De aanstaande sluiting van de Utrechtse priesteropleiding het Ariënskonvikt blijkt voor sommige mensen aanleiding om een fondswervingscampagne te starten, zo is de afgelopen dagen duidelijk geworden. Aartsbisschop Eijk noemt deze initiatieven “hartverwarmend”, maar wijst er eveneens op dat de financiële nood groter is dan deze initiatiefnemers wellicht denken. Het aartsbisdom vraagt dan ook om géén geld te geven voor het openhouden van het Ariënskonvikt: dit biedt immers geen structurele oplossing.

De kosten voor het opleiden van één student aan het Ariënskonvikt bedragen momenteel per jaar € 36.000 – dat is meer dan het jaarsalaris van de gemiddelde Nederlander (ter vergelijking: het jaarinkomen van ‘Jan Modaal’ bedraagt in 2009 zo’n € 31.000). Het Ariënskonvikt werkt al lange tijd met een eigen begroting, waarbij de inkomsten van incidentele aard zijn: met name erfenissen, legaten en giften. Omdat het convict vaak met een tekort afsloot, paste het aartsbisdom steeds het verschil bij. Aangezien het Aartsbisdom Utrecht nauwelijks nog over financiële reserves beschikt, kan deze situatie niet blijven voortbestaan. Structurele bekostiging kan alleen geschieden uit rendement van vermogen, zelfs incidentele giften van enkele tonnen bieden geen zekere basis voor een financieel gezonde priesteropleiding.
Belangrijker nog is dat het aantal priesterstudenten in de loop der jaren zo sterk is geslonken (voor het aartsbisdom zelf zijn dat er nog zes van de twaalf studenten), dat het buitenproportioneel is om zoveel geld in één activiteit te steken. Zeker gezien het feit dat Nederland nog vijf priesteropleidingen telt. Ook komt daardoor het gemeenschapsleven onder druk te staan, een element dat in een priesteropleiding van groot belang is. Dat het Ariënskonvikt geen seminarie is, heeft in het besluit tot opheffing geen rol gespeeld.

Geldwerving gaat door
Uiteraard kost het opleiden van priesters aan het seminarie De Tiltenberg, waar Utrechtse priesterkandidaten vanaf volgend jaar hun studie zullen (ver)volgen, ook geld. Het nieuw op te richten Utrechtse Ariëns Instituut, dat verantwoordelijk zal zijn voor onder meer het roepingenwerk en de begeleiding van priesterkandidaten tijdens de parochiestage, kost eveneens geld. De inspanningen om geld te werven voor het roepingenwerk en de opleiding (door het Fonds Priesteropleiding) gaan vanuit het aartsbisdom dan ook onverminderd voort. Initiatieven op dat vlak zijn uiteraard van harte welkom.