Gezamenlijke ‘Utrechtse’ deelname Stille Omgang
Parochiegroepen en individuele pelgrims die dit jaar vanuit het Aartsbisdom Utrecht naar Amsterdam reisden voor de Stille Omgang, verzamelden zich op 18 maart in de St. Nicolaasbasiliek. Daar vierden zij om 21.00 uur de Eucharistie met als hoofdcelebrant kardinaal Eijk; mgr. Woorts en priesters uit het aartsbisdom concelebreerden. Aansluitend liepen de pelgrims in diverse groepen de Stille Omgang door het centrum van Amsterdam. De intentie voor deze editie was: ‘Levend brood voor onderweg, in stilte getuigen’.
Het bleek in de periode vóór corona al dat parochies in het Aartsbisdom Utrecht niet altijd een groep van voldoende omvang konden organiseren om deel te nemen aan de Stille Omgang. Door als aartsbisdom de krachten en aanwezigheid in Amsterdam te bundelen, hoopte de Diocesane Werkgroep Bedevaarten de drempel voor deelname te verlagen en zo de presentie vanuit het aartsbisdom een impuls te geven. De St. Nicolaasbasiliek was deze 18de maart tot de laatste plaats gevuld. Het Cosmas en Damianuskoor uit Abcoude (parochie St. Jan de Doper) verzorgde de zang tijdens deze Eucharistieviering. Eric Fennis, pastoor van de St. Nicolaasparochie en deken van Amsterdam, heette aan het begin van de viering de pelgrims van harte welkom.
Mgr. Woorts (lid van de Diocesane Werkgroep Bedevaarten) kijkt tevreden terug: “We zijn dankbaar voor de mooie opkomst vanuit het aartsbisdom en het feit dat de Stille Omgang voor het eerst sinds de uitbraak van de coronaviruspandemie weer in de traditionele vorm gehouden kon worden.” Ook pelgrims reageerden enthousiast op de nieuwe opzet van de Utrechtse deelname: “Het was mooi om met zovelen de Eucharistie te vieren en vervolgens de Stille Omgang te lopen,” zo zei één van hen.
In zijn preek benadrukte kardinaal Eijk het belang van het geheugen: “Het besef van wie we zijn hangt immers af van onze herinneringen, van wat we hebben meegemaakt. … Jezus drukt ons op het hart om te gedenken. Aan het einde van de consecratie herhaalt de priester de woorden die Jezus uitsprak nadat Hij het sacrament van de Eucharistie had ingesteld: ‘Doet dit om Mij te gedenken.’ We vieren de Eucharistie tot Zijn gedachtenis. Als we het vieren van de Eucharistie in ons leven nalaten, dan verdwijnt Jezus ook uit ons geheugen. Het is als het ware een vorm van geheugenverlies met betrekking tot Jezus en Zijn Evangelie. Het gevolg daarvan is ook het verlies van onze identiteit als christen, als volgeling van Jezus,” zo stelde kardinaal Eijk.
Daar komt bij “dat de Eucharistie meer is dan gedenken alleen. In de Eucharistie vieren we ook dat Jezus werkelijk aanwezig is: ‘Dit is Mijn Lichaam, dit is Mijn Bloed,’ zoals de priester tijdens de consecratie zegt.” Gewoon voedsel wordt omgezet in de bestanddelen van ons lichaam, bij de Eucharistie gebeurt het omgekeerde aldus kardinaal Eijk: “Wij worden omgevormd in Christus. Hierdoor worden we aan Hem gelijkvormig. Onze christelijke identiteit bestaat uit onze gelijkvormigheid aan Christus. Deze gelijkvormigheid aan Christus is het eigenlijke doel van het gedenken en vieren van de Eucharistie. De Stille Omgang is ook een gedenken van Jezus en tegelijkertijd het vieren van Zijn werkelijke aanwezigheid in het sacrament van de Eucharistie. De Stille Omgang is op zich een gedachtenis, een in herinnering houden van de Eucharistie. En dat Jezus in de Eucharistie werkelijk onder ons aanwezig is wil Hij met het Mirakel van Amsterdam ook tot uiting brengen.”
We zijn volgens kardinaal Eijk geroepen dat geloof aan anderen door te geven: “Een belangrijke weg daarvoor is de Stille Omgang waarin we het Mirakel van Amsterdam – en daarmee de Eucharistie – gedenken en vieren. We doen dat – in tegenstelling tot wat tot in de 16de eeuw gebeurde – niet door een grootse en plechtige sacramentsprocessie, maar door een stille bidtocht. Deze mag dan in stilte plaatsvinden, toch is de Stille Omgang door die lange processie van in stilte biddende katholieken wel degelijk een openlijk getuigenis van ons geloof in de Eucharistie. Bidden we vanavond speciaal dat het geloof in de Eucharistie en de waardige viering ervan weer in onze samenleving mag terugkeren. En dat onze samenleving haar eens zo krachtige christelijke identiteit weer mag terugvinden.”
In zijn slotwoord dankte kardinaal Eijk de aanwezigen dat “u met zovelen hier bent. Ik hoop dat de viering van de Eucharistie u sterkt.” Hij eindigde met een oproep: “U draagt nu Christus door de communie, laat dat zien in de wereld door uw geloof, hoop en liefde.”