Kardinaal Eijk hoofdcelebrant in Echternach
Bijna 9.500 pelgrims uit Luxemburg en omringende landen namen op 17 mei deel aan de jaarlijkse Springprocessie in Echternach. Deze processie ter ere van de heilige Willibrord (ca. 658-739) wordt springend afgelegd door de straatjes van de oudste stad van het groothertogdom Luxemburg. Kardinaal Eijk was dit jaar hoofdcelebrant tijdens de plechtige vieringen in Echternach en preekte over het missioneringswerk van de heilige Willibrord en zijn gezellen – Willibrord was de eerste aartsbisschop van de Friezen en is de patroon van de Nederlandse Kerkprovincie.
Ook de Utrechtse hulpbisschop mgr. Hoogenboom en de Roermondse bisschoppen Wiertz en De Jong waren in Echternach aanwezig. In zijn preek verwees kardinaal Eijk naar de Brief aan de Hebreeën (13,7): “Gedenkt uw leiders [de zielzorgers], die u het eerst het woord van God verkondigd hebben. Haalt u weer hun leven en de afloop van hun leven voor de geest; neemt een voorbeeld aan hun geloof.” De naam van de auteur van de brief is onbekend, maar het gaat om een zielzorger die zich zorgen maakt, omdat het geloof in de gemeenschap zwakker wordt. “Laat u niet van de wijs brengen door allerlei vreemde theorieën,” zo waarschuwt de schrijver van de Hebreeënbrief.
Kardinaal Eijk noemde het “opmerkelijk” dat ook in deze jonge gemeente het geloof al aangetast werd: de brief werd veertig tot zestig jaar geschreven na de verrijzenis van Christus. Als de neergang eenmaal is begonnen, verloopt deze vaak snel, aldus kardinaal Eijk die deze neergang vergeleek met die in de Nederlandse kerkprovincie in de jaren zestig van de vorige eeuw en vervolgens ook in andere Europese landen.
“Ook voor ons geldt de raad aan onze leiders te denken, die ons als eerste het Woord van God hebben verkondigd,” aldus de Utrechtse aartsbisschop. De heilige Willibrord was één van hen. Hij was één van de Iro-Schotse monniken die de oversteek maakten naar het Europese vasteland. Deze missionarissen konden in hun verkondigingswerk niet teruggrijpen op bestaande kerkstructuren, maar dat had ook te maken met hun spiritualiteit: een ascetisch-mystiek ideaal om als vreemdelingen of pelgrims rond te trekken. Zo ondervonden ze net als Jezus tijdens zijn aardse leven onbegrip en vervolging.
En wat Willibrord aan structuren aanbracht om de missie te steunen – zoals de kloosters die hij stichtte – werd vaak weer vernietigd. De Iro-Schotse spiritualiteit van deze monniken was echter niet alleen hun drijvende kracht, maar ook het belangrijkste middel van hun missionering: van de directe navolging van Jezus in hun leven ging een grote wervingskracht uit, aldus kardinaal Eijk. Al snel werden ze vergezeld door missionarissen uit het gemissioneerde gebied, zoals de heilige Ludger uit de buurt van Utrecht.
Kardinaal Eijk maakte een vergelijking met latere periodes in de geschiedenis van de Kerk: zo gingen veel van de kerkelijke structuren in West-Europa verloren tijdens en na de Franse Revolutie, maar nadien zette de Kerk ook weer stappen voorwaarts. “Helaas moeten we vaststellen dat de Kerk de afgelopen vijftig jaar weer behoorlijk veel stappen naar achteren heeft gemaakt.” Zo zijn de sterke structuren van bijvoorbeeld parochies en scholen grotendeels verloren gegaan. “Willibrord en zijn gezellen zijn door hun vastberadenheid voor ons een voorbeeld, gegrond in de spiritualiteit van de Iro-Schotse monniken, om met Jezus onderweg te zijn, ook zonder grote structuren, ook met tegenwind.”
“We kunnen de heilige Willibrord niet letterlijk nadoen, maar ons wel door zijn spiritualiteit laten inspireren,” aldus kardinaal Eijk. Willibrord en zijn gezellen “wijzen ons niet alleen een weg naar zelfheiliging, maar leren ons ook hoe we zonder structuren het geloof kunnen verkondigen.” Daarbij wijst zijn spiritualiteit de weg naar de nieuwe evangelisatie van West-Europa. Kardinaal Eijk: “Ik ben geen profeet, maar we kunnen voorzien dat onze huidige seculiere cultuur ook niet eeuwig zal blijven bestaan en op een bepaald moment in de toekomst vervangen zal worden door een andere cultuur. En wie weet, misschien kunnen we dan op het gebied van onze christelijke structuren weer een paar stappen vooruit zetten.”
Foto’s: Bisdom Luxemburg