Februari 2025
Met religieuzen op bezoek in de St. Willibrordsabdij
Op de gedachtenis van de heilige Blasius (3 februari jongstleden) vond onze jaarlijkse religieuzendag plaats. Het aantal deelnemers is in de loop der jaren geslonken en de gemiddelde leeftijd toegenomen. Het aantal zal volgend jaar nog minder worden, doordat de Karmel van de ongeschoeide zusters karmelietessen te Arnhem, Nazareth, zal worden gesloten. De zusters hebben inmiddels een hoge leeftijd bereikt en de meesten van hen hebben behoefte aan zorg. Daarom zullen zij naar een oud klooster van hun orde in Oirschot gaan, waar de nodige zorg kan worden geboden.
Er zijn echter ook lichtpunten. We zijn heel blij dat de zusters franciscanessen van Thuine (Duitsland) hun klooster in Denekamp willen behouden. Als onderdeel van de grotere communiteit van de zusters van Denekamp woont hier een zevental zusters, afkomstig uit Indonesië, waar de Nederlandse tak van hun congregatie in het verleden missiehuizen heeft gehad. Voor het besluit om in Nederland te blijven, zijn wij de congregatie zeer erkentelijk. De Indonesische zusters wonen tegenwoordig met elkaar in het oudste deel, waaraan de kapel gelegen is. Het deel daarnaast is in gebruik genomen als gastenverblijf en retraitecentrum (het Franciscushuis), waar het aartsbisdom ook graag gebruik van maakt. Verder staat op het terrein het St. Jozefhuis waar de andere zusters wonen. Bovendien heeft een congregatie die in Nederland is gesticht, aangegeven dat zij onder meer in het Aartsbisdom Utrecht een communiteit van 3-4 zusters wil vestigen. Er is dus ook groei.
Dit jaar waren we voor de Religieuzendag te gast bij de benedictijnen van de St. Willibrordsabdij bij Doetinchem. Pater Johan te Velde verzorgde een inleiding over gastvrijheid. Het is een bijzonder onderdeel van de spiritualiteit van de benedictijnen dat zij hun gasten ontvangen alsof zij Christus zijn. ‘s Middags was er een rondleiding in het gastengedeelte en de eigenlijke abdij. Deze abdij is eigenhandig gebouwd door monniken afkomstig uit Oosterhout, die in 1947 met dat doel naar Doetinchem werden uitgezonden.
De Evangelielezing van de dag betrof het bezoek van Jezus aan het land van de Gerasenen (Mc. 5,1-20). Hier bevrijdt Jezus een man die lijdt aan een vreselijke vorm van bezetenheid door een legioen duivels. Te ketenen valt hij niet, omdat hij zijn boeien steeds weer weet te verbrijzelen. Er is geen land met hem te bezeilen, hij is woest en gevaarlijk en niemand kan een zinnig woord met hem wisselen. Het legioen duivels wordt op hun verzoek door Jezus uitgedreven naar een groep van 2.000 zwijnen, die daardoor de kluts kwijt raken, zich vanaf de steile helling in het Meer van Galilea storten en verdrinken.
Vervolgens verschijnen de eigenaren van de zwijnen om poolshoogte te nemen. Zij zien hoe de bezeten man volslagen genezen is. Maar voor hem hebben ze geen belangstelling. Ook zijn ze niet geïnteresseerd in wat Jezus door Zijn machtige woord ook voor hen kan betekenen. Het gaat hen uitsluitend om het veiligstellen van hun financiële belangen. Daarom verzoeken zij Jezus om hun streek te verlaten, wat Hij ook doet.
Onze cultuur lijkt in een bepaald opzicht sterk op die van de Gerasenen. Materiële belangen staan voorop in onze neoliberale kapitalistische samenleving. Alles draait om economische waarden. Voor geestelijke waarden loopt de meerderheid niet warm. Dit is geen vruchtbare voedingsbodem voor het christelijk geloof en al helemaal niet voor een religieuze roeping. De Evangelische Raden van maagdelijkheid, armoede en gehoorzaamheid spreken weinigen aan. Echter, juist daarom heeft onze tijd op dit moment meer dan ooit behoefte aan het getuigenis van de drie Evangelische Raden door onze religieuzen.
De laatste jaren meldt zich bij de priesters in onze parochies – vooral in de steden, maar ook elders – een toenemend aantal jongeren dat tot de Kerk wil toetreden en Christus wil volgen. Zij raken uitgekeken op de leegheid van de huidige cultuur die geen vaste ankerpunten en een doel aan het leven geeft.
Door beleving van de drie Evangelische Raden waren religieuzen zeer waardevolle getuigen van Christus en Zijn Evangelie en dat zijn zij nog steeds. Zo verzorgden zij op onze beide Bisdomdagen in 2023 en 2024 in het kader van ons missionaire project de Aanbidding van het Allerheiligste. Deze biddende aanwezigheid is op zich al een kostbaar getuigenis. We zijn blij met onze religieuzen in het Aartsbisdom Utrecht.