Gedachtenisviering Ariëns met opening tentoonstelling
In Maarssen (parochie St. Jan de Doper) vond zondag 26 augustus de jaarlijkse gedachtenisviering plaats voor Alphons Ariëns, die daar precies 110 jaar geleden als pastoor werd geïnstalleerd. Dit jaar is het bovendien 90 jaar geleden dat Ariëns overleed. Deze viering markeert traditiegetrouw de start van het studie- en vormingsjaar van de Utrechtse priesteropleiding het Ariënsinstituut. Op Ariëns’ voorspraak is dan ook gebeden om zegen over de verschillende opleidingen van het Aartsbisdom Utrecht.
De dag begon met een korte gebedsviering bij het graf van Alphons Ariëns op de R.-K. begraafplaats aan de Straatweg, gevolgd door een Eucharistieviering in de H. Hartkerk. Hoofdcelebrant was kardinaal Eijk. Na afloop werd in de kerk een tentoonstelling geopend met onder meer meubilair dat van Ariëns is geweest. Aansluitend gaf de Koninklijke Harmonie Leo XIII, opgericht door Ariëns, een concert.
Tijdens beide vieringen zong het parochiekoor van Maarssen, terwijl de Koninklijke Harmonie Leo XIII een aantal instrumentale composities ten gehore bracht. Op het kerkhof was niet de volledige Harmonie aanwezig: daar speelde een vijfkoppige blazersgroep. In zijn openingswoord bij de gebedsviering memoreerde kardinaal Eijk dat Alphons Ariëns één van de belangrijkste grondleggers is geweest van de Katholieke Sociale Beweging: de kandidaat-zalige “opende de ogen van de katholieken voor de structurele armoede onder de arbeiders van die tijd en zorgde ervoor dat hun levensomstandigheden werden verbeterd,” aldus de kardinaal. “Laten wij bidden om een wonder op zijn voorspraak, zodat zijn zaligverklaring er mag komen.”
Ook in zijn preek tijdens de Eucharistieviering ging kardinaal Eijk in op de persoon Alphons Ariëns, voor wie Jezus Christus in het centrum van zijn leven stond. “Hij geloofde in de werkelijke tegenwoordigheid van Jezus in het sacrament van de Eucharistie. Hij vierde de Eucharistie dan ook elke dag met eerbied en overgave. Hij voerde hier in Maarsen ook de dagelijkse aanbidding van het Allerheiligste in. Echter, daarin sloot zich slechts een klein groepje getrouwen bij hem aan. Daarover sprak hij zijn verwondering uit. Jezus is hier in Zijn kerk, in het tabernakel, in de Eucharistie aanwezig. Als je voor een bezoek aan Hem in Zijn Kerk of voor de aanbidding geen tijd uittrekt, dan heb je toch geen ‘levend geloof’?, aldus mgr. Ariëns,” zo zei kardinaal Eijk.
Foto rechts: de kelk van Ariëns wordt gebruikt tijdens de H. Mis
Ariëns zag in de jaren ’20 van de vorige eeuw al de eerste tekenen van de verzwakking van het geloof in Jezus Christus, wat het begin zou blijken van de massale exodus uit de jaren ’60 en ’70. Kardinaal Eijk: “Maar de Kerk doet evenals haar Stichter: zij verandert haar leer niet, in de – overigens ijdele – hoop nog zoveel mogelijk gelovigen aan zich te binden.” En, naar aanleiding van de Evangelielezing waarin Jezus aan de twaalf apostelen vraagt of zij net als vele andere leerlingen weg willen gaan (waarop Simon Petrus namens hen antwoordt: “Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven, en wij geloven en weten dat Gij de Heilige Gods zijt”): “Wij staan hier vanmorgen recht tegenover de Heer en Deze legt eveneens aan ons de vraag voor: ‘Wilt ook gij soms weggaan?’ Mogen we dan antwoorden met de woorden van Petrus en naar het voorbeeld van uw vroegere parochieherder, mgr. Ariëns.”
Opening van de tentoonstelling; studenten van het Ariënsinstituut bekijken de expositie; concert door de Koninklijke Harmonie Leo XIII
Voorafgaand aan de opening van de tentoonstelling zong het koor het lied ‘Hulde aan Dr. A. Ariëns’, ooit gecomponeerd bij gelegenheid van de onthulling van het beeld van Ariëns in Enschede. Daarna gaf Hub Crijns, vice-voorzitter van het Ariëns-Comité, een toelichting op deze expositie. In een nis in de muur van de kerk was al de kelk van Ariëns te zien, die tijdens deze gedachtenisviering tijdens de H. Mis is gebruikt. Nu staat ook een groot deel van het ameublement van Ariëns in de kerk. Hij ontving dit van alle door hem opgerichte organisaties in Enschede bij zijn vertrek in 1901 naar Steenderen. De kast, stoelen, tafel en bureau zijn ontworpen door architect Jan Stuyt en door meester meubelmaker Gerard Platvoet uitgevoerd. Vanwege Ariëns’ gewoonte al zijn bezit weg te geven of te verkopen, is in de stoelen een ‘A’ ingelegd, om te voorkomen dat hij ze zou verkopen. Ook waren deze zondag twee bruiklenen te zien: een bronzen beeld van Ariëns van Bon Ingen-Housz (uit een serie van veertien, gemaakt in opdracht van de R.K. werkliedenvereniging van het Aartsbisdom Utrecht) en een Ariëns reliëf in brons. Crijns noemde verder de originele lithografie van Toorop in de tentoonstellingskast, met in de linkerhoek de opdracht van de kunstenaar: “Voor mijn heerlijke vriend Dr. Ariëns.” Ook namens de locatieraad was er een korte inleiding bij de tentoonstelling, waarna middels het ontsteken van de Ariëns lantaarn de officiële opening plaatsvond.
De priesterstudenten van het Ariënsinstituut met kardinaal Eijk, rector Kuipers en spirituaal Van Doorn