September 2023

Alleen een beproefd geloof houdt stand

Jezus ontmoet tijdens zijn verblijf in de streek van de steden Tiro en Sidon, in Zuid-Libanon, een Kananese vrouw die Hem het verzoek voorlegt om haar dochter die door een duivel is bezeten te bevrijden. Opvallend is dat ze dat schreeuwend doet, alsof Jezus doof is. Echter, hoe ze ook schreeuwt, Jezus neemt niet de moeite om ook maar één woord tot haar te richten. De leerlingen van Jezus smeken Hem om haar verzoek in te willigen, niet uit medelijden met haar, maar om van haar af te zijn.

Uiteindelijk verwaardigt Jezus zich het woord tot haar te richten, maar alleen om haar mee te delen dat Hij slechts gestuurd is tot de verloren schapen van het huis van Israël. Maar de vrouw geeft het niet zomaar op:

“Heer, help mij!” (Mat. 15,25).

Dan wordt Jezus bijna beledigend:

“Het is niet goed het brood dat voor de kinderen bestemd is aan de honden te geven” (Mat. 15,26).

Dit is echter een typisch voorbeeld van het gebruik in het Midden-Oosten om iemand die een ander geloof belijdt te betitelen als een ‘ongelovige hond’. Dit gebruik bestaat tot op de huidige dag. Er zijn extremistische geradicaliseerde moslims die ons christenen ook heden nog betitelen als ‘ongelovige christenhonden’.

Wij zouden waarschijnlijk al lang hebben gedacht:

“Ach, …vent (hier heb ik een woord in gedachten dat in de column van een aartsbisschop niet past), loop naar de pomp.”

Maar de Kananese vrouw antwoordt gevat:

“Wel waar, Heer … want de honden eten immers ook de kruimels die van de tafels van hun meesters vallen” (Mat. 15,27).

Jezus is zeer onder de indruk van het geloof van de vrouw, dat zo groot is dat ze de beproeving dat haar gebed niet aanstonds wordt verhoord rijkelijk doorstaat. Haar grote geloof brengt Hem ertoe haar gebed te verhoren en Hij geneest haar dochtertje.

We kennen allemaal uit eigen ervaring de situatie waarin een innig en vurig gebed van ons niet of pas na lange tijd wordt verhoord. Dit zijn pijnlijke situaties, die ons droevig kunnen stemmen en een grote beproeving betekenen voor ons geloof. Maar het geloof in Christus heeft alleen waarde nadat het is beproefd en stand heeft gehouden. Een zwak geloof bezwijkt onder de minste druk.
De Kananese vrouw is daarom zo belangrijk omdat zij een ‘voorouder’ van ons is. Zij is immers – evenals wij – van heidense, dat wil hier zeggen van niet-Joodse, afkomst. Een klassiek voorbeeld van een vrouw met een beproefd geloof van eveneens heidense afkomst is de heilige Monica, de moeder van de kerkvader Augustinus. Ook voor haar was het een zeer zware beproeving dat haar gebed om de bekering van haar zoon pas na lange tijd werd verhoord. Er is echter, ondanks alles, een positief aspect aan verbonden. Wanneer ons gebed niet aanstonds wordt verhoord, heeft het verlangen dat we aan God voorleggen de mogelijkheid om zich te verdiepen.

We zien dat al enigszins gebeuren bij de Kananese vrouw uit het Evangelie. Eerst uit zij haar verzoek aan Jezus op een schreeuwende toon. Dan wordt haar verzoek een gebed: “Heer, help mij!” Haar ondanks alles onverzettelijk geloof laat zien dat zij in Jezus niet zomaar een of andere wonderdoener ziet, maar in Hem gelooft als persoon, al weet ze ook niet precies wie Hij is.
De heilige Monica is door haar jarenlange geduldige wachten op de verhoring van haar gebed gegroeid in haar relatie met God en daardoor een grote heilige geworden. En ook de vrucht van haar gebed mag er wezen. Augustinus wordt na zijn bekering bisschop en een belangrijk theoloog. Zijn talrijke theologische geschriften hebben tot op de huidige dag grote betekenis voor de katholieke theologie. Het aanhoudende, pas laat verhoorde gebed van de heilige Monica heeft een bijzonder rijke vrucht gedragen.

Ook ons geloof zal in ons leven als christen en in ons gebedsleven meermaals ten diepste worden beproefd. Maar alleen een beproefd en standvastig geloof is een echt geloof in Christus. Het is alleen dit beproefde geloof dat in de 21ste eeuw stand zal kunnen houden.