Kardinaal Eijk bezoekt synagoge Enschede
In het kader van de Dag van het Jodendom die de R.-K. Kerk in Nederland sinds 2008 jaarlijks organiseert, bezocht kardinaal Eijk op 17 januari de Nederlands Israëlitische Gemeente Twente in haar synagoge te Enschede. Thema was dit jaar de betekenis van het doorgeven van de traditie in het Jodendom en het christendom. Een gedeelde zorg is de secularisatie, zo werd duidelijk tijdens deze bijeenkomst met onder anderen opperrabbijn Jacobs. En de dreiging van antisemitisme is ook anno 2018 dichtbij: voor de Enschedese synagoge staan nog altijd geparkeerde politieauto’s en een wachthuisje.
Kardinaal Eijk kreeg een rondleiding door het fraaie gebouw en er was ruimte voor ontmoeting en gesprek. Hij werd vergezeld door mgr. Woorts, namens de Bisschoppenconferentie bisschop-referent ‘Kerk en Jodendom’ en tevens voorzitter van de gelijknamige werkgroep van het Aartsbisdom, een aantal leden van deze werkgroep, de Enschedese pastoor Monninkhof en vicaris Cornelissen van het vicariaat Deventer waartoe Twente behoort. Ze kijken “met dankbaarheid terug op deze ontmoeting,” aldus mgr. Woorts.
Opperrabbijn Binyomin Jacobs van het Inter Provinciaal Opper Rabbinaat heette de kardinaal welkom, namens het synagogebestuur gebeurde dat door voorzitter Frank Overweg, secretaris Jan van Lijf en penningmeester Marcel Zilverberg. Irene Berg, voorzitter van de Stichting Vrienden van de Synagoge, gaf tekst en uitleg bij het gebouw en zijn geschiedenis.
De synagoge van Enschede werd in 1928 gebouwd naar ontwerp van de Nederlandse architect Karel de Bazel. In 2004 vond er een grote restauratie plaats. Het centrale gedeelte omvat twee gebedsruimten – de grote sjoel en de dagsjoel – en de kerkenraadskamer. Een hoogtepunt is de grote sjoel met de negen meter hoge koepel en een enorme bronzen lichtkroon. Mozaïeken van Venetiaans glas bedekt met bladgoud geven de ruimte extra glans. Bijzonder is dat vrijwel het hele interieur, tezamen met de kostbare voorwerpen, redelijk ongeschonden de Tweede Wereldoorlog heeft doorstaan.
De reden voor dat laatste gegeven is overigens macaber, zo werd tijdens de rondleiding duidelijk gemaakt: tijdens de Tweede Wereldoorlog was het gebouw door de Gestapo in gebruik als gevangenis.
In de Nederlands Israëlitische Gemeente Twente te Enschede zijn diverse Twentse locaties gebundeld die te klein werden om zelfstandig te blijven bestaan. De Enschedese synagoge maakt sinds 2017 deel uit van ‘het grootste museum van Nederland’, een initiatief van Museum Catharijneconvent. In dit project zet een aantal godshuizen de deuren open voor het grote publiek. In de Enschedese synagoge (wel ‘de mooiste van Nederland genoemd’) verzorgt een grote groep vrijwilligers rondleidingen, ook aan scholieren.
Er zijn nog diensten, maar de gemeenschap is klein en de gemiddelde leeftijd ligt rond de 70 – veel kinderen zijn verhuisd naar andere plaatsen in Nederland. “Als bestuur hebben we de taak om zo lang mogelijk de schouders eronder te zetten.”
Voorzitter Overweg vertelde dat vóór het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog de Joodse gemeenschap rond de synagoge uit 1.200 mensen bestond; 700 van hen overleefden de oorlog niet. Vele anderen trokken na de oorlog naar elders. Kinderen van wie de familie omkwam en die alleen achterbleven, kregen vaak een niet-Joodse opvoeding in pleeggezinnen.
Verwijzend naar het politiewachthuisje voor de synagoge: “Het is van belang dat we ons gezamenlijk inspannen om antisemitisme te voorkomen. Zodat ook andere minderheden niet ons lot te wachten staat.” Nieuw antisemitisme moet voorkomen worden en dat begint bij de opvoeding – “veel kinderen in landen rond Israël worden geïndoctrineerd dusdanig dat alle Joden vernietigd moeten worden en dat doet ons verdriet.”
