December 2014
Het Jaar van het Religieuze Leven
Op de eerste zondag van de Advent is het Jaar van het Religieuze Leven begonnen. Dit is een initiatief van paus Franciscus, die als jezuïet zelf religieus is. Hiermee wil hij het religieuze leven in de schijnwerper zetten. Dit is niet overbodig. Door het geringe aantal intredingen in ordes en congregaties vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw zijn veel kloosters overbodig worden en hebben ze een andere bestemming gekregen.
Dit is jammer, want religieuzen hebben de roeping om op een bijzondere manier Jezus na te volgen. Daardoor leveren religieuzen door hun levenswijze een heel bijzondere bijdrage aan de verkondiging van het Evangelie.
Jezus volgen is de roeping van elke christen. Wat is er dan zo bijzonder aan de wijze waarop religieuzen Jezus volgen? Het specifieke is dat zij dat zij gelofte doen volgens de drie evangelische raden: armoede, kuisheid en gehoorzaamheid.
De armoede houdt in dat religieuzen geen persoonlijke bezittingen hebben. Alles is gemeenschappelijk eigendom van de orde of congregatie waar zij lid van zijn. Het leven van religieuzen is vaak heel eenvoudig en sober. In de armoede weerspiegelt zich iets van Jezus die zich door Zijn menswording arm maakte. Hierin willen religieuzen door de gelofte van armoede Jezus van meer nabij navolgen.
Ook door de gelofte van kuisheid, dus van het celibaat, weerspiegelen religieuzen op bijzondere wijze iets van Jezus die Zelf celibatair leefde, en tevens iets van de verrijzenis. Na de verrijzenis, zo zegt Jezus, zullen wij een leven leiden als dat van engelen en niet meer leven als gehuwden. Het celibataire leven van religieuzen is er voor alle gelovigen een herinnering aan dat ons uiteindelijk doel de verrijzenis is en de terugkeer naar God.
In de gelofte van de gehoorzaamheid weerspiegelen religieuzen iets van Jezus’ gehoorzaamheid. Jezus aanvaardde immers in gehoorzaamheid de zending die Hij van Zijn Vader ontving, om mens te worden en voor onze redding en verzoening de kruisdood te ondergaan. Van alle drie de geloften is die van gehoorzaamheid de moeilijkste.
Jezus in Zijn gehoorzaamheid volgen, vereist dat we zoals Hij nederig zijn. Maar daar zijn wij mensen niet zomaar toe geneigd. Pater Cantalamessa, een Italiaanse kapucijn, heeft eens gezegd: het menselijk lichaam bestaat voor 75 procent uit water, de menselijke ziel voor 75 procent uit hoogmoed. En hoogmoed is het belangrijkste obstakel om God en medemens te dienen.
Nederigheid betekent niet dat je niets voorstelt en daardoor klein bent, maar dat je je klein maakt in een bewuste keuze om God te gehoorzamen en te dienen en daarmee ook je medemensen te dienen. God maakt zich klein als Hij mens wordt in Jezus, zich zachtmoedig en nederig opstelt om ons te verlossen van het kwaad en te brengen tot het eeuwige Rijk van God.
In het leven volgens de geloften weerspiegelen religieuzen op bijzondere wijze verschillende aspecten van Jezus’ leven. Daardoor brengen zij door hun levenswijze een bijzondere eer aan God, die zij tevens plaatsvervangend brengen voor veel mensen die dat te weinig of helemaal niet doen. Bovendien maken religieuzen in hun levenswijze iets zichtbaar van Jezus en dit is een eigen bijdrage aan de verkondiging van het Evangelie: “Het Godgewijde leven is geroepen om de Blijde Boodschap te belichamen, in de navolging van Christus, de verrezen Heer, om zich de bestaanswijze en de handelwijze van Christus als het mens geworden Woord tegenover de Vader en tegenover hun broeders en zusters eigen te maken” (Congregatie voor de Instituten van het Gewijde Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven, Verheugt u, Rondzendbrief aan de Godgewijde mannen en vrouwen ter voorbereiding van het Jaar van het Godgewijde Leven, nr. 5).