Home

 

 

Aanvraag

 

 

Contact

 

Do’s en don’ts bij een meerjarig jongerenproject

De parochie OLV van Amersfoort heeft van 1 september 2014 – 1 september 2017 een driejarig project jongerenwerk uitgevoerd met financiële steun van het RK Jeugdfonds Vicariaat Utrecht. De grootste uitdaging is dat jongeren zich niet verbinden aan een instituut maar aan personen die ze vertrouwen. De jongerenwerker moet niet alleen zichtbaar en bereikbaar zijn, je moet ook actief naar de jongeren toe en investeren in persoonlijke ontmoetingen. Bij de reizen naar Lourdes in 2015 en de WJD in 2016 gingen vooral jongeren mee die een persoonlijke uitnodiging kregen. Via de jongerenwerker of via een andere jongere die hen meevroeg. Bij de Taizé reis kregen we eveneens aanmeldingen van jongeren die door een bekende in de kerk of een familielid waren aangesproken.

Vanwege de verschillende interesses van jongeren en de afstanden in de parochies (letterlijk of in de beleving van de parochianen), is het goed om meerdere groepen naast elkaar te hebben. Zeker wanneer die qua thema’s en activiteiten van elkaar verschillen. Met een of twee gezamenlijke activiteit zoals een jaarafsluiting of een dag rondom diaconie (DiaconAction), kun je de groepen bij elkaar brengen zodat je een gemeenschap van gemeenschappen vormt.

Het jongerenwerk heeft om voort te kunnen bestaan drie ingrediënten nodig, het eerste is flexibiliteit om op de veranderende levensfasen van de jongeren in te spelen. Het tweede is enthousiasme om steeds nieuwe dingen te proberen als het oude niet (meer) werkt. Ten slotte is het voor de vrijwilligers die groepen begeleiden belangrijk om terug te kunnen vallen op de jongerenwerker voor ideeën, inspiratie en voor hulp als er een keer iemand onverwacht uitvalt.

Do’s

  1. In een vroeg stadium kijken hoe je kunt zorgen voor continuïteit.
  2. Probeer nieuwe activiteiten die qua inhoud en vorm niet overlappen met eventueel bestaande tiener- en jongerengroepen binnen de parochie.
  3. Breng betrokken vrijwilligers bij elkaar om kennis te maken; ervaringen uit te wisselen en parochiebrede activiteiten samen door te spreken.
  4. Verdeel je aandacht: over diverse thema’s; verschillende communicatiemiddelen.
  5. Maak een jaarplan en zorg dat je helder maakt waar je naartoe wil.
  6. Zorg voor een budget: zowel vanuit de parochie als via fondsen en sponsors.
  7. Probeer meer contactmomenten met de jongeren te creëren. Bijvoorbeeld door aanwezig te zijn bij lokale festivals waar veel tieners en jongeren naartoe gaan.
  8. Zoek naar samenwerking: oecumenisch, regionaal, met het bisdom.

Don’ts

  1. Ga er niet vanuit dat jongeren hetzelfde willen als hun leeftijdsgenoten. Tieners en jongeren groeien op in een samenleving waarin steeds meer op maat wordt gesneden en ieder in een eigen filterbubbel leeft waarin ze zich vooral verbinden met leeftijdsgenoten die hun interesse voor een bepaald thema delen.
  2. Staar je niet blind op Facebook en Twitter. De tieners en jongeren zitten (momenteel) meer op Instagram en Snapchat.
  3. Je kunt Facebook niet negeren. Ouders, grootouders en oudere parochianen voelen zich meer betrokken bij het jongerenwerk als ze op Facebook leuke foto’s zien van de activiteiten.
  4. Wees niet te star met je jaarplan, jongeren kunnen onvoorspelbaar zijn.