Kardinaal Eijk wees op het belang van de Dag van het Jodendom en dankte de Joodse gemeenschap in Enschede voor de gastvrijheid. Zowel christenen als Joden stoten volgens de Utrechtse aartsbisschop bij het doorgeven van hun geestelijk erfgoed aan de volgende generatie op de huidige cultuur, die wordt gekenmerkt door individualisme.
Andere obstakels zijn de gedachte dat geloof en rede elkaar uitsluiten en de misvatting dat religies in zichzelf oorzaken zijn van geweld, tweedracht en oorlog. “En ook al valt niet te ontkennen dat aanhangers van religies zich ook aan geweld schuldig maken, we moeten ook oog houden voor de sterke cohesie die het Jodendom en het christendom in de samenleving teweeg hebben gebracht en brengen.”
Tevens verwees kardinaal Eijk naar de Tweede Wereldoorlog: “Het doet ons veel pijn dat ook katholieken, die op basis van hun geloofsonderricht en vorming beter hadden moeten weten, zich schuldig hebben gemaakt aan geweld tegenover Joden in de Nazitijd en hun aandeel hebben gehad in de Shoah. Dit spijt ons oprecht. Gelukkig waren er ook katholieken die bij de verdediging van Joodse landgenoten in die donkere jaren een moedige rol hebben vervuld,” – zoals zijn voorganger aartsbisschop De Jong, die ook persoonlijk grote risico’s heeft gelopen. Kardinaal Eijk noemde verder de dialoog tussen Joden en christenen in navolging van paus Franciscus “een morele plicht. Door de dialoog met elkaar te voeren kunnen Joden en christenen ondanks hun verschillen elkaar ondersteunen in het doorgeven van het geestelijk erfgoed dat God hen heeft toevertrouwd.” Ten slotte sprak kardinaal Eijk de hoop uit dat de Dag van het Jodendom eraan mag bijdragen “dat wij het geestelijk erfgoed dat ons verenigt ondanks de obstakels opgeworpen door de huidige cultuur met meer vrucht kunnen doorgeven aan anderen, vooral ook jongeren.”
Opperrabbijn Jacobs begon zijn toespraak met een mop over een bisschop en een rabbijn waar iedereen smakelijk om kon lachen. Het feit dat dat kan, zo zei de opperrabbijn, getuigt van de vriendschap en de band die er de laatste jaren tussen elkaar is ontstaan. Hij benadrukte de overeenkomsten en stond net als kardinaal Eijk stil bij de grote ontkerkelijking en de heersende opvatting: ‘religie doe je maar thuis’. “Maar er is een nieuwe godsdienst in de samenleving en dat is secularisatie,” aldus Jacobs. Wetenschap en religie zijn niet met elkaar in tegenspraak, het zijn andere domeinen. “Samen moeten we strijden voor de Eeuwige en het geloof in Hem.”
De opperrabbijn verwees naar de Tweede Wereldoorlog. Die kostte 6 miljoen Joden het leven, maar – zo zei hij – in totaal kwamen er 52 miljoen mensen om. “Het begint met antisemitisme maar gaat verder en verder.” Hij wees dan ook op het belang van dialoog, onder meer met asielzoekers. Die moeten basiswaarden worden bijgebracht.
“Dat we hier vandaag samen zijn is een belangrijke boodschap tegen secularisatie en tegen antisemitisme. Door ons samenzijn zeggen we: dat accepteren we niet. En dat mag niet blijven bij alleen deze Dag van het Jodendom. Die is een impuls, het moet een dag zijn dat we krachten verzamelen om ermee verder te gaan.”
Jacobs haalde zijn kleindochter aan, die op familiebezoek in Engeland over een schoolgebouw had gezegd: “Dat is geen joodse school want er staan geen soldaten voor.” “Ons samenzijn dient een educatief doel dat van vitaal belang is: leven in eenheid met onderlinge verschillen.”
Klik hier voor de toespraak van kardinaal Eijk
Tags: Dag van het Jodendom