie in de hand te nemen?”
Foto’s: Ton Batens
Tags: Kardinaal Eijk