Juni 2023

Voedsel zonder houdbaarheidsdatum

Voor een familiefeestje thuis moeten we boodschappen doen en de nodige zaken in huis halen. In de supermarkt bekijken we zorgvuldig of de houdbaarheidsdatum van de etenswaren die we inslaan niet verlopen is. Stel je toch eens voor dat we iets op tafel zetten en gasten zouden waarnemen dat de betreffende lekkernij over de houdbaarheidsdatum is. Dan wantrouwen de gasten verder alles wat we nog op tafel zetten en staan we in ons bekende ‘hempie’.

De Joden aten tijdens hun tocht door de woestijn van Egypte naar het beloofde land Kanaän manna, een soort brood dat God voor hen elke dag uit de hemel deed neerdalen. Sommigen onder hen dachten: “Nou, met God weet je het maar nooit.” Daarom verzamelden ze – tegen Gods aanwijzingen in – meer manna dan ze voor één dag nodig hadden, terwijl Hij beloofd had elke dag nieuw manna rond hun kamp te doen neerdalen. Maar ze kwamen van een koude kermis thuis. Want de volgende dag was het manna al bedorven. Het had maar een houdbaarheid van één dag. Bovendien verlengde het manna niet de houdbaarheidsdatum van hun leven. Uiteindelijk gaf het hen niet de garantie van een eeuwig leven.

Ons beloofde land ligt niet zoals bij het Joodse volk in de tijd van Mozes ergens op aarde maar in de hemel, dat wil zeggen bij God. En in de Eucharistie, ons voedsel op weg naar ons beloofde land, ontvangen we van de hemel al een voorproefje. In dit sacrament ontvangen we het Lichaam en Bloed van Christus, dus Christus in persoon. En Hij is God en mens tegelijk. God is eeuwig. Daarom heeft het voedsel van het sacrament van de Eucharistie geen houdbaarheidsdatum. Door de Eucharistie krijgen we gemeenschap met God. En wie aan Gods leven deel heeft, heeft ook deel aan het eeuwig leven in Hem.

Wij ontvangen Jezus in de communie als voedsel. Alleen gebeurt met het sacrament van de Eucharistie iets heel anders dan bij gewoon voedsel. Gewoon voedsel wordt in ons spijsverteringskanaal afgebroken en vervolgens omgezet in de verschillende bestanddelen van ons lichaam. Bij de Eucharistie gebeurt het omgekeerde. Wij zijn het die worden omgezet in Jezus. We worden daardoor aan Hem gelijkvormig. Als we Jezus toelaten om in ons werkzaam te zijn, dan groeien we in liefde tot God en onze medemensen. Zo worden we voorbereid voor het eeuwige leven bij God. Jezus zegt in de Broodrede (Evangelie volgens Johannes, hoofdstuk 6): “Wie mijn bloed drinkt en mijn vlees eet, heeft leven in eeuwigheid en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag” (Joh. 6,54).

Wij gaan vaak door alles wat onze rijkdom en welvaart ons te bieden hebben zo intens op in het leven van deze wereld, dat we weinig geneigd zijn om over de horizon van dit leven heen te kijken. Bij de houdbaarheidsdatum van ons leven staan we weinig stil, behalve in gevallen waarin we iets onder de leden hebben. En toch, als we bewust het sacrament van de Eucharistie vieren, dan vieren we elke keer dat ons leven uiteindelijk geen houdbaarheidsdatum kent.

Vanaf het begin moment van ons bestaan kent ons leven geen einde meer. We leven voort tot in eeuwigheid. Maar de essentiële vraag is niet of we een eeuwig leven hebben, maar: hoe zal dat leven in eeuwigheid zijn? Wij zoeken in dit leven ons geluk, als dat al voorhanden is, meestal in dingen die uiteindelijk voorbijgaan: menselijke relaties, een baan, een goede sociale positie, vakantie, et cetera. Wie Jezus volgt en zich laat voeden door Zijn Lichaam en Bloed, dus door Hemzelf in Persoon, dit voedsel zonder houdbaarheidsdatum, bereidt zich voor op een leven bij God voor altijd, een leven in volmaakt geluk zonder houdbaarheidstermijn. Vanwege dit voedsel, het kostbaarste geschenk dat we van God in dit leven ontvangen, hebben we Hem op Sacramentsdag (zondag 11 juni), vanuit de grond van ons hart geloofd en bedankt.