Emeritus pastoor Mensink erekapelaan van de paus
Aan het einde van de Eucharistieviering waarin pastoor A.M.J. Mensink zijn gouden priesterjubileum vierde, maakte mgr. dr. W.J. Eijk zondag 19 juli bekend dat de jubilaris is benoemd tot erekapelaan van de paus. In de Utrechtse Gerardus Majellakerk overhandigde de aartsbisschop van Utrecht de pauselijke brief met de benoeming aan pastoor Mensink. Ook ontving deze alvast een paarse sjerp: als erekapelaan van de paus mag hij voortaan ‘klein paars’ dragen. Bovendien mag hij zich nu ‘monseigneur’ noemen.
De titel erekapelaan van de paus geldt als een kerkelijke onderscheiding. Deze kan worden toegekend aan priesters die zich op een bijzondere manier verdienstelijk hebben gemaakt. Een erekapelaan van de paus mag bij voorkomende gelegenheden ‘klein paars’ dragen: een zwarte toog met paarse zoom en een paarse sjerp, maar zonder borstkruis en ring. Mgr. Eijk kon zondag de sjerp alvast overhandigen aan monseigneur Mensink; de nieuwe soutane zal hem nog aangemeten worden.
Eerste erekapelaan in lange tijd
Alphonsus Maria Joseph Mensink werd op 6 maart 1934 geboren in Denekamp. Na zijn priesterwijding op 19 juli 1959 was hij achtereenvolgens kapelaan te Terborg, vanaf september 1962 assistent te Driebergen-Rijsenburg en vanaf augustus 1967 kapelaan in de H. Gerardus Majella te Utrecht. Op 15 september 1974 volgde zijn benoeming tot pastoor van de parochie H. Gerardus Majella te Utrecht. Op 1 januari 2009 ging hij met emeritaat.
Monseigneur Mensink is de eerste priester van het Aartsbisdom Utrecht in lange tijd aan wie de eer te beurt valt benoemd te worden tot erekapelaan van de paus. Hij is bovendien momenteel de enige erekapelaan van dit bisdom.