Van inloophuis tot voedselbank en schuldhulp
Kardinaal Eijk en hulpbisschop Hoogenboom brachten op 7 december een diaconaal werkbezoek aan de Norbertusparochie (Noord-West Veluwe en Oostelijk Flevoland). Het programma begon met een Eucharistieviering in Nunspeet, gevolgd door een ontmoeting met parochianen. ‘s Middags brachten kardinaal Eijk en mgr. Hoogenboom, in gezelschap van diocesaan diaconaal werker Herman Rolfes, pastoor G. Nijland en leden van de parochiële caritasinstelling een bezoek aan inloophuis ‘De Herberg’ in Dronten en aan een voedselbank/inloophuis in Lelystad.
In zijn preek besprak kardinaal Eijk het leven van het echtpaar Jacques Maritain en Raïssa Oumançoff, dat begin 20ste eeuw in Parijs studeerde. Aanvankelijk geloofden ze dat de moderne wetenschap alles kon verklaren, maar ze raakten teleurgesteld omdat dit niet bleek te gelden voor de levensvragen. Ze besloten zelfmoord te plegen als ze niet binnen een jaar een diepere betekenis aan het leven konden ontdekken. Het rooms-katholieke geloof stootte hen af, vanwege het gedrag van sommige gelovigen. Het was het gebed tijdens een ziekte van Raïssa dat hen over de geloofsdrempel hielp. Jacques Maritain schreef vervolgens ruim 60 boeken over het geloof, zij profileerde zich als dichteres/mystica.
“Dit bekeringsverhaal toont de actualiteit van het Evangelie,” benadrukte kardinaal Eijk. “Het gaat erom dat onze ogen open gaan, zoals in de Evangelielezing waarin Jezus twee blinden geneest. Geestelijke blindheid wordt echter niet eenvoudig herkend,” aldus de aartsbisschop. “We zijn voor anderen de toegangsdeur naar het geloof, dat moeten we ons realiseren. Door diaconale werken van liefde kunnen we bij anderen de ogen openen. Maar Jezus komt ook in ons leven langs en het is vreselijk wanneer we dat moment niet opmerken. Daarom is het belangrijk om in gelovig gebed te vragen om ons de ogen te openen.”
‘Gewone Drontenaren’
Na een geanimeerde ontmoeting met de parochianen reisde de groep door naar Dronten. Daar presenteerde de MOV-groep (Missie, Ontwikkeling, Vrede) zich met het project ‘timalawi’ (Toekomst Initiatief Malawi: www.timalawi.nl). Initiator en voorzitter Thea van der Helm liet zien wat er de afgelopen twee jaar bereikt was: de bouw van een multifunctioneel ‘Trainings- en Ontwikkelingscentrum’ in Chipoka in het bisdom Dedza. Hierbij wordt nauw samengewerkt met het bisdom in Malawi. Als het centrum klaar is, zal het gebruikt worden door diverse commissies met workshops voor jongeren, vrouwen en andere doelgroepen op het gebied van vrede, gezondheid, onderwijs, landbouw en ontwikkeling. “Het project levert werkgelegenheid op voor de lokale bevolking en daarvoor is men zeer dankbaar,” aldus Van der Helm.
Vervolgens werd aangeschoven voor een maaltijd in inloophuis De Herberg (www.herbergdronten.nl), gevestigd in het kerkgebouw. Vrijwilligster Ellen Bakker vertelde dat er tijdens de inloopochtenden en -middagen maximaal 28 gasten terecht kunnen. Twee maal per maand is er bovendien een warme maaltijd. Van drugsproblematiek is in Dronten geen sprake, “er komen hier ‘gewone’ Drontenaren,” aldus Bakker. Vooral eenzame ouderen vinden de weg naar De Herberg. “Ontmoeting is het belangrijkste want je zult maar eenzaam zijn. Dan is het fijn als je weer bij naam wordt genoemd, vreugde en verdriet kunt delen, nieuwtjes kunt uitwisselen.” Voor de toekomst verwacht De Herberg meer gasten vanwege de toenemende vergrijzing. Vooral weduwnaars leggen moeilijk nieuwe contacten. Maar ook allochtonen zijn regelmatig present, onder meer voor taalstages.
Kardinaal Eijk was onder de indruk van het initiatief en de inzet: “Armoede in Nederland is een toenemend probleem. Minstens zo problematisch is het daarmee samenhangende probleem van de eenzaamheid, daarom is het zo goed dat deze ontmoetingsplek bestaat.” Over het project in Malawi merkte de kardinaal op dat het katholieke geloof daar zeer vurig wordt beleefd. “We brengen hen niet alleen iets, dat zou tot hoogmoed kunnen leiden. Zij hebben ons ook echt iets te bieden aan spiritualiteit. Daarom is het onderlinge contact van groot belang.”
Vliegtuigmaaltijden
De slotetappe van dit vierde diaconale werkbezoek speelde zich af in inloophuis Open Haven van de stichting IDO (Interkerkelijk Diaconaal Overleg) in Lelystad. Directeur Jan van Opstal (foto boven, links) gaf een rondleiding door deze ‘plek voor ontmoeting en advies’, waarbij karidnaal met gasten sprak. De locatie vormt met inloophuis Waterwijk, Voedselbank De Korenaar en een organisatie voor schuldhulpverlening de IDO-koepel, waarin negen kerken participeren (waaronder de Norbertusparochie). Van Opstal vertelde dat door de krimpende budgetten mensen in de maatschappij buiten beeld raken. “Met het IDO proberen we die mensen te vinden, onder het motto ‘helpen waar geen helper is’. We doen dat met zo’n 300 vrijwilligers en 8 parttime beroepskrachten. De inloophuizen hebben een belangrijke sociale functie. Behalve dat zo mensen uit hun isolement komen, wordt er ook veel problematiek gesignaleerd. Het kabinet gaat uit van de eigen kracht en het netwerk van burgers, wij maken de mensen mee die dat niet hebben. We proberen mensen op de eerste sport van de hulpladder te krijgen.”
Grote kracht van het IDO is de combinatie van vormen van hulpverlening. Medewerkers van de schuldhulpverlening en de Voedselbank gaven tekst en uitleg bij hun werkzaamheden. Zo bestaat er een ‘papieren brigade’, die de soms plastic tassen vol met achterstallige administratie en onbetaalde rekeningen ordent. Maar ook schuldhulpverlening tijdens de detentie en het voorkomen van huisuitzettingen zijn initiatieven. Naast het schuldhulptraject is er een laagdrempelig inloopspreekuur. Het lukt om 70 procent van de cliënten schuldenvrij te maken – een hoge score gezien het landelijke gemiddelde van 35 procent.
Voedselbank De Korenaar verstrekt wekelijks zo’n 300 voedselpakketten – geen wonder gezien de recente cijfers dat in Nederland 1 miljoen mensen op of onder de armoedegrens leven. Al het voedsel wordt geschonken, verse groenten komen vaak van de boeren in de polder. Maar ook vliegtuigmaaltijden vinden hun weg naar De Korenaar en vervolgens naar de mensen.
Met een expertisecentrum wil het IDO de opgebouwde kennis overdragen en meer bekendheid geven in Nederland. Zorgen zijn er ook: men verwacht meer hulpvragen en geld blijft schaars. “We leven hier op nieuw land en dus is er weinig oud geld bij de lokale kerken,” zoals Van Opstal het formuleerde.” Kardinaal Eijk roemde de professionaliteit en de wijze waarop al deze hulpverlening onder één dak is georganiseerd. Mgr. Hoogenboom noemde het meest indrukwekkend “dat mensen in hun waardigheid worden hersteld. Dat is het meest fundamentele wat u doet, plus het aanbrengen van nieuwe netwerken in deze geïndividualiseerde samenleving.”