December 2022
Impressies van het (laatste?) Ad Limina-bezoek
Van 7-13 november jongstleden was de Nederlandse Bisschoppenconferentie in Rome. Bijna voltallig want het oudste lid, de 87-jarige hulpbisschop van Haarlem mgr. Van Burgsteden s.s.s., had vanwege zijn gevorderde leeftijd besloten om niet mee te gaan. Ook ontbrak mgr. Liesen, de bisschop van Breda, die vanwege een medische behandeling niet in de gelegenheid was om aan het Ad Limina-bezoek deel te nemen.
Wel was mgr. Smeets meegegaan. Hij is ernstig ziek, maar wilde toch het Ad Limina-bezoek meemaken, omdat dit de enige keer zou kunnen zijn dat het voor hem mogelijk is. Hij is in interviews heel open over zijn ziekte en de mogelijkheid dat hij wellicht binnen afzienbare tijd daaraan kan overlijden. In deze interviews laat hij niet na duidelijk te maken dat hij zich geheel aan God heeft toevertrouwd. Daardoor getuigt hij op indringende wijze van de manier waarop een christen vol vertrouwen en met overgave de dood in de ogen kan kijken.
Zijn woorden deden mij beseffen dat het voor mij ook wel eens de laatste keer zou kunnen zijn dat ik aan een Ad Limina-bezoek heb deelgenomen. Officieel vinden deze om de vijf jaar plaats, maar door de achterstand die de Romeinse curie heeft opgelopen, leggen bisschoppen op dit moment met een frequentie van ongeveer een keer in de negen jaar een Ad Limina-bezoek af. Over ruim vijf-en-een-half jaar zal ik 75 jaar worden en dat is de leeftijd waarop een bisschop volgens het kerkelijk recht zijn ontslag moet indienen bij de paus. Zou dit voor mij ook het laatste Ad Limina-bezoek zijn geweest? En zal ik na mijn emeritaat nog lid zijn van de Nederlandse Bisschoppenconferentie?
Ad Limina-bezoeken brengen voor de bisschoppen en hun medewerkers veel werk met zich mee. De bisschoppen dienen enkele maanden tevoren een zeer uitgebreid rapport over hun bisdom naar Rome te sturen. Bovendien schrijft elke bisschop een verslag met een overzicht van de activiteiten van de beleidssector die hij namens de Bisschoppenconferentie behartigt. Voor mij betreft dat opleidingen tot kerkelijke bedieningen, het dossier seksueel misbruik en medische ethiek.
De gesprekken met de diverse afdelingen van de Romeinse curie, waarin we tevens mondeling verslag over onze beleidssectoren uitbrachten, waren – ieder op hun eigen wijze – interessant tot heel interessant. Toch vormen de schriftelijke verslagen en deze gesprekken niet het hoogtepunt van het Ad Limina-bezoek.
Dat hoogtepunt betreft de Eucharistievieringen op de graven van de apostelen Petrus en Paulus. Ad Limina-bezoek betekent letterlijk een bezoek aan de drempels. De eerste christenen noemden graven drempels: het graf is de drempel tussen het huidige aardse leven en het toekomstige eeuwige leven na de dood. Het graf van de apostel Petrus bevindt zich juist onder het hoofdaltaar van de Sint-Pietersbasiliek en dat van de apostel Paulus onder de Sint Paulus buiten de Muren. Petrus en Paulus waren de architecten van het christelijke Rome. Bovendien is Petrus de eerste paus, de eerste plaatsvervanger van Christus op aarde en het eerste zichtbare hoofd van de Kerk. Dit waren de hoogtepunten. Daarnaast waren ook belangrijk de Eucharistieviering in de Santa Maria Maggiore, de oudste Mariakerk ter wereld, en die in de Sint Jan van Lateranen, de kathedraal van het bisdom Rome.
Het Ad Limina-bezoek zou uiteraard niet compleet zijn geweest, als we ook niet de huidige opvolger van Sint Petrus en huidige plaatsvervanger van Christus op aarde en zichtbaar hoofd van de Kerk hadden ontmoet. Met paus Franciscus was een gesprek van anderhalf uur gepland, maar hij trok bijna twee uur voor ons uit. Hij voerde met ons een vaderlijk gesprek, waarin hij veel begrip toonde voor de moeilijke situatie waarin de katholieke Kerk zich in Nederland bevindt als gevolg van de sterk geseculariseerde cultuur in ons land.
Het Ad Limina-bezoek heeft tot doel om de band tussen de katholieke Kerk in Nederland met de paus en de Wereldkerk als geheel te verstevigen. Dit is zeker ook de vrucht van ons Ad Limina-bezoek in de afgelopen maand.