Driedaagse bedevaart naar Echternach: dag 1
Van 29 (Tweede Pinksterdag) t/m 31 mei organiseert het Aartsbisdom Utrecht een busbedevaart naar Echternach. Vicaris Cornelissen is hoofdaalmoezenier, mgr. Woorts en mgr. Hoogenboom nemen ook deel. In Echternach wordt bij het graf van Sint Willibrord, de eerste aartsbisschop van de bisschopszetel te Utrecht en de apostel van Nederland, de ‘Springprocessie’ gehouden waaraan de Utrechtse pelgrims deelnemen.
Op 29 mei vertrok de bus vanuit Deventer en reisde via Utrecht naar de H. Amelbergabasiliek in Susteren, waar de pelgrims de Eucharistie vierden. Deze romaanse kerk staat op de plaats waar Willibrord in het jaar 714 een abdij stichtte. Dit klooster fungeerde voor hem en zijn medewerkers als halteplaats gedurende de lange reis van Utrecht naar Echternach.
In zijn inleiding zei mgr. Woorts dat “we hier God danken voor Willibrord maar ook voor die twee andere leiders van de Utrechtse kerk kort na Willibrord: abt Gregorius die na de moord op Bonifatius de leiding van de missie van Willibrord vanuit Utrecht voorzette en daarna zijn neef Alberic die vervolgens bisschop van Utrecht werd. Beiden zijn hier in deze kerk begraven omdat deze kerk ook de grafkerk was van hun familie en wellicht ook omdat het hier in Susteren veiliger was dan in het hogere Noorden.”
In zijn preek ging mgr. Woorts in op Maria als Moeder van de Kerk: “Wij zijn als Kerk geboren uit het goddelijk Hart van onze Heer Jezus, uit Zijn doorstoken Hart aan het kruis. Toen dat doorstoken werd, vloeiden water en bloed uit de open zijde van de Heer. Dat was, dat is het water van ons Doopsel en het bloed van de Eucharistie, de sacramenten waardoor wij deelgenoot zijn geworden en van Jezus Christus en van Zijn Lichaam dat de Kerk is. Juist dáár, op dát moment dat wij uit het Hart van Jezus aan het kruis als Kerk geboren worden, wordt Maria ook Moeder van de Kerk.”
Vandaag danken wij God dat Maria Moeder van de Kerk is, aldus mgr. Woorts, “dat onze Heer Jezus haar als onze moeder heeft gegeven. Het is nauw verbonden met Pinksteren, de vijftigste dag van Pasen, omdat Maria voor ons bidt, blijft bidden: juist dat wij ontvankelijk zijn – zoals zij – voor de bezieling en kracht van de Heilige Geest, om te blijven groeien in geloof, hoop en liefde. Maria bidt voor ons samen met allen die ons naar God zijn voorgegaan, al die andere geliefde leerlingen van Jezus die hun aardse pelgrimstocht voltooid mochten zien in het huis van de Vader.”
Na de Mis reisde het gezelschap door naar het hotel; na het diner gingen de pelgrims naar Echternach voor het plechtig Lof in de basiliek. De hoofdcelebrant was Franz Gebert (hulpbisschop van Trier), ook kardinaal Hollerich, mgr. De Jong en mgr. Wiertz waren aanwezig.
Foto’s: Ramon Mangold