Februari 2015
Goede catechese als fundament van onze missie
Op 24 januari maakte ik kennis met de cursisten van onze catechetenopleiding, die in september 2014 van start ging. Deze opleiding omvat drie jaren met maandelijks één cursusdag op het Ariënsinstituut in Utrecht, waar ook onze priesteropleiding is gevestigd. Verder krijgen de deelnemers steeds een portie huiswerk mee. Het doel van deze opleiding is het trainen van vrijwilligers die het pastorale team kunnen ondersteunen bij het uitvoeren van diverse soorten catechetische projecten. En dat is hard nodig.
Ondanks het voor die dag uitgegeven weeralarm en daardoor uitvallende treinen arriveerden bijna alle 25 cursisten uit vele plaatsen in het Aartsbisdom Utrecht op tijd in het Ariënsinstituut. Een duidelijk teken van hun enthousiasme. Ik ben dan ook onder de indruk van hun inzet – ze zijn bereid om drie jaar lang tijd en geld te investeren in hun vorming, met het oog op toekomstige taken die ze willen verrichten in hun parochies. Na de ontmoeting heb ik samen met hen de Eucharistie gevierd in de intieme kapel van onze priesteropleiding. Daar hebben we het Woord van de Heer gehoord, dat de cursisten steeds zal moeten voeden en inspireren in hun (toekomstige) werkzaamheden.
Wie deze driejarige opleiding met succes afrondt, kan uiteindelijk een bisschoppelijke zending ontvangen om als medewerker in de parochiecatechese lokaal aan de slag te gaan. Daar is grote behoefte aan in de parochies van het Aartsbisdom Utrecht. Onze Kerk wordt de komende jaren immers in rap tempo kleiner en dat betekent dat de geloofsoverdracht in de parochies in toenemende mate een gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt van de gehele geloofsgemeenschap. Met als gevolg dat vrijwilligers in samenwerking met het pastorale team gestalte zullen gaan geven aan het geloofsonderricht. Daarvoor is echter wel kennis van geloofszaken nodig.
Juist daaraan heeft het lange tijd ontbroken in Nederland. Inhoudelijke catechese is vele decennia een ondergeschoven kindje geweest in de Nederlandse Kerk. Ik herinner me nog levendig mijn eerste jaren als kapelaan in Blerick, vlakbij Venlo. Ik gaf toen onder meer catechese op de drie basisscholen van de parochie, zo’n elf uren per week. Er waren indertijd uiteraard wel catechesemethoden beschikbaar, maar die schoten op geloofsinhoudelijk vlak tekort. Sommige methoden verhulden zorgvuldig elke verwijzing naar God, andere methoden werkten volgens het stramien van de ervaringscatechese waardoor echt begrip en kennis van het rooms-katholieke geloof buiten bereik bleven. Gelukkig is de laatste jaren verandering gekomen in deze situatie, onder meer door het catecheseproject ‘Het Licht op ons pad’. Deze meerjarige en alomvattende cursus biedt een systematische uiteenzetting van het rooms-katholieke geloof voor diverse leeftijdsgroepen en zal tot in lengte van jaren van grote waarde zijn voor de catechese in ons land.
Voor het verbeteren van de vaak gebrekkige geloofskennis in Nederland is inhoudelijke catechese onontbeerlijk, maar het is niet genoeg. Minstens van even groot belang is dat binnen het kader van de catechese tevens wordt gestreefd naar het aankweken van een levend geloof. Daarvoor zijn een persoonlijke relatie met Jezus en een goed gebedsleven cruciaal. Dat zijn de bronnen waaruit op de eerste plaats de catecheet zelf dient te putten in zijn of haar werk. En zij niet alleen, want uiteindelijk is Christus ons aller Leraar. Op vele plaatsen in de vier Evangeliën staat beschreven hoe Hij de mensen onderricht gaf en ook nu nog communiceert Hij met ons. De Kerkvader Augustinus gebruikt hiervoor het beeld van Christus als de ‘innerlijke leraar’, die de Waarheid aan ons laat weten. Het is daarbij noodzakelijk dat we ons in gebed open stellen voor Hem en wat Hij ons te zeggen heeft.
Er is nog een laatste reden waarom goede catechese van levensbelang is voor de toekomst van de R.-K. Kerk in onze streken. Het is namelijk van groot belang dat katholieken durven uitkomen voor hun geloof. We leven immers in een tijd waarin geloof vaak als irrelevant wordt afgedaan en gelovigen als onwetend of zelfs achterlijk. Als we in dergelijke moeilijke omstandigheden effectief missionair willen zijn, moeten we luid en duidelijk verkondigen wat ons geloof behelst. Daarvoor is moed nodig maar ook een grondige geloofskennis. Alleen daarmee kunnen we de opdracht uitvoeren die Jezus al aan Zijn leerlingen gaf: “Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen” (Mt. 28, 16). Die zendingsopdracht geldt ons allen en staat nog steeds als een huis. Een persoonlijke relatie met Jezus, een levend gebedsleven en goede catechese vormen daarvan het gezamenlijke fundament.