September 2017

Slangen

In het Zuidoosten van de Verenigde Staten, in de heuvels van Appalachia, zijn er enkele Pinkstergemeenten die in hun religieuze bijeenkomsten slangen gebruiken. Ter voorbereiding op de dienst worden zorgvuldig giftige slangen gevangen. Dit moet allemaal in de zomer gebeuren, want in de winter trekken slangen zich terug en kun je ze niet meer vinden. En tijdens de dienst zie je de voorganger en in navolging van hem ook aanwezigen, wanneer ze de zalving van de Heilige Geest voelen, met lef ronddansen rond het preekgestoelte met één of meer giftige slangen in hun handen (‘snake handling’). Dat zijn nog eens spannende diensten! Je zou ze bijna aanbevelen aan mensen die onze vieringen soms saai vinden. In hedendaagse termen: deze diensten geven je een ‘beleving’ die geen moment verveelt.

Waarom doen die gelovigen dat eigenlijk? De reden is dat zij de risico’s die ze nemen door giftige slangen in de handen te nemen en er eventueel door gebeten te worden, zien als een bewijs van hun geloof. Sommigen menen zelfs dat je dit bewijs van je geloof geleverd moet hebben om in de hemel te kunnen komen. Stel dat we van alle vormelingen zouden vragen om eerst een poosje met een slang te dansen op het priesterkoor en zo te bewijzen dat ze geloven, voordat hen het sacrament van het Vormsel wordt toegediend. Ik vrees dat het aantal vormelingen dan hard zou dalen.

Waarom zouden mensen in het vastpakken van slangen en ermee dansen een bewijs van hun christelijk geloof zien? Zij lezen dit in de woorden die Jezus tot de apostelen richt, wanneer Hij na Zijn verrijzenis aan hen verschijnt en hen de opdracht geeft uit te gaan over de hele wereld en het Evangelie te verkondigen aan heel de schepping: “Wie gelooft en gedoopt is, zal gered worden, maar wie niet gelooft zal veroordeeld worden. En deze tekenen zullen de gelovigen vergezellen: in mijn naam zullen ze duivels uitdrijven, nieuwe talen spreken, slangen opnemen; zelfs als ze dodelijk vergif drinken zal het hun geen kwaad doen” (Mc. 16,16-18; vgl. Luc. 10,19). Zij geloven op basis van deze tekst dat God hen beschermt tegen slangenbeten en dat ze geen medische behandeling nodig hebben als ze gebeten worden.

Maar het gaat niet altijd goed. Jaren geleden zond National Geographic een documentaire uit over zo’n bijeenkomst: diverse aanwezigen hadden vingers en delen van handen of zelfs de gehele onderarm verloren als gevolg van beten door giftige slangen. En in 2013 werd bericht dat een voorganger was overleden na een slangenbeet: aanvankelijk was hij van mening dat hij geen medische behandeling nodig had. Toen hij uiteindelijk toch naar het ziekenhuis ging, bleek het te laat.

Zijn die woorden van Jezus dan niet waar? Ja, die zijn waar, maar we moeten niet over het hoofd zien tot wie Hij ze richt: tot de apostelen en via hen tot de Kerk als geheel. Dus niet tot individuele gelovigen. En de Kerk is uitgegaan over de hele wereld en heeft het Evangelie verkondigd aan de hele schepping. Ze heeft daarbij steeds nieuwe talen gesproken. Gebeten door slangen is zij in de loop der eeuwen van alle kanten. Velen hebben geprobeerd haar te onderdrukken, te vervolgen en uit te roeien. Dat gebeurt in sommige delen van de wereld nog steeds, waar christenen worden vervolgd en met de dood worden bedreigd, als zij Christus trouw blijven. Maar de Kerk leeft nog steeds. Zelfs “de poorten der hel zullen haar niet overweldigen,” zegt Jezus (Mat. 16,18).

Van een aantal heiligen is overigens bekend dat zij door hun geloof de confrontatie met slangen aankonden. Paulus wordt op Malta door een adder in zijn hand gebeten en omstanders verwachten dat hij zal opzwellen of dood neervallen, maar hij ondervindt daar geen hinder van (Hand. 28,1-6). Ed Skubisz werkte een verhaal uit over Willibrord, waarin deze de dochter van een priesteres van de godin Frya geneest van een slangenbeet en zo de gelegenheid krijgt in haar dorp het Evangelie te verkondigen. En Amandus, een missiebisschop uit de 7de eeuw in Vlaanderen, wordt wel afgebeeld met een slang die rond zijn staf kronkelt. Volgens een biografie van hem heeft hij als jonge monnik met behulp van een kruisteken een slang verjaagd.

Hoe dan ook, we kunnen die slangen maar beter in hun natuurlijke habitat laten en doen wat Jezus feitelijk bedoelt: met lef openlijk voor ons geloof in Hem uitkomen